
In zijn blog van 28 augustus over Augustinus schiet deze christelijke auteur volgens Jona Lendering “een stroman omver” omdat Augustinus in De Civitate Dei 3.2 (“Over de Stad van God”) gebruik zou maken van een retorische truc: “zoek een extreem standpunt, maak het belachelijk, en verdoezel dat het niet representatief is”. In 3.2 zou Augustinus de heidense goden via deze truc belachelijk willen maken.
Zo laat Homerus volgens Augustinus de god Neptunus “voor het nageslacht van Aeneas – en Rome is door diens nazaten gesticht – een grote toekomst profeteren.” Jona zegt hierover: “Dat Romulus en Remus afstamden van Aeneas, is natuurlijk nergens bij Homerus te lezen. Het was echter een bekende mythe, die Augustinus bekend kan veronderstellen.”
Bekende mythe
Hier schiet de filoloog de historicus te hulp. Homerus kent Romulus en Remus niet, maar deze profetie van Neptunus wordt wél door Homerus vermeld, in een passage die al sinds de Oudheid tot veel discussie heeft geleid. In Ilias 20.307-8 voorspelt Poseidon een grote toekomst voor Aeneas en zijn nakomelingen:
En nu zal de machtige Aeneas heersen over de Trojanen,
en de zonen van zijn zonen, die later geboren zullen worden.
(vert. De Roy van Zuydewijn)
Deze profetie wordt herhaald in de Homerische Hymne aan Aphrodite (5.196-9), zodat hier geen sprake kan zijn van een veel latere invoeging, die dan bijvoorbeeld het Romeinse imperium zou hebben moeten rechtvaardigen.
Problematische profetie
Maar Neptunus’ profetie vormde een probleem voor wie in een vlucht van de Trojanen naar het Westen geloofde (hoe en waar heerste Aeneas dan over de Trojanen na de Val?), maar zeker voor wie een verband legde tussen de Vlucht en de daarop volgende Stichting van Rome. Voor deze problemen werden al in de Oudheid ingenieuze oplossingen bedacht, zoals:
- er waren twee helden met de naam Aeneas, de een bleef in de Troas, de ander ging naar Italië;
- Aeneas keerde later weer terug uit Italië naar Troje, gaf zijn koninkrijk in Latium aan zijn zoon.
Zo bleef het mogelijk de waarheid van de profetie van Poseidon bij Homerus te handhaven.
Een alternatieve oplossing was de emendatie van de tekst, zoals geciteerd door de Griekse geograaf Strabo (64 v.Chr.-19 n.Chr.) in Geographica 13.1.53:
sommigen vervangen in de tekst van Homerus “over de Trojanen” (Τρώεσσιν) door “over allen” (πάντεσσι).
Met deze lezing zullen Aeneas en zijn nageslacht hun heerschappij dus niet tot de Trojanen beperken, maar “heersen over de gehele wereld”. De Trojanen zijn naar het Westen gevlucht en hebben daar een nieuw rijk gesticht.

Vergilius
Deze lezing vinden we bij Vergilius in de Aeneis (gecomponeerd tussen 29-19 v.Chr.). Vergilius koos voor de variant die in een aantal handschriften in de tekst van Homerus was opgenomen, of bedacht zelf deze variant, zoals hij ook Poseidon als spreker verving door Apollo, die in de Augusteïsche ideologie als god van de nieuwe “gouden tijd” een belangrijke rol heeft gespeeld. Apollo’s voorspelling luidt bij Vergilius als volgt:
Hic domus Aeneae cunctis dominabitur oris
Et nati natorum et qui nascentur ab illis.Daar zal het huis van Aeneas heersen over alle kusten der aarde, alsook de zoons van zijn zonen en wie uit hen weer zullen worden geboren. (Aen. 3.97-98; vert. Schwartz).
Poseidons problematische voorspelling bij Homerus is hier vervangen door Apollo’s aankondiging van de Romeinse wereldheerschappij, zoals deze uiteindelijk is gerealiseerd onder Augustus. De vraag of Augustinus zijn kennis ontleende aan Homerus of aan Vergilius durf ik hier niet te beantwoorden, maar de literaire traditie van ca. 850 v. – 412 n.Chr. toont aan dat zijn toeschrijving van Poseidons profetie aan Homerus geen ordinaire truc is geweest.
***
Een gastbijdrage van Hans Smolenaars. Binnenkort verschijnt zijn boek Vergilius, de toekomst voltooid, waarin hij meer voorbeelden geeft van de vaak politiek getinte intertekstuele verwijzingen in Vergilius’ gedichten. Dank je wel Hans!
Zulke bijdragen zou ik meer willen lezen. Archeologen komen wel met verhalen, misschien de verkeerde maar toch; classici zouden dat ook eens moeten gaan doen. En dan bedoel ik niet die bizarre Belgische betaalsite, die iets te duidelijk maakt dat het gaat om de centen, en niet om waarheid of schoonheid.
Ik waardeer dus Smolenaars!
Ik ook.
Ik moest een nadenken over wat je met die “bizarre Belgische betaalsite” bedoelde, maar ik snap het nu: https://hic-nunc.be/nl/. Ik denk ook dat het niet handig is desinformatie te bestrijden door goede informatie achter een betaalmuur te leggen, maar “bizar” gaat me een stap te ver.