Het was 8 oktober 1982 en we verzamelden ons in Arnhem op het station. Niet het schitterende nieuwe station, maar het oude, met de zo opvallende reclame van de RVS. We, dat was een 5-VWO-klas van het Veluws College in Apeldoorn, die onder leiding van meneer Johannesma op excursie ging naar Rome.
Ik had vooruitgezien naar mijn eerste bezoek aan de Italiaanse hoofdstad. Ik kon alle gebouwen op het Forum Romanum al noemen, wist dat ik in de vrije middag naar de Capitolijnse Musea én de Villa Giulia wilde, en was een van degenen die al wat Italiaans hadden geleerd. Het cliché “de eeuwige stad” kon ik toen al niet harden, al heb ik het natuurlijk weleens gebruikt.
De trein! Daar had ik al een tijdje niet over geschreven, hoewel dat toch de populairste stukjes zijn op deze blog. Ik zal u niet teleurstellen: hier is een nieuwe aflevering. Ik ging heen en weer naar Bergen. En ik nam een fiets mee.
Romeins Wallonië heeft, zoals u zich wellicht herinnert, mijn professionele belangstelling. Het idee was om om 11:28 te vertrekken vanaf Amsterdam-Zuid en dan op Schiphol over te stappen op de internationale trein naar Brussel. Daarvandaan wilde ik verder fietsen door het gebied van de Romeinse heerbaan en zo zou ik aan het begin van de avond Bergen bereiken.
De trein heen
Behalve dat de internationale trein tussen Schiphol en Rotterdam niet reed. En ik een gewone NS-trein naar Rotterdam moest nemen. Wat geen gevolgen had voor mijn trein naar Schiphol. Waar bleek dat de NS-treinen allemaal vertraagd waren. Zodat ik een boemel moest nemen naar Leiden. Waar ik kon overstappen op een trein naar Rotterdam. Waar ik gelukkig wel een plek vond in de internationale trein. Die vervolgens niet vertrok omdat er geen machinist was. Waarna er een reservemachinist kwam. Die de trein uiteindelijk naar Brussel reed. Ik had een goed boek bij me, dus mijn humeur bleef opperbest.
O ja, de trein. Al een tijd niet over geschreven. Ik zal de schade even inhalen. U bent het ten slotte van me gewend.
De leutige conducteur
Elke conducteur leest, als de trein ergens aankomt, een verhaaltje voor. Dat je je bagage moet meenemen, dat je moet uitchecken. Dat is een standaardpraatje maar sommige conducteurs vinden het prettiger het op hun eigen manier te vertellen. Zo ook in de trein die mij onlangs bracht naar Schagen. Op zeker moment riep de conducteur “Heerhugowaard” om en ik keek verstrooid uit het raam. Wat leken al die Vinexwijken toch op elkaar, dacht ik, maar de consequentie zonk niet bij me in omdat de conducteur niet zijn standaardriedeltje afdraaide maar iets origineels zei dat mijn aandacht vroeg. Even later zette de trein zich in beweging en begreep ik waarom die stadswijk me zo bekend was voorgekomen: ik was in Schagen.
(Advies aan de conducteurs: doe geen eigen verhaal. Ik waardeer de persoonlijke noot wél maar het leidt af. Zeg wat je zeggen moet goed.)
Ik was niet de enige die in Anna Paulowna uitstapte om terug te sporen naar Schagen. Als om in te wrijven dat de Nederlandse Spoorwegen lak aan hun reizigers hebben, reed de trein die we moesten hebben, recht voor onze neus weg.
Toen ik door iemand met een auto werd afgehaald, stonden er nog mensen op het perron. Het regende zachtjes. Het kleine restaurantje op het perron waar je anders even een bak troost pakt, was gesloten.
Al een tijdje heb ik niet over de Nederlandse Spoorwegen geschreven. Ik wil niet steeds hetzelfde moeten schrijven. Maar vandaag keer ik toch even terug naar mijn oude stiel. Meer precies: ik keer terug naar dinsdag 11 februari, als ik laat in de avond terugkom uit Dronten. De trein komt niet verder dan Almere want er is door de storm iets op het spoor gewaaid. Kan gebeuren.
Het omineuze “De NS zet bussen in” klinkt en je weet: dit gaat nog lang duren. Beneden in de stationshal staan al tientallen mensen te wachten. Een vrouw klaagt dat de beloofde bus al een uur te laat is en ik zie twee zwarte mensen asgrauw worden. Ik begrijp dat ze een urgente afspraak hebben in Amsterdam en omdat ik écht op tijd in bed wil liggen, besluiten we een taxi te delen. Ik zal u de onsmakelijke ruzie tussen de taxichauffeurs besparen en me beperken tot de constatering dat ik €95 lichter ben als ik afscheid neem van mijn twee Nigeriaanse reisgenoten.
