
[Het is vandaag 2334 jaar geleden dat de Macedonische koning Alexander de Grote de Perzische heerser Darius III versloeg in de slag bij Issos. Het gevecht luidde de ondergang in van het Achaimenidische Rijk. Het eerste deel van deze reeks was hier.]
De slag bij Issos had aanvankelijk een gemengd verloop. De Perzen zegevierden op hun rechtervleugel, waar hun ruiterij de Macedoniërs leek te gaan omsingelen. Alexander viel op het juiste moment aan van de Macedonische rechtervleugel en sloeg het Perzische centrum uit elkaar. Arrianus:
Toen ze zagen dat de Perzen tegenover hen al het hazenpad kozen, maakten de [Macedonische] bataljons op de rechtervleugel een zwenking naar links, naar de [Griekse] huurtroepen van Darius en hun eigen benarde falanx toe. Ze dreven hen weg van de rivier en vielen de verstoorde Perzische gelederen in de flank aan en hakten in op de huurlingen. (Anabasis 2.11.1; vert. Simone Mooij)
Anders gezegd: nadat Alexanders cavalerie het Perzische centrum had verstoord, zette infanterie de strijd voort.
Klem tussen vriend en vijand
Voor de Perzische soldaten gold dat ze zich niet konden terugtrekken uit de slaglinie omdat de vijand hen van voren in het nauw bracht terwijl de eigen troepen van achter opdrongen. Ze hadden geen schijn van kans tegen de Macedoniërs, die de kardakes met hun lange lansen wegduwden en vertrapten, om de gevallenen later met enkele zwaardstoten definitief buiten gevecht te stellen. Het enige nadeel dat de Macedoniërs ondervonden was dat ze hun lansen maar één keer konden gebruiken: hun strenge slagorde stond hun niet toe om het wapen los te wrikken als ze iemand door zijn borstkas hadden gestoten. Maar de zwaarden waren niet minder dodelijk.
Om te vermijden dat er een gat ontstond tussen henzelf en de falanx, konden de Macedoniërs niet ver naar voren gaan, maar dat was ook niet nodig, want de kardakes werden naar voren geduwd. Ze vielen voor de voeten van de Macedonische soldaten, en de doden werden obstakels voor de levenden. Wilden de Perzen vrijuit vechten, dan moesten ze over de lijken heen stappen, wat hen weer kwetsbaar maakte voor de zwaarden van de Macedoniërs, die hen neerstaken op de lichamen van hun voorgangers. Een volgende man viel daar weer op, en zo ontstond voor de schilddragers een lage muur van gedode Perzen. En wie nog niet dood was, stikte wel onder het gewicht van de anderen.
Aan hun kant van de macabere borstwering bleven de Perzen almaar komen, naar hun dood geduwd door de mensen achter hen, die niet konden zien wat er vooraan gebeurde. Dit was niet het soort versterking waar de voorhoede op zat te wachten.
Het gevecht bij de heuvels
Alleen aan de voet van de bergen was het voor de Perzische soldaten mogelijk aan de dodelijke chaos te ontkomen en zich terug te trekken, maar hier werden ze bestookt door de Macedonische boogschutters, die op de uiterst rechtse vleugel stonden. De slachting kostte tallozen het leven. Daarna bestond de Perzische linkervleugel niet langer als effectief opererend deel van de slagorde.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.