Bastogne

Bastogne

Noord-Frankrijk: dat is zo’n gebied waar je doorheen reist op weg naar een echt buitenland. Tussen Brussel en Parijs liggen alleen graanvelden en pas daarna begint de grote wereld echt. Althans, zo ervoeren mijn zakenpartner en ik het en omdat we toch eens iets wilden doen aan die welbeschouwd onthutsende lacune in onze algemene ontwikkeling, zijn we een paar weken geleden geweest naar de Elzas, Lotharingen en Champagne.

Dan kom je eerst door de Ardennen, waar ik op mijn fietstocht in 1992 omheen ben gereden en waar ik nadien alleen Arlon een keer heb bezocht (op weg naar een echt buitenland). Nu wilden we Bastogne eens zien, de plaats waar in 1944 de Amerikaanse 101e Divisie de Duitsers heeft tegengehouden. U kent de anekdote wel over de Amerikaanse generaal die, op een Duits uitnodiging te capituleren, “nuts!” antwoordde. Terecht, want de Amerikanen zijn tijdens de slag om Bastogne altijd numeriek in de meerderheid geweest en verbleven, anders dan de belegeraars, in huizen, terwijl de Duitsers in het open veld lagen. Bij min drieëntwintig graden lijkt dat me wel zo comfortabel.

Lees verder “Bastogne”

Het Ardennenoffensief (9)

Bradley, Eisenhower en Patton
Na het Ardennenoffensief : Bradley, Eisenhower en Patton

[Dit is het laatste stukje over het Ardennenoffensief. Het eerste is hier.]

Een overwinning heeft vele vaders. Operatie Herbstnebel was vanaf het begin gedoemd, maar zou veel meer schade hebben kunnen aanrichten en duizenden doden extra hebben kunnen kosten, als generaal Eisenhower niet onmiddellijk had begrepen hoe ernstig de situatie was. Zonder af te doen aan de enorme verdienste van de Amerikaanse soldaten die op 16 december de eerste klap opvingen, de Duitse aanval vertraagden of zelfs blokkeerden: het was vooral Eisenhower die ervoor zorgde dat de Geallieerden met de schrik vrij kwamen en hun offensief naar Duitsland konden hernemen.

Een overwinning heeft vele vaders. Op 7 januari 1945 gaf Montgomery, die er – ondanks falende radio- en telefoonverbindingen – in was geslaagd langs de Maas een gecoördineerd leger op te bouwen en in de tegenaanval te gaan, een persconferentie waarin hij vertelde hoe de slag was verlopen. Niet zonder aan te geven dat de Amerikanen het eigenlijke gevecht hadden geleverd, beschreef hij hoe hij van Eisenhower het commando had gekregen over een deel van de Amerikaanse troepen, hoe hij die had gereorganiseerd, hoe hij daaraan geleidelijk – om de Amerikanen niet voor de voeten te lopen – Britse troepen had toegevoegd en uiteindelijk de strijd was aangegaan. Britse soldaten vochten nu met de Amerikanen mee, die harde klappen hadden gekregen.

Lees verder “Het Ardennenoffensief (9)”

Het Ardennenoffensief (8)

Duitse krijgsgevangenen
Duitse krijgsgevangenen

[Dit is het achtste van negen stukjes over het Ardennenoffensief, dat deze kerst zeventig jaar geleden plaatsvond. Het eerste is hier.]

We zagen gisteren dat de Amerikanen, hoewel ze erdoor werden verrast, het Duitse Ardennenoffensief vanaf het begin wisten te vertragen. Vervolgens slaagden ze er in de noordelijkste sector in om de aanval tegen te houden, terwijl wat verder naar het zuiden twee groepen tanks konden doorbreken maar uiteindelijk vastliepen door benzinegebrek, slechte weersomstandigheden en de aanhoudende weerstand.

Het leger waarvan de 82e Divisie deel uitmaakte, wist de doorgebroken SS-divisies al vanaf 22 december terug te duwen en dwong ze een dag later, toen de Geallieerden voor het eerst luchtsteun kregen, tot een aftocht naar het oosten. Tegelijk kwamen de troepen van Patton naar het noorden. Op 26 december ontzetten ze Bastogne. Op diezelfde dag was in het westen, bij Celles, het Geallieerde tegenoffensief ingezet.

