Lahore, Food Street

Lahore (rechtsonder de luchthaven; de rivier die van rechtsboven naar linksonder stroomt is de Ravi, de antieke Hydraotes)

Huub Eggen postte een mooie satellietfoto van Lahore – zie hierboven; hier is het origineel – en ineens moest ik denken aan een gebeurtenis, jaren geleden, in die stad. Mijn zakenpartner en ik reisden “in de voetstappen van Alexanderdoor Pakistan en hadden onze ogen al de kost gegeven Taxila en het slagveld aan de Hydaspes. Het was allemaal adembenemend maar een nachtvlucht, een bombardement aan indrukken en een drukkende hitte trokken wel een wissel.

We waren doodmoe aangekomen in Lahore. Dat was de oude hoofdstad van Alexanders tegenstander, een radja genaamd Poros. De volgende dag wilden we het beroemde museum bekijken (zie Rudyard Kiplings Kim, openingszin), waar we de mooiste voorbeelden zouden zien van geschiedvervalsing en van Gandara-kunst, ofwel de kunst van de Grieks-boeddhistische samenleving die hier heeft bestaan. Denk aan prachtige munten van Zeus die zijn donder laat rollen.

Lees verder “Lahore, Food Street”

Zamzam

Lahore

Het achttiende-eeuwse kanon hierboven, dat bekendstaat als Zam Zammah of Zamzam, staat in Lahore recht tegenover het oudheidkundig museum, waarover ik al eens eerder blogde. De man die daar in 1875 als directeur aantrad had een zoon van een jaar of tien, die later terug zou kijken op zijn jeugd én het kanon:

He sat, in defiance of municipal orders, astride the gun Zam Zammah on her brick platform opposite the old Ajaib-Gher – the Wonder House, as the natives call the Lahore Museum. Who hold Zam-Zammah, that ‘fire-breathing dragon’, hold the Punjab, for the great green-bronze piece is always first of the conqueror’s loot.

Die directeur heette John Lockwood Kipling, zijn zoon heette Rudyard en de geciteerde regel is de openingszin van Kim (1901).

Gandara-kunst

Athena (Museum Lahore)
Athena (Museum Lahore)

Dat dit beeldje de Griekse oorlogsgodin Athena voorstelt, zal niet de meest verrassende mededeling zijn die ik kan doen, maar de vindplaats is wel verrassend: in de Punjab, in het noorden van Pakistan. Het beeldje is nu te zien in het museum van Lahore, dat u misschien kent omdat het wordt genoemd op de eerste bladzijde van Rudyard Kiplings roman Kim: “the old Ajaib-Gher – the Wonder House, as the natives call the Lahore Museum”. (Ook het kanon waarop Kim “in defiance of municipal orders” zit, bestaat echt.)

Anders dan men wel eens leest, heeft de Griekse aanwezigheid in de Punjab niet rechtstreeks te maken met de veldtocht van Alexander de Grote (326 v.Chr.). Die kwam, zag, overwon en vertrok. Toen hij drie jaar na zijn overwinning aan de rivier de Jhelum overleed, was de Indusvallei in feite ontruimd en het meest blijvende resultaat was dat een jonge Indische krijger, Chandragupta, had gezien hoe je een leger organiseerde. Hij volgde het voorbeeld van Alexander en stichtte het Maurya-rijk, dat onder zijn kleinzoon Asoka heel India omvatte. Hier bloeide het boeddhisme.

Lees verder “Gandara-kunst”

Geschiedvervalsing in Lahore

lahore

Te voorbereiding van mijn boek over Alexander de Grote bezocht ik in 2004 Pakistan. Ik schreef al eens over die fantastische reis.

Fantastisch was ook de landkaart van Alexanders veldtocht door de Punjab, die hierboven is te zien. De pijltjes geven de expeditie aan: linksboven ligt Herat in Afghanistan, dan naar het zuiden naar Kandahar, vervolgens richting Kabul en dan, na een expeditie in wat nu Oezbekistan heet, naar het oosten. De inzet op het landkaartje toont de Swatvallei, vervolgens is er het bezoek aan de hoofdstad Taxila, het oversteken van de rivier Jhelum bij Nikaia (“overwinningsstad”), de expeditie naar het zuidoosten, de terugkeer naar Nikaia en vervolgens de tocht stroomafwaarts naar het zuiden.

Lees verder “Geschiedvervalsing in Lahore”

Arm Pakistan

Pakistanen zijn ontzettend aardig.

Er zijn tientallen redenen om een hekel te hebben aan vliegen, maar de veiligheid van het vliegtuig zélf heeft mij nog nooit zorgen gebaard. Zelfs niet in Iran, dat geen reserveonderdelen mag kopen voor zijn verouderde luchtvloot.

De uitzondering was de vlucht van Multan naar Peshawar. De luchthaven was prima geweest, met een opvallend goede airconditioning (niet onbelangrijk in een stad waar we nog de voorgaande dag waren begroet met “wat een geluk dat het niet zo heet meer is, het is nog maar 48 graden”). Maar toen kwam het vliegtuig. Je staart uit het raam, je kijkt over de vleugel en je ziet een hele reek lege nagelgaten.

Lees verder “Arm Pakistan”