
De twee jaar in Oezbekistan, waarover ik gisteren schreef, veranderden Alexander. In een onbekend land vocht hij tegen een vijand waartegen zijn eigen troepen niets konden uitrichten, terwijl zijn pas in dienst genomen Perzische cavalerie wel successen boekte. Dat leidde tot spanningen en toen Alexander probeerde wijzigingen in het hofprotocol aan te brengen om de Perzen wat meer ter wille te zijn, werd hij door de Macedoniërs tegengewerkt. Toen er versterkingen aankwamen, bleken dat vooral huurlingen uit Griekenland, wat niet op prijs werd gesteld door de Macedoniërs. In een poging de inheemse bevolking voor zich te winnen, trouwde Alexander met de lokale prinses Roxane en bruuskeerde daarmee zijn Perzische maîtresse Barsine en haar familie.
Alexander kon niet alle mensen tegemoet komen en zijn frustratie blijkt uit het radicale karakter van zijn maatregelen. Als Spitamenes werd gesteund door de bevolking, dan moesten die mensen maar worden gedeporteerd. Als er spanningen waren tussen Macedoniërs en Grieken, dan liet hij de laatsten achter als kolonisten. En toen Alexander bij een drinkgelag eens een vriend doodsloeg, was er niets aan de hand, want net als zijn vader Zeus was hij de belichaming van het recht. Het idee was hem aan de hand gedaan door de filosoof Anaxarchos, maar de auteur van een van onze bronnen, Arrianus, plaatste vraagtekens bij het denkbeeld:
Anaxarchos deed Alexander naar mijn mening een groot kwaad … doordat deze nu ging denken dat het de opvatting van een wijze was, dat een koning serieus niet moet overleggen en doen wat rechtvaardig is, maar dat men alles rechtvaardig moet vinden wat door een koning wordt gedaan. (Arrianus, Anabasis 4.9.8; vert. Simone Mooij.)
Het zal niemand hebben verbaasd dat de rechtvaardiging van de inval in de Punjab niet meer behelsde dan dat het gebied ooit had toebehoord aan Alexanders halfbroer, de god Dionysos. De radja’s die zich in de winter van 327/326 bij de koning van Azië aandienden, wisten, gewaarschuwd door rapporten over de genocidale campagne in Oezbekistan, niet hoe snel ze de veroveraar moesten erkennen als avatar van hun god Vishnu.
Nu de onderwerping van heel India een feit leek, marcheerden de Macedoniërs in twee colonnes naar de Indus om het gebied, dat in hun literatuur als sprookjesland gold, eens met eigen ogen te zien. Het noordelijke leger joeg onderweg de bevolking van een handvol versterkingen over de kling – Massaga, Bazira, Ora, een groep vluchtelingen op de Aornos; de andere colonne beperkte zich tot één stad, Peukelaotis, de voorganger van het huidige Peshawar.
Een vreedzaam intermezzo in de hoofdstad van de Punjab, Taxila, werd verstoord door het nieuws dat aan de rivier de Hydaspes (de huidige Jhelum) een geïsoleerde radja verzet wilde bieden. De Macedoniërs profiteerden van een onweersnacht om de brede stroom ongezien over te steken en hadden nogmaals voordeel van de neerslag omdat de Indische strijdwagens vastliepen in de modder. Ook konden de Indiërs hun meer dan manshoge bogen niet in de bodem verankeren. Toen de Macedonische falanx eenmaal contact maakte met de vijandelijke slagorde, gleden de Indiërs weg om te worden vertrapt door hun eigen olifanten. Om de overwinning te herdenken, liet de zoon van Zeus op het slagveld twee steden stichten en zich op munten afbeelden met een bliksemschicht in de hand, alsof híj het was geweest die de regen had doen vallen.
Deze oorlogstheologie keerde zich echter tegen hem. Terwijl de Macedoniërs verder marcheerden en de inwoners van de stad Sangala uitmoordden, bleven de moessonregens vallen. Op een gegeven moment hadden de soldaten daar genoeg van en ze dwongen de zoon van Zeus terug te keren. Het was rond Alexanders dertigste verjaardag. Van de ridderlijkheid waarmee hij ooit de Egyptenaren, Babyloniërs en Perzen tegemoet was getreden, was weinig meer over.
Het ergste moest nog komen.
How to loose friends and alienate people….