Een nieuwe benadering van Julius Caesar

Jona wees al even op mijn nieuwe boek De Caesarroute dat verschijnt bij de Caesarexpositie in H’ART Museum in Amsterdam. Geen catalogus, maar een verhaal dat uitnodigt na een eerste kennismaking met Julius Caesar in Amsterdam, aan de wandel te gaan om de kennismaking te verdiepen. Het kan dus ook los van elkaar, maar de combinatie is wel zo aardig.

Een lage vindkans

Hoewel geschreven als een wandelgids voor een breed publiek, staat route ook voor een systematische benadering van het onderzoek naar Julius Caesar in de Lage Landen. Belangrijke uitdaging is wat ik de ‘schoenspijker in de hooiberg’ noem. Het goede nieuws is dat sinds 2008 bekend is dat Caesars soldaten uitzonderlijk grote schoenspijkers onder hun schoeisel droegen, waardoor ze te dateren zijn. Een kort erop in 2010 bij het Duitse Limburg an der Lahn gevonden kamp, is dankzij de vondst van die schoenspijkers met zeer grote waarschijnlijkheid aan de tijd van Caesar gekoppeld. Maar hoewel door de aanleg van een snelweg een flink deel van twee van zijn kampen is opgegraven, leverde dat slechts drie dateerbare schoenspijkers op. Ook de andere minder goed dateerbare vondsten zijn schaars, waaronder wat scherven en slechts één munt. Per vierkante meter opgraving van een kamp van Caesar is de kans iets dateerbaars uit zijn tijd te vinden zeer klein.

Lees verder “Een nieuwe benadering van Julius Caesar”

Bastogne

Bastogne

Noord-Frankrijk: dat is zo’n gebied waar je doorheen reist op weg naar een echt buitenland. Tussen Brussel en Parijs liggen alleen graanvelden en pas daarna begint de grote wereld echt. Althans, zo ervoeren mijn zakenpartner en ik het en omdat we toch eens iets wilden doen aan die welbeschouwd onthutsende lacune in onze algemene ontwikkeling, zijn we een paar weken geleden geweest naar de Elzas, Lotharingen en Champagne.

Dan kom je eerst door de Ardennen, waar ik op mijn fietstocht in 1992 omheen ben gereden en waar ik nadien alleen Arlon een keer heb bezocht (op weg naar een echt buitenland). Nu wilden we Bastogne eens zien, de plaats waar in 1944 de Amerikaanse 101e Divisie de Duitsers heeft tegengehouden. U kent de anekdote wel over de Amerikaanse generaal die, op een Duits uitnodiging te capituleren, “nuts!” antwoordde. Terecht, want de Amerikanen zijn tijdens de slag om Bastogne altijd numeriek in de meerderheid geweest en verbleven, anders dan de belegeraars, in huizen, terwijl de Duitsers in het open veld lagen. Bij min drieëntwintig graden lijkt dat me wel zo comfortabel.

Lees verder “Bastogne”

Het Ardennenoffensief (6)

Bastogne, 23 december: heldere hemel (foto: Frank Capa)
Bastogne, 23 december: heldere hemel (foto: Frank Capa)

[Dit is het zesde van vermoedelijk negen stukjes over het Ardennenoffensief, dat vandaag zeventig jaar geleden zijn grootste uitbreiding kende. Het eerste is hier.]

Al op 16 december had Eisenhower besloten de reserve in te zetten, waartoe onder meer de 82e en 101e Divisie behoren, parachutisten die in Reims waren om bij te komen van de gevechten bij Nijmegen en in Noord-Brabant. De soldaten werden in vrachtwagens naar het noorden en naar het noordoosten gereden. De 82e Divisie, gecommandeerd door James Gavin, zou deel uitmaken van het leger dat de troepen van Jochen Peiper aanviel, hem op 22 december omsingelde en de volgende dag dwong naar het oosten uit te breken – met achterlating van al zijn zware materiaal. De 101e Divisie werd, omdat de eigenlijke generaal Maxwell Taylor in Washington was, gecommandeerd door Anthony McAuliffe en maakte een dollemansrit naar Bastogne, waar de divisie op 20 december aankwam – net op tijd om de strijd aan te gaan met twee pantserdivisies die eigenlijk op weg waren naar Dinant en Namen.

Het had anders kunnen lopen. Terwijl McAuliffes mannen vanuit het zuidwesten kwamen, naderde vanuit het oosten de Panzer Lehr-divisie, gecommandeerd door Fritz Bayerlein. Hij kon kiezen tussen drie wegen en vermoedde dat de twee best begaanbare zouden worden verdedigd door het garnizoen van Bastogne: soldaten van eenheden die zich hadden teruggetrokken toen het Duitse offensief was begonnen. Net als Allenby bij Megiddo besloot Bayerlein de moeilijkste weg te nemen, in de verwachting dat ze onverdedigd was. Hij liep er totaal vast en maakte rechtsomkeert naar het dorpje Mageret, waar hij enkele krijgsgevangen Amerikaanse verpleegsters vroeg voor de gewonden te zorgen. Eén ervan trok zijn aandacht, en terwijl hij met haar flirtte, trok de 101e Divisie Bastogne binnen. (Peter Caddick-Adams meldt in Snow and Steel dat is voorgesteld de vrouw een onderscheiding te geven “for fatally delaying Panzer Lehr’s advance into Bastogne”.)

Lees verder “Het Ardennenoffensief (6)”