Na de slag bij Issos (1)

Perzische luxe: een gouden schaal (Reza Abbasi-museum, Teheran)

[Vijftiende deel van een achttiendelige reeks over de slag bij Issos (6 november 333 v.Chr.), waarin de Macedonische koning Alexander de Grote de Perzische heerser Darius III versloeg en de ondergang van het Achaimenidische Rijk inluidde. Het eerste deel was hier.]

Als de Perzische koning ten strijde trok, werd hij vergezeld door een aanzienlijk deel van zijn hofhouding. Een leger van vele tienduizenden vergt immers een uitgebreid logistiek apparaat. Omdat Darius persoonlijk had deelgenomen aan de strijd was hij tijdens de slag niet in zijn hoofdkwartier aanwezig geweest, maar zijn bedienden hadden het wel ingericht en het stond klaar om te worden geplunderd.

Plundering

De Macedonische soldaten hadden gemengde gevoelens – de opluchting en somberte die volgen op intense angst en inspanning – en reageerden zich af in het Perzische kamp. Niet alleen konden de mannen, die al uren niet hadden gegeten, er een maaltijd bemachtigen, maar de spreekwoordelijke luxe van het Perzische hof vormde tevens een mooie aanvulling op hun soldij. Darius’ paviljoen was de privé-buit van de koning van Macedonië en bleef voor hem gespaard, maar volgens Curtius Rufus kenden de Macedoniërs verder weinig scrupules:

Het kamp, vol pracht en praal, was al ingenomen door de overwinnaars. De soldaten roofden de buitengewone massa goud en zilver en het eerder luxueuze dan militaire ‘toebehoren’. En omdat ze meer grepen dan ze konden dragen, lag hun pad bezaaid met geringere kostbaarheden, die ze in hun hebzucht na vergelijking met mooiere dingen minder waardevol vonden. Nu bereikten ze de vrouwen, wier sieraden met meer geweld werden afgerukt naarmate ze kostbaarder waren. Zelfs hun lichamen bleef geweld en lust niet bespaard. (Geschiedenis van Alexander 3.11.20-22; vert. Daan Stoffelsen)

Alexanders schatmeester rekende later uit dat de waarde van de buit aan edelmetaal overeenkwam met zo’n drieduizend talenten, ofwel drieënzestig ton zilver. Het valt niet na te gaan of dat overdreven is. In elk geval was Alexander bevrijd van financiële zorgen en kon hij uitgroeien tot de grootste weldoener die Europa ooit had gezien.

Het bad van Darius

Toen Alexander van de achtervolging het veroverde kamp betrad, zat hij onder zweet en stof en bloed, zodat het niet als een verrassing komt dat Ploutarchos vertelt dat hij vooral verlangde naar een heet bad:

Alexander legde meteen zijn wapenrusting af en liep naar het bad met de woorden: “Laten we het zweet van het gevecht afspoelen in het bad van Darius.”

“Waarachtig niet,” zei een van zijn metgezellen, “zeg liever: het bad van Alexander!’ (Alexander 20.12; vert. Hetty van Rooijen)

De officieren, die aan het Macedonische hof toch wel wat gewend waren geraakt op het gebied van luxe, waren onder de indruk van de rijkdommen die Darius op zijn veldtocht had meegenomen en vergeleken die, als we onze bronnen mogen geloven, met de karige levenswijze van Alexander. Griekse auteurs hadden de vergelijking tussen de verwijfde weelde van Azië en de stoere mannelijkheid van Europa al tot vervelens toe gemaakt, maar op de dag van de slag bij Issos leek er een kern van waarheid in te zitten.

Darius’ familie

Toen Alexander uit bad was gekomen en de wond aan zijn dij was verzorgd, ging hij met zijn vrienden aan tafel.

De gasten werden plotseling opgeschrikt door klaaglijk geschreeuw, vermengd met oosters gehuil en geweeklaag, uit een tent dichtbij. De mannen die piketdienst hadden bij het koninklijk paviljoen begonnen zich al te bewapenen, bezorgd dat dit het begin was van grotere onrust. De reden van de plotselinge ontzetting was dat de moeder en de echtgenote van Darius samen met de gevangen edelen met geweldig gejammer en geweeklaag hun koning betreurden, denkend dat hij was gedood. Want een van de gevangen eunuchen, die toevallig voor hun tent had gestaan, had de mantel die Darius … had weggeworpen, gezien in de handen van de soldaat die hem had gevonden en naar het kamp gebracht. De eunuch had aangenomen dat het kledingstuk was geroofd van Darius’ stoffelijk overschot en het valse bericht van zijn dood overgebracht. (Curtius Rufus, Geschiedenis van Alexander 3.12.3-5; vert. Daan Stoffelsen)

Het misverstand werd snel opgehelderd. Ploutarchos benut het incident om een morele les te geven:

Alexander stuurde Leonnatos om te berichten dat Darius niet dood was en dat ze Alexander niet moesten vrezen. Hij voerde oorlog tegen Darius om de heerschappij maar zij zouden van hem alles krijgen wat hun toekwam toen Darius nog koning was.

De vrouwen vonden zijn woorden al mild en edel, maar de menslievendheid van zijn daden bleek nog groter. Want hij stond hun toe elke Pers die ze wilden te begraven en daarvoor kleding en sieraden uit de buit te gebruiken. Ook ontnam hij hun niet het geringste van de hofhouding en eerbewijzen die ze bezaten; ze genoten zelfs een grotere toelage dan daarvoor. Maar de mooiste en vorstelijkste gunst die hij deze edele en kuise vrouwen in gevangenschap schonk, was dat ze niets hoorden, vermoedden of verwachtten wat oneervol was. Alsof ze niet in een vijandelijk kamp maar in heilige en onschendbare meisjesvertrekken werden bewaakt, leidden ze een leven dat afgeschermd was tegen woorden en blikken van anderen.

Toch zegt men dat Darius’ vrouw veruit de mooiste van alle koninginnen was, zoals Darius zelf de knapste en grootste man was, en dat de dochters op hun ouders leken. Maar Alexander vond het blijkbaar koninklijker zichzelf te beheersen dan vijanden te overwinnen en raakte de vrouwen niet aan. (Alexander 21.2-7; vert. Hetty van Rooijen)

De dood van Darius’ familie

Erg aannemelijk is het niet. Zijn Aziatische onderdanen zouden hem zeker niet als heerser erkennen als hij de harem van zijn voorganger niet minstens één keer demonstratief had betreden. Het is vrijwel zeker dat Alexander zijn vergissing later herstelde, want Darius’ vrouw Stateira overleed twee jaar later tijdens een bevalling, en het is onwaarschijnlijk dat iemand anders dan Alexander de vader van de baby is geweest.

Hefaistion (Nationaal Archeologisch Museum, Athene)

Onze bronnen vermelden dat na de slag bij Issos ook twee dochters en een zoon van de grote koning in handen vielen van de overwinnaars. Voor de meisjes, Barsine en Drypetis, werd naar Macedonische maatstaven goed gezorgd. Ze kregen een Europese opvoeding en zouden ruim acht jaar later trouwen met respectievelijk Alexander en zijn geliefde Hefaistion. De jongen, die een jaar of zes was en Ochos heette, komt in onze bronnen niet meer voor. Dat is vreemd, want op zijn leeftijd had hij de meeste kinderziektes achter de rug. Alexander heeft de schijn tegen: de jongen lijkt te zijn vermoord.

[Wordt vanmiddag vervolgd]

Deel dit: