Faits divers (2): boeken

Dit keer: drie leuke boeken en een expositie.

Wat voorafging aan de Zijderoute

Het eerste leuke boek dat ik aan u wil voorstellen, is dat van Daan Nijssen, die u misschien kent als de auteur van Het Wereldrijk van het Tweestromenland. In zijn nieuwe boek, Alle wegen leiden naar Babel, behandelt hij de voorgeschiedenis en totstandkoming van de Zijderoute. Ik heb het al mogen lezen en kom er later nog op terug. Voor het moment vertel ik alleen dat Nijssen sterk de nadruk legt op de ontwikkeling van een handelsnetwerk vanuit Mesopotamië. Het is in die zin complementair met Rome and China. Points of Contact van H.J. Kim, waarover ik het al eerder had. Daarin leest u vanuit Chinees perspectief hoe de Han-keizers het initiatief namen om contact te zoeken met het mysterieuze Verre Westen.

De tussenliggende schakel was het Kushana-rijk in Oezbekistan, Afghanistan en Pakistan, waaraan Craig Benjamin in 2018 Empires of Ancient Eurasia wijdde. Nijssen behandelt dat ook, zoals hij ook China aan de orde stelt. Door de nadruk te leggen op het door de Chinezen ontdekte, in Mesopotamië al ontstane netwerk, heeft Nijssen een interessante insteek gekozen. Het is een lezenswaardig, vlot geschreven boek, waarover later meer.

Boeken over Caesar

Een tweede boek dat ik onder uw aandacht breng, is De Caesarroute van Tom Buijtendorp. Die heeft meer geschreven over Julius Caesar in de Lage Landen. Ik heb wel vaker verteld dat Buijtendorps verdienste is dat hij in zijn boeken weliswaar woest maar ook hardop speculeert: je kunt elke stap in zijn redenering volgen en je realiseert je hoeveel algemeen aanvaarde informatie even speculatief is. De crux is natuurlijk: sommige speculaties zijn waarschijnlijker dan andere. We willen informatie die probability based is. Idealiter druk je het uit in een percentage.

Dat is voor de locaties langs Caesars route door de Lage Landen niet mogelijk. We moeten immers tekstueel en archeologisch bewijs combineren, maar de discussie over de relatie tussen deze categorieën bewijsmateriaal, het debat over minimalisme en maximalisme, is verstomd. Buijtendorp kan dat niet verhelpen, maar het idee de waarschijnlijkheid van een topografische identificatie in een bolletjessysteem weer te geven, is goed. Het is een aansporing aan de wetenschap opnieuw na te denken over de aard van oudheidkundig bewijs.

Het boek van Buijtendorp hoort bij een expositie die ik eveneens onder uw aandacht wil brengen. Die is gewijd aan Julius Caesar en vindt vanaf 16 september plaats in het museum dat vroeger Hermitage heette. Tegenwoordig heet het H’art. Eerlijk gezegd weet ik er weinig van, behalve dat Eric Moormann er als gastconservator bij betrokken is; hij maakte ook de expositie over Domitianus in Leiden. Verder weet ik dat veel voorwerpen komen uit Italiaanse musea en dat er aandacht zal zijn voor Caesars aanwezigheid in de Lage Landen. De website van de tentoonstelling is hier, maar die is momenteel nog wat summier. Ik denk dat het is door de veranderingen die het museum zelf aan het doorvoeren is. Er zal wel meer informatie komen.

Omdat er meer boeken zijn over Caesar, vermeld ik ook het Ambiorixboek van Robert Nouwen nog even.

Gerard ’t Hooft

Het derde van de hier te noemen boeken is van Martijn van Calmthout en gaat over Gerard ’t Hooft. Hij is de theoretisch natuurkundige die in 1993 het holografisch principe opperde. Ik houd eerlijk gezegd niet zo van biografieën van fysici. (Ik herinner me een lezing waarin Abraham Pais een avond lang zijn publiek verveelde met anekdotes die niets met natuurkunde en alles met Einsteins academische leven te maken hadden.) Liever dan dat wil ik weten wat natuurkundigen denken en ik weet dat ik wat dat betreft in goede handen zal zijn bij Van Calmthout, die eerder boeken schreef als Echt Kwantum.

Ik moet nog met Maar dat kan ik beginnen. Ik heb echter alvast gekeken of de Pizza Gerard ’t Hooft er in staat. En jawel! Sterker nog, ik begrijp dat ’t Hooft, toen hij in Sofia was, die pizza is gaan eten. Ik kan dus claimen dat ik het leven van een Nobelprijswinnaar heb verrijkt. Althans in gastronomische zin.

Deel dit:

19 gedachtes over “Faits divers (2): boeken

  1. Frans Buijs

    Er zijn van die momenten dat ik alle reclamebureau’s zou willen verbieden want alleen daar is iemand in staat om een prachtige naam als Hermitage te vervangen door zoiets belachelijks.

  2. Dirk Zwysen

    Ik zal het Caesarboek bestellen en met plezier lezen, ondanks de voorstelling op de website dat het handelt om Nederland ,”en omgeving”. 🤨🇧🇪

      1. Dirk Zwysen

        Dat dacht ik wel, en ik kijk er dus naar uit vanuit de periferie (hebben die mensen enig idee hoe onthutsend het is voor een Antwerpenaar om tot “de omgeving” gerekend te worden?).

        In alle ernst: te vaak worden boeken in het Nederlands geschreven of vertaald alsof men buiten het Koninkrijk der Nederlanden geen Nederlands spreekt. In een oorspronkelijk Duits boek over bossen voegt de uitgever dan wel stukken toe over de situatie in Nederland, maar geen woord over België of Vlaanderen. Een centenkwestie, natuurlijk, maar jammer.

  3. Huibert Schijf

    Naar dat boek van Daan Nijssen ben ik heel benieuwd. Hoorde al een paar jaar geleden van je dat hij er mee bezig was. Alvast gereserveerd.

  4. Off topic

    Het Rijksmuseum van Oudheden gooit haar goede naam te grabbel door 2 exemplaren van de Nederlandse vertaling van het nieuwste boek van de ~~populaire kwakhistoricus~~ “internationaal befaamde historicus” Tom Holland onder de abonnees van haar nieuwsbrief.

    Zucht.

    1. Karel van Nimwegen

      Holland heeft er zelfs een boek mogen presenteren. Fik Meijer dragen ze in Leiden ook op handen.

        1. Het museum claimt een neutraal podium te zijn waarop iedereen zijn zegje mag doen. Ik heb de directeur, die ik ken en graag mag, weleens uitgelegd dat hij dan het instrument wordt van de luidst roepende. Maarten van Rossem heeft ook ruimte gekregen, terwijl een bescheiden auteur die zijn vak wel verstaat, geen aandacht krijgt.

          Het is inderdaad een probleem bij dit museum.

          1. Frans Buijs

            Het werkt wel. Bij de Kemet expositie zag ik ineens veel zwarten dan je normaal in een museum ziet. De connectie zwarte cultuur/Egypte (of het nou historisch correct is of niet) trekt in ieder geval bezoekers die er anders niet komen. Dat het op zaterdagavond gratis was helpt natuurlijk ook mee. Of het bezoekers zijn die terug blijven komen als ze er wel voor moeten betalen weet ik niet, want ik hoorde iemand zeggen: “dit is allemaal Griekse shit, ik wil Egyptische shit.” Nou ja, alle beetjes helpen zullen we dan maar zeggen.

        2. Dank voor deze informatie, Jona!

          Het museum claimt een neutraal podium te zijn

          Aha, dat is interessant. Ik heb tot nu klakkeloos aangenomen dat het museum wetenschappelijk verantwoorde informatie leverde. Ten onrechte dus.

          Nu ik de website nog eens goed bekijk is een dergelijke claim van wetenschappelijkheid inderdaad nergens te vinden. Wel maken ze gebruik (of misschien moet dit in dit verbandmisbruik genoemd worden) van het prestige van wetenschap door te pochen op de wetenschappelijke status, het wetenschappelijk onderzoek en de wetenschappelijke publicaties van een deel van hun staf.

          Enig idee wanneer en met welke overwegingen er voor deze onwetenschappelijke neutraliteit gekozen is?

          Ik heb de directeur … weleens uitgelegd dat hij dan het instrument wordt van de luidst roepende.

          Precies!

      1. Ik wilde eerst retorisch vragen “moet dat dan?” en bedacht toen: als je het privilege hebt gehad te mogen promoveren, schept dat inderdaad verplichtingen.

        Voor beide is wel iets te zeggen.

        1. Frans Buijs

          En… Pecunia non olet. Er is blijkbaar een markt voor boeken over Julius Caesar in de lage landen. En cursussen.😉

          1. Ik weet niet of dat het motief is. Als je geld verdienen wil, ga je niet in de oudheidkunde werken en als dat toch je terrein is, maak je jezelf tot schrijvend verlengstuk van de erfgoedorganisaties, die geld hebben te verdelen en niet moe worden boeken en brochures over steeds weer dezelfde onderwerpen te laten vervaardigen. Buijtendorp wil niet steeds hetzelfde schrijven, heb ik de indruk, het is meer een zoeker. Iemand die ervan houdt uit te zoeken wat we nu feitelijk weten.

          2. FrankB

            Geld verdienen en zo je bestaanszekerheid garanderen met doen wat je leuk vindt en goed kan is een werkzaam recept voor een gelukkig, productief leven. “Pecunia non olet” vind ik daarom één van de stomste uitdrukkingen uit de Oudheid.

Reacties zijn gesloten.