De hel, dat is de spoorverbinding tussen Amsterdam en Utrecht. Toen er zes treinen per uur gingen rijden, leek het even te verbeteren, maar het blijft desondanks gierend druk in die trein, of je vanuit Amsterdam nu vanaf Zuid of vanaf CS vertrekt. Een zitplaats vind je eigenlijk nooit, de stiltecoupé is een oorlogszone en je bent helemaal aan de goden overgeleverd als je ook nog een fiets moet meenemen. Wat regelmatig gewoon noodzakelijk is, bijvoorbeeld als ik bij mijn uitgever moet zijn.
Ik ben weleens om zes uur opgestaan om naar Utrecht te fietsen omdat ik anders domweg daar niet op tijd kon zijn. Nu zal ik heus geen zout leggen op elke openbaarvervoerslak, geef ik ook weleens complimenten als een conducteur een pluim verdient en kan ik zo nu en dan best reizen zonder zitplaats, maar het moet me toch van het hart dat het openbaar vervoer faalt als je alleen op je bestemming kunt komen door voor dag en dauw veertig kilometer te gaan fietsen. Dan is er de facto geen openbaar vervoer.
In Amsterdam waarschuwt het Gemeentelijk Vervoerbedrijf dat het onvoldoende materiaal inzet.
Ik hoop althans maar dat dit is bedoeld als een waarschuwing. Het is natuurlijk niet uit te sluiten dat er ergens een reclamebureau is geweest dat op een leutige avond heeft bedacht dat Amsterdammers het wel geinig zullen vinden in een veel te drukke stad te wonen. En dat Amsterdammers het plezierig vinden te moeten reizen in een overvolle tram.
Met de trein naar Leeuwarden, als je daar rond 9:00 uur moet zijn, dat is sowieso vroeg opstaan, want je moet om 6:42 de trein hebben vanaf Amsterdam-Zuid. Extra complicatie is dat er momenteel rond Zwolle geen treinen rijden en dat je met een bus moet: je zult moeten luisteren naar de muziek waar de chauffeur je naar laat luisteren, je zult niet kunnen werken op je laptop en je moet maar hopen dat je de fiets mag meenemen die voor je werk onontbeerlijk is.
De trein is wat vertraagd. Je stapt in, met een koffer en een fiets. Er zit een echtpaar op de voor fietsen gereserveerde plek. Ze hebben nogal wat koffers bij zich. Je begint uit te leggen dat ze daar beter niet hadden kunnen gaan zitten omdat daar de fietsen moeten staan, maar ze maken je duidelijk dat ze er niet weg willen. Jij moet, zo suggereren ze, je fiets maar neerzetten vóór ze.
Internationale trein met omgekeerde rijtuigvolgorde
Ik wil niet al te vaak schrijven over ellende op het spoor. Zoveel sympathie heb ik wel met het overbelaste en onderbetaalde personeel van het voormalige rijksspoorwegbedrijf. Zij kunnen er ook weinig aan doen. Zoals vandaag [ik schrijf dit op zaterdag], toen ik iets meemaakte dat in zijn knulligheid eigenlijk ook wel weer grappig is. En tegelijk o zo representatief voor de dagelijkse gang van zaken op het spoor.
Ik reisde, ietwat ziek, van Amsterdam-Zuid naar mijn moeder in Apeldoorn. Fiets mee. De trein zou om 10:15 vertrekken. Keurig op tijd stond ik op perron twee. Op het bord stond mijn trein aangekondigd. Alles leek naar wens te gaan en omdat juist dat in hoge mate verdacht is, controleerde ik de app op mijn telefoon. Die meldde dat de trein drie minuten vertraagd zou zijn. Dat was niet schokkend en het viel zelfs mee, want kijk, daar kwam de trein al aanrijden.
Gisteren ging ik even voor half elf weg uit Bussum, met het voornemen terug naar Amsterdam te fietsen. Ik was niet helemaal goed in orde en toen ik langs het station reed, besloot ik toch maar met de trein te gaan. Maar ach, toen ik zag dat de trein pas vijfentwintig minuten later zou vertrekken, besloot ik toch te fietsen, minimaal tot Weesp. Ik haat wachten.
En zo stond ik stipt 22:30 aan de Comeniusslaan, bij de overweg, waar de bomen net naar beneden kwamen. Ik besloot er niet onderdoor te glippen en te wachten. Achteraf was dat een cruciale fout. De slagbomen gingen namelijk niet meer open.
Op maandagavond moest ik naar Hoorn. De NS zetten een te korte trein in. Des te erger omdat het autoverkeer stil stond in de Coentunnel en allerlei forenzen hun auto bij Sloterdijk neerzetten om met de trein te gaan. De trein was dus te vol en ik kon niet mee. Een latere trein nam me mee naar Zaandam, maar die arriveerde daar te laat om nog te kunnen overstappen op de trein die ik daar naar Hoorn had willen nemen. Een taxi dus maar.
Door ervaring wijs geworden reis je twee treinen van te voren, maar het haalt dus niks uit.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.