Lees verder “Het Ardennenoffensief (8)”

Het Ardennenoffensief (7)

christmas
Amerikaanse soldaten met kerstboom

[Dit kerstverhaal is een vertaling van een passage uit Peter Caddick-Adams, Snow and Steel. Battle of the Bulge. 1944-45.]

Diep in het woud, in een afgelegen boerderij, woonde de familie Vincken, waar op kerstavond op de deur werd gebonsd. De twaalfjarige Fritz blies de kaarsen uit en opende de deur. Daar stonden twee verdwaalde GI’s, die een derde, gewonde kameraad met zich mee namen. Fritz’ moeder Elisabeth stond ze te woord. Er kon geen sprake van zijn dat ze hen de deur zou wijzen, welke straffen er ook waren – zelfs al stond het huis van de Vinckens ten oosten van de grens, in het door Duitsland geannexeerde deel van België. Fritz moest aardappelen halen en Hermann gaan zoeken, de door de familie vetgemeste haan.

Terwijl het diner werd bereid, werd er opnieuw op de deur gebonsd. “Nog meer verdwaalde Amerikanen,” dacht Fritz en deed de deur open. Dit keer stonden er vier soldaten, gekleed in slordig veldgrauw, die om onderdak vroegen. Elisabeth Vincken verwelkomde ze, wenste ze fröhliche Weihnachten en nodigde ze uit voor het diner dat ze al roken. Maar, zo zei ze, ze had nog andere gasten, “die jullie misschien niet zullen beschouwen als vrienden.”

Lees verder “Het Ardennenoffensief (7)”

Het Ardennenoffensief (6)

Bastogne, 23 december: heldere hemel (foto: Frank Capa)
Bastogne, 23 december: heldere hemel (foto: Frank Capa)

[Dit is het zesde van vermoedelijk negen stukjes over het Ardennenoffensief, dat vandaag zeventig jaar geleden zijn grootste uitbreiding kende. Het eerste is hier.]

Al op 16 december had Eisenhower besloten de reserve in te zetten, waartoe onder meer de 82e en 101e Divisie behoren, parachutisten die in Reims waren om bij te komen van de gevechten bij Nijmegen en in Noord-Brabant. De soldaten werden in vrachtwagens naar het noorden en naar het noordoosten gereden. De 82e Divisie, gecommandeerd door James Gavin, zou deel uitmaken van het leger dat de troepen van Jochen Peiper aanviel, hem op 22 december omsingelde en de volgende dag dwong naar het oosten uit te breken – met achterlating van al zijn zware materiaal. De 101e Divisie werd, omdat de eigenlijke generaal Maxwell Taylor in Washington was, gecommandeerd door Anthony McAuliffe en maakte een dollemansrit naar Bastogne, waar de divisie op 20 december aankwam – net op tijd om de strijd aan te gaan met twee pantserdivisies die eigenlijk op weg waren naar Dinant en Namen.

Het had anders kunnen lopen. Terwijl McAuliffes mannen vanuit het zuidwesten kwamen, naderde vanuit het oosten de Panzer Lehr-divisie, gecommandeerd door Fritz Bayerlein. Hij kon kiezen tussen drie wegen en vermoedde dat de twee best begaanbare zouden worden verdedigd door het garnizoen van Bastogne: soldaten van eenheden die zich hadden teruggetrokken toen het Duitse offensief was begonnen. Net als Allenby bij Megiddo besloot Bayerlein de moeilijkste weg te nemen, in de verwachting dat ze onverdedigd was. Hij liep er totaal vast en maakte rechtsomkeert naar het dorpje Mageret, waar hij enkele krijgsgevangen Amerikaanse verpleegsters vroeg voor de gewonden te zorgen. Eén ervan trok zijn aandacht, en terwijl hij met haar flirtte, trok de 101e Divisie Bastogne binnen. (Peter Caddick-Adams meldt in Snow and Steel dat is voorgesteld de vrouw een onderscheiding te geven “for fatally delaying Panzer Lehr’s advance into Bastogne”.)

