
In het vorige stuk zagen we dat de Romeinse generaal Lucius Cornelius Sulla, voordat hij naar de oorlog tegen Mithridates VI Eupator van Pontus was afgereisd, de macht had gegeven aan de Senaat. Op de revolutie volgde een contrarevolutie, want toen Sulla nog maar nauwelijks was vertrokken, grepen zijn tegenstanders hun kans.
De Eerste Burgeroorlog: Cinna versus Sulla
De Volksvergadering hernam haar rechten en wees haar oude leiders opnieuw aan. Velleius Paterculus oordeelt:
Vervolgens betraden Lucius Cornelius Cinna voor de tweede maal en Gaius Marius voor de zevende maal het ambt van consul, een blamage voor zijn vorige zes maal. Maar bij het begin ervan werd hij ernstig ziek en zo kwam een eind aan het leven van een man die in oorlog de grootste tegenstander was van de vijanden en in vrede van zijn medeburgers. (Romeinse Geschiedenis 2.23; vert. Hunink)
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.