MoM | Palimpsesten en verkoolde boekrollen

Fragmenten van de Derveni-papyrus (Archeologisch Museum, Thessaloniki)

Een oudheidkundige beschikt over ruwweg drie soorten data: teksten, archeologische vondsten en etnografische vergelijkingen. Je kunt het DNA daar als vierde aan toevoegen en er is informatie die in beide groepen valt – een opgegraven inscriptie, papyrus, munt of kleitablet is zowel tekst als vondst – maar dit is het wel zo ongeveer. Sommige databestanden groeien snel, zoals de verzameling archeologische vondsten; andere groeien wat langzamer, zoals het aantal kleitabletten; en weer andere data-categorieën zijn stabiel. Er zit althans nauwelijks groei in het aantal Griekse en Latijnse literaire teksten.

Maar toch, er zijn palimpsesten: stukken perkament waar de oorspronkelijke tekst van is afgeschraapt om het opnieuw te kunnen beschrijven, zodat er onder een goed leesbare tekst nog een oudere, minder goed leesbare tekst zit. De beroemdste recente palimpsest is de Archimedes-codex: een dertiende-eeuws gebedsboek, geschreven op bladzijden waarop twee onbekende traktaten van de Griekse geleerde Archimedes te lezen waren.

Lees verder “MoM | Palimpsesten en verkoolde boekrollen”

Seleukos en Alexanders diadeem

Seleukos I Nikator (Nationaal Archeologisch Museum, Napels)

In het oude Nabije Oosten droegen de heersers lange tijd geen kronen maar fraai bewerkte haarbanden, die we gemakshalve diademen noemen. Alexander de Grote nam het gebruik over, wat des te eenvoudiger was omdat de Grieken en Macedoniërs al de gewoonte hadden zich bij feestelijke gelegenheden te bekransen. Denk aan lauwerkansen. Dat een diadeem een eigenlijk vrij alledaags voorwerp was, belette niet dat de mensen er destijds een bijna magische kracht aan toeschreven. Wee degene die, zonder te zijn erkend als heerser, een koninklijke diadeem ombond.

De Griekse schrijver Arrianus, die in het zevende boek van zijn Anabasis de laatste levensmaanden van Alexander beschrijft, vertelt dat hij een anekdote aantrof in zowel de biografie die Alexanders officier Aristoboulos schreef als enkele niet andere, niet nader geïdentificeerde bronnen. De (wat aangepaste) vertaling is van Simone Mooij.

Lees verder “Seleukos en Alexanders diadeem”