
[Mijn goede vriend Richard Kroes werpt een blik op het Hooglied. Het eerste deel van dit stuk was hier.]
De laatste, vierde, wasf in het Hooglied heeft een omgekeerde volgorde: van beneden naar boven.
Wat zijn je voeten mooi in je sandalen, koningskind!
Je heupen draaien sierlijk rond,
de schepping van een kunstenaar.
Je navel is een ronde kom,
die gevuld is met kruidige wijn.
Je buik is een bergje tarwe,
dat door lelies wordt omzoomd.
Je borsten zijn als kalfjes,
als de tweeling van een gazelle.
Je hals is als een toren van ivoor,
je ogen als de vijvers van Chesbon,
bij de poort van Bat-Rabbim.
Je neus is als een toren van de Libanon,
die uitkijkt over Damascus.
Je hoofd rijst op als de Karmel,
omkruld door purperen lokken,
waarin een koning ligt verstrikt. (Hooglied 7.2-6; NBV21)
Direct hierna volgt een passage over “omhoog klimmen”. Daardoor weten we dat die opgaande lijn geen toeval is:
Wat ben je mooi, wat ben je bekoorlijk,
liefde en verrukking, dat ben jij.
Als een palm is je gestalte,
je borsten zijn als druiventrossen.
Ik dacht: Laat ik die palm beklimmen,
ik wil zijn bladeren grijpen.
Laten jouw borsten
als trossen van de wijnstok zijn,
je adem als de geur van appels,
je tong als zoete wijn … (Hooglied 7.7-10)
In deze wasf klopt echter iets niet. De volgorde (voeten – heupen – navel – buik – borsten – hals – ogen – neus – hoofd – haar) laat een hapering zien bij heupen – navel – buik. De laatste twee zitten op dezelfde hoogte, terwijl volgens de regels van de wasf de eerste lager zou moeten zitten dan de tweede.
“je ogen als de vijvers van Chesbon,
bij de poort van Bat-Rabbim.”
Chesbon – twee mogelijke plaatsen in Jordanië. Het zou om visvijvers gaan. De blijkbaar ommuurde Bronstijdnederzetting is onbekend. Mogelijk is deze hetzelfde als Tell Hisbon, later verdwenen onder een laters stad genaamd Heshbon (Heshbon (Hesebon, Esebon, Esbous, Esebus; Arabic: حشبون, Latijn: Esebus, Hebreeuws: חשבון, OudGrieks: Ἐσεβών, Ἐσσεβών, Ἐσβούτα, Ἐσβούς, Ἔσβους, Ἔξβους).
Bat-Rabbim – băth răb’ ĭm (שַׁ֨עַר בַּת־רַבִּ֔ים), blijkbaar de naam van de poort (‘dochter van velen’) van Tell Hisban, maar die naam wordt nergens anders genoemd. De naam van de poort zou wijzen op de stad in die richting, maar dat is Amman dus klopt het niet.
Dus is het een poort van een stad of een ondeugende benaming voor de mond van de (ondeugende?) dame in kwestie? 😉