Lees verder “Het Ardennenoffensief (6)”

Het Ardennenoffensief (5)

Het Ardennenoffensief
Het Ardennenoffensief

[Dit is het vijfde van naar het zich laat aanzien negen stukjes over het Ardennenoffensief, dat vandaag zeventig jaar geleden zijn grootste uitbreiding kende. Het eerste is hier.]

Een van de bizarste details uit Peter Caddick-Adams’ Snow and Steel is dat de Duitse soldaten nauwelijks beschikten over landkaarten en gebruik maakten van de toeristische Michelinkaarten, die een schaal hadden van 1:200.000. Ze waren altijd blij als ze Amerikaanse kaarten vonden, die 1:50.000 waren. Het vreemde is dat de Duitsers het belang van de Ardennen zowel in 1914 als 1940 hadden onderkend en alle gelegenheid hadden gehad om het goed te verkennen. Wat de verklaring ook zij, in 1944 benutte ook de Duitse infanterie de grote wegen, wat hun marsroutes voorspelbaar maakte – dat wil zeggen, toen de Amerikanen eenmaal over de verrassing heen waren en begrepen dat ze werden aangevallen.

Krinkelt
Krinkelt

De eigenlijke klap had in het noorden moeten vallen, waar het Duitse Zesde Leger van Sepp Dietrich vanaf Monschau richting Maas had moeten doorstoten. Het bestond uit twee strijdgroepen, waarvan de noordelijke Spa en Luik had moeten innemen en de zuidelijke had moeten doorstoten naar Hoei. Daarna zouden ze door Brabant moeten oprukken naar Antwerpen, maar geen van tweeën zou de Maas zelfs maar zien. Bij Rocherath-Krinkelt werd de noordelijke groep door twee Amerikaanse divisies, de Tweede en Negenennegentigste, tegengehouden en toen de Duitsers na tien dagen strijd de zaak meester leken, waren de Geallieerde versterkingen al in de buurt. Hiermee was het operationele doel van Herbstnebel gefrustreerd.

Lees verder “Het Ardennenoffensief (5)”

Het Ardennenoffensief (4)

[Dit is het vierde van naar het zich laat aanzien acht stukjes over het Ardennenoffensief, dat vandaag zeventig jaar geleden zijn grootste uitbreiding kende. Het eerste is hier.]

Ik liet u anderhalf uur geleden achter bij de Duitse troepen, die veel tijd verloren bij de oversteek van de Our, en bij Eisenhower, die nog op zaterdag 16 december 1944 begreep dat het menens was en de tegenaanval begon te coördineren. De eerste dag van het Ardennenoffensief was beslissend, zelfs al zou het eigenlijke offensief nog negen dagen duren, tot de Duitsers op Eerste Kerstdag vlakbij de Maas tot stilstand kwamen. Aan de zo belangrijke eerste gevechtsdag wijdt de Britse krijgshistoricus Peter Caddick-Adams in zijn onlangs verschenen boek Snow and Steel. Battle of the Bulge 1944-45 ruim 160 bladzijden.

Voor ik later vandaag verder ga met een beschrijving van de gebeurtenissen in de volgende twee weken (waaraan Caddick-Adams 229 bladzijden wijdt), eerst wat meer over dat boek. Deze reeks stukjes is namelijk ontstaan als een te lang uitgevallen recensie, zoals u wel merkt aan de titel. Het is een belangrijk boek. Voor het eerst in een jaar of twintig is er een actuele kritische analyse, vol nieuwe informatie, deels te danken aan hernieuwd archiefonderzoek.

Lees verder “Het Ardennenoffensief (4)”

Het Ardennenoffensief (3)

De Völkischer Beobachter over het Ardennenoffensief

[Dit is het derde van acht stukjes over het Ardennenoffensief, dat vandaag zeventig jaar geleden zijn grootste uitbreiding kende. Het eerste stukje is hier.]

