
Over Persepolis, waar ik wakker werd op de ochtend waarop u dit leest, heb ik al eens eerder geschreven op deze kleine blog. Het is een van de grootste antieke ruïnes en de plaats verveelt me nooit. Dát het een ruïne is, is het gevolg van de Macedonische plundering: Alexander de Grote nam de stad in de winter van 331/330 in en bleef er een paar weken. Bij zijn vertrek ging de toorts erover.
De Griekse historicus Kleitarchos sprak enkele jaren later met de ooggetuigen en zijn verslag ligt ten grondslag aan het verhaal van Diodoros van Sicilië (Wereldgeschiedenis 17.70-72). Ik geloof dat ik de onderstaande vertaling ooit zelf heb gemaakt maar weet dat eerlijk gezegd, ruim tien jaar na mijn Alexanderboek, niet meer zeker. Het is in elk geval niet de vertaling die Simone Mooij later zou maken. U leest hieronder eerst hoe de stad wordt veroverd en geplunderd, en later hoe het paleis in vlammen opgaat.
Wat betreft Persepolis, de hoofdstad van het Perzische Rijk: Alexander beschreef haar ten overstaan van de Macedoniërs als de meest gehate stad van Azië en gaf haar ter plundering over aan zijn soldaten, met uitzondering van het paleis. Het was de rijkste stad onder de zon en zelfs de gewone huizen waren in de loop der tijden gevuld geraakt met allerlei schatten.
De Macedoniërs gingen erop af, doodden de mannen, plunderden de huizen – talloos, vol mooie meubels en dure objecten. Ze droegen veel zilver en niet weinig goud weg; veel kostbare mantels, geborduurd met purper en goud, vielen in handen van de overwinnaars. Ook het grote koninklijke paleis, beroemd in de hele wereld, was gedoemd tot de vernedering van een totale vernietiging.
De Macedoniërs besteedden de hele dag aan het brandschatten en nog was hun onblusbare hebzucht niet bedwongen. … De vrouwen en hun juwelen werden weggesleept en later behandeld als slavinnen. Zoals Persepolis eens alle andere steden in welvaart had overtroffen, zo overtrof ze hen nu in ongeluk.
Alexander ging naar de citadel en nam de schatten die daar lagen in bezit. De vertrekken waren vol goud en zilver dat daar was verzameld sinds de dagen van Cyrus, de eerste koning der Perzen. Als we het goud omrekenen naar zilver dan werd er 120.000 talenten gevonden. Alexander wilde een deel van het geld meenemen om de kosten van de oorlog te dekken, en de rest laten bewaken in [de reeds veroverde stad] Susa. Hij liet een massa muildieren komen uit Babylon, Mesopotamië en Susa om ze als lastdieren te gebruiken, en vroeg verder om drieduizend dromedarisen. Hij gedroeg zich zeer vijandig tegen de inheemse bevolking en nam zich voor Persepolis compleet met de grond gelijk te maken.
Alexander liet spelen organiseren om zijn overwinningen te vieren. Hij offerde op grootse schaal en hield luxueuze diners.
Op een dag, toen hij met zijn vrienden te drinken lag, raakten de mannen bevangen door een agressieve en waanzinnige dronk. Een van de aanwezige vrouwen (een Atheense genaamd Thaïs) riep uit dat het Alexanders grootste daad in Azië zou zijn om haar voorbeeld te volgen en het paleis in brand te steken: zo zouden vrouwenhanden in een ogenblik teniet doen wat de trots van de Perzen was geweest.
Deze woorden waren gericht tot jonge mannen die compleet gek waren van de drank, en zoals te verwachten viel waren er die instemden en haar met fakkels volgden om zo de misdaden te straffen die tegen de Griekse heiligdommen waren gepleegd. Anderen vielen hen daarna bij en zeiden dat alleen Alexander waardig was deze wraak te nemen; en de koning raakte opgewonden door deze woorden.
Allen sprongen nu op van tafel en riepen op tot een triomftocht ter ere van Dionysos. Een groot aantal fakkels werd verzameld, en omdat er muzikanten waren geweest bij het banket was het dat de koning zijn vrienden onder begeleiding van zang en dans naar de ceremonie kon leiden, aangevoerd door Thaïs de courtisane. Zij was de eerste na de koning die haar brandende toorts in het paleis wierp. De anderen volgden hun voorbeeld en alle vertrekken van het koninklijke paleis waren al snel de prooi der vlammen.
Wat het meest opvallend is, is dat de heiligschennis die door de Perzische koning