Een geschiedenis van Syracuse (3)

Kop van Silenos (Museo archeologico regionale Paolo Orsi, Syracuse)

[Dit is het derde deel van een zesdelige reeks over de geschiedenis van de voornaamste stad van het antieke Sicilië, Syracuse. Het eerste stukje was hier en een landkaartje is daar.]

Dionysios I

Dionysios werd tyran van Syracuse in het crisisjaar 405, en versterkte zijn positie door te trouwen met een dochter van Hermokrates. Hij had de macht gekregen omdat hij had beloofd de Karthagers te verslaan – en dat was nogal een opgave, aangezien ze inmiddels Selinous, Himera en Akragas hadden ingenomen. Inmiddels belegerden ze Gela. Dionysios trok meteen ten strijde, maar werd verslagen. Zijn eigen soldaten zouden hem hebben afgemaakt als hij niet beschermd was geweest door zijn huurlingen.

De Karthagers hadden alleen Kamarina, Leontinoi, Syracuse en het noordoostelijke deel van Sicilië nog niet bezet, maar er was redding op komst voor de Griekse steden. Een nare ziekte teisterde het Karthaagse leger en dwong beide partijen tot onderhandelingen en vrede. De door Karthago veroverde steden moesten voortaan tribuut betalen aan hun nieuwe meester.

Lees verder “Een geschiedenis van Syracuse (3)”

De jongeling van Motya

De jongeling van Motya

Helemaal in het westen van Sicilië ligt, tussen Marsala en Trapani, een enorme lagune. Middenin ligt een eilandje, ongeveer twee vierkante kilometer groot, waarop een Fenicische stad ligt. Die is aan het begin van de vierde eeuw v.Chr. door een leger uit Syracuse verwoest, waarna de bewoners zich vestigden in Marsala en Trapani als haven inrichtten. Lange tijd was Motya, zoals het eilandje heet, de enige Fenicische stad die was opgegraven; later is daar Kerkouane in Tunesië bij gekomen.

De eerste archeoloog op Motya was overigens Heinrich Schliemann, die het er snel had bekeken. De feitelijke opgraver is Joseph Whitaker (1850-1936), wiens villa nu een museum is. Een naar hem genoemde stichting graaft er, als ik het wel heb, nog altijd. In elk geval staat het bovenstaande, in 1979 gevonden, standbeeld in het Museum Giuseppe Whitaker. Ik ben er drie keer geweest; pas de laatste keer had het een eigen zaal. De hamvraag: wat stelt de “giovane di Motya” voor?

Lees verder “De jongeling van Motya”

Sarcofaag en masker

Fenicische portretkunst op een Romeinse sarcofaag, Tripoli

In een poort in het Kruisvaarderskasteel dat boven de Libanese stad Tripoli uittorent, staan enkele grauwe Romeinse sarcofagen opgesteld. Ik hoorde dat ze van de Akkarvlakte komen. Ik weet niet hoe ze er zijn gekomen en kan ze niet preciezer dateren dan in de eerste drie eeuwen van onze jaartelling, maar ik weet toevallig wel dat plunderaars de bovenstaande sarcofaag hebben beschadigd door te proberen met een slijptol de zes afbeeldingen los te maken van de rest van de lijkkist.

Met hun flaporen, grijnslach en gestileerde kapsel ogen de mensen wat klungelig geportretteerd. Ik had nog nooit zoiets gezien. Dat wil zeggen: op een Romeinse sarcofaag. Maar zó vreemd zijn deze portretjes niet: ze lijken te staan in een oudere traditie, zoals u hieronder ziet.

Lees verder “Sarcofaag en masker”

Kothon

De kothon in 2004, toen men het bassin beschouwde als een oorlogshaven. Men liet er veel water in.
De kothon in 2004, toen men het bassin beschouwde als een oorlogshaven. Men liet er veel water in.

In het westen van Sicilië ligt, in een grote lagune, het eilandje San Pantaleone ofwel Motya. Het gehele oppervlak wordt ingenomen door de ruïnes van een grote en redelijk bewaarde Fenicische stad. Je ziet hier meer van de cultuur van dat zeevaardersvolk dan in zijn thuisland Libanon. Het is ook een van de mooiste mij bekende opgravingen: je waant je er in een enorme, verwilderde tuin.

Aan de zuidelijke kust ligt de zogeheten “kothon”, die ik nu even zal omschrijven als een vierhoekig, door mensen gemaakt waterbassin dat in contact staat met de zee. Het meet zo’n veertig bij vijftig meter. De vraag is: wat is dit van vijver?

Lees verder “Kothon”