Dood in Babylon (5)

Alexander als wereldheerser (Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis, Brussel)

[Het is vandaag op de kop af 2336 jaar geleden dat in Babylon Alexander de Grote stierf. Alle reden om een oud artikel over de grote veroveraar, ooit verschenen in Spiegel Historiael, online te plaatsen. Hier is het slot. Deel een was hier.]

Wat te maken van deze gebeurtenis? Om te beginnen is het geruststellend dat we drie bronnen hebben, die elkaar weliswaar hier en daar tegenspreken, maar op het belangrijkste punt overeenstemmen. We hebben drie onafhankelijke getuigen die beweren dat een gevangene op de troon ging zitten, dat hij werd terechtgesteld en dat Alexander vervolgens geëmotioneerd was. We kunnen de mysterieuze gebeurtenis niet met absolute zekerheid interpreteren, maar Ptolemaios’ verslag biedt een belangrijke aanwijzing.

Hij zegt dat de onbekende op de troon, die bij hem Dionysios heet, beweerde te zijn vrijgelaten door de oppergod. Inderdaad waren de geestelijken van de tempel van Marduk bevoegd gevangenen vrij te laten. Dit suggereert dat de chaldeeën, die ook op de loonlijst van dit heiligdom stonden, er meer van hebben geweten, en we kennen een oud-oosters gebruik dat vrijwel exact voldoet aan de drie beschrijvingen: het ritueel van de substituutkoning.

Een zon- of maansverduistering was voor een koning levensgevaarlijk, maar gelukkig konden de Babylonische astronomen dergelijke fenomenen min of meer voorspellen. Op gevaarlijke dagen kon de koning de macht overdragen aan een ander, in de regel een veroordeelde of een geestelijk gehandicapte, die het koninklijke gewaad aantrok en op de troon ging zitten. Het voorteken zou dan, zoals Diodoros schrijft, “op hem worden afgewenteld”. Na een dag of twee werd hij weer afgezet en zorgde de beul ervoor dat het onheil hem inderdaad trof.

Het heeft er sterk de schijn van dat dit ook in Babylon is gebeurd. De chaldeeën wisten dat, als ze geen tegenmaatregelen namen, Alexanders dood na acht jaar onafwendbaar was. Eerst adviseerden ze hem weg te blijven uit de hoofdstad – niet omdat ze geld hadden verduisterd, maar omdat ze loyaal waren en niet wilden dat de koning zou sterven. Alexander ging akkoord en gelastte de herbouw van de Etemenanki om de goddelijke toorn af te wenden. Daarmee leek het gevaar geneutraliseerd, maar de koning kwam terug op zijn besluit en ging Babylon toch binnen.

Nu namen de chaldeeën een tweede maatregel. Ze lieten – vermoedelijk op de omineuze twaalfde mei – een gevangene vrij en lieten hem plaatsnamen op de troon, gekleed in een koningsmantel, en adviseerden Alexander de substituutkoning ter dood te brengen.

Maar het mocht niet baten. Korte tijd later werd Alexander, nog altijd gedeprimeerd, zonder vertrouwen in de goden en achterdochtig tegenover zijn vrienden, ernstig ziek. Op 11 juni 323, tegen het einde van de middag, gaf de grootste veroveraar uit de westerse geschiedenis de geest.

Het wetenschappelijk paradigma van de chaldeeën was volledig bevestigd. Ze waren er echter niet de mannen naar om zich op hun successen te laten voorstaan. Die avond noteerde de astronoom van dienst met wetenschappelijke afstandelijkheid dat “de koning stierf en bewolking het onmogelijk maakte waarnemingen te doen”.

Literatuur

Het enige boek dat het oosterse materiaal behandelt is, in alle bescheidenheid, mijn eigen Alexander de Grote (2004), waarvan ik alleen maar kan hopen dat het de middelmaat overstijgt. Wie nog meer wil weten, kan terecht bij: R.J. van der Spek, “Darius III, Alexander the Great and Babylonian scholarship” in: Achaemenid History 13 (2003), 289-346.

Deel dit:

3 gedachtes over “Dood in Babylon (5)

  1. jan-willem

    Dank je wel Jona, voor je interessante stukken! Ikzelf heb ooit Robin Lane Fox’ over Alexander de Grote gelezen. Het is ‘narrative history’ en begint met de hypothese dat Alexanders moeder Filip van Macedonië vermoord zou hebben zodat haar (nog jonge zoon) koning kon worden. Hoe hoog – of laag – schat jij dat boek in? Is het inmiddels gedateerd?
    Jan-Willem

  2. mnb0

    “Het enige boek dat …..”
    Ik dacht al dat het verhaal me bekend voorkwam – ik heb je boek vorig jaar, op vakantie in Nl, gelezen. Toevallig kan ik vergelijken met een Alexander-biografie van een maffe Duitser, die vijf keer per blz. verkondigt dat hij een proto-humanist was, een toonbeeld van menslievendheid en aldus een voorbeeldig product van Aristoteles’ filosofische opvoeding. Ik overdrijf een beetje, maar niet zo heel veel. Die maat overstijg je zeer.

Reacties zijn gesloten.