Het Ardennenoffensief kón niet lukken. Het strategische doel, een afzonderlijke vrede met de westerse mogendheden, was niet haalbaar: Churchill en Roosevelt hadden afspraken met Stalin dat de oorlog zou doorgaan tot Berlijn was ingenomen en bovendien was de strategische zwakte van de westelijke Geallieerden, hun te lange aanvoerslijn, in oktober en november weggenomen. Het operationele doel, Antwerpen, was nauwelijks haalbaar. Dat de tactische doelen van Herbstnebel onhaalbaar waren, was, zoals we zullen zien, binnen een dag duidelijk.

Niet dat de Geallieerden vol vertrouwen de vijand konden opwachten. Een week lang belette het slechte weer de inzet van vliegtuigen, waardoor de Amerikanen en Britten een belangrijke steun moesten missen. Maar boven alles: er waren te weinig Amerikaanse troepen in deze sector. Generaal Omar Bradley had gemeend dat het terrein te onbegaanbaar was voor een grootschalige Duitse aanval, hoewel de Duitsers hier toch zowel in 1914 als in 1940 een doorbraak hadden geforceerd. Een andere Geallieerde fout was dat men teveel vertrouwde op wat men meende te weten dat er in het Derde Rijk gebeurde: de Britten hadden immers de Enigma-codes gebroken waarmee de Duitsers hun radioberichten versleutelden, maar realiseerden zich niet dat hun tegenstanders inmiddels op Duitse bodem waren, waar ze gebruik maakten van gewone telefoonverbindingen.

Lees verder “Het Ardennenoffensief (3)”

Het Ardennenoffensief (2)

Hitler en zijn staf (najaar 1944)
Hitler en zijn staf (najaar 1944)

In mijn vorige stukje gaf ik aan dat de Duitsers hoopten met het Ardennenoffensief, dat vandaag zeventig jaar geleden zijn grootste uitbreiding kende, hoopten te bereiken dat de Amerikanen en Britten zouden besluiten te onderhandelen. Ik vertelde ook dat de Duitsers door hun beperkte middelen gedwongen waren in december ten aanval te gaan, als de Geallieerden het niet verwachtten.

In de weken waarin de plannen voor operatie Wacht am Rhein werden gemaakt, veranderde de situatie echter zó dat de aannames waarop de planning was gebaseerd, niet langer juist waren. In de eerste plaats: de Geallieerde opmars was begin september tot stand gekomen doordat de aanvoerlijnen te lang waren geworden. Eind november was de situatie echter sterk verbeterd dankzij de enorme logistieke operatie die bekendstaat als de Red Ball Express. De Britse en Amerikaanse tanks hadden weer benzine, de impasse in de Geallieerde opmars was voorbij.

Lees verder “Het Ardennenoffensief (2)”

Het Ardennenoffensief (1)

Kaartje van het Ardennenoffensief (Amerikaanse Militaire Begraafplaats Margraten)
Kaartje van het Ardennenoffensief (Amerikaanse Begraafplaats Margraten)

Als u deze kleine blog vandaag komt bezoeken omdat u verwacht iets te lezen over de historische achtergronden bij het kerstverhaal, dan moet ik u teleurstellen. Daarover is elders voldoende gepubliceerd. Judith Weingarten neemt hier het woord; over de ster van Betlehem schreef ik al eens eerder en Govert Schilling pakt er daar nog eens over uit; tot slot is hier een sympathiek stuk over de os en de ezel.

Vandaag wil ik het hebben over het Ardennenoffensief. Ik ben er niet zo voor dingen te herdenken omdat ze toevallig een mooi rond getal geleden zijn gebeurd, maar er is momenteel zó weinig aandacht voor de gebeurtenissen van december 1944 dat ik het toch doe. Ik weet dat kerstmis voor veel mensen een tijd is waarin ze denken aan “vrede op aarde” en waarin hun hoofd niet staat naar krijgsgeschiedenis, maar het kan niet zo zijn dat wie eind december om het leven komt, nooit wordt herdacht. Vandaar.

Lees verder “Het Ardennenoffensief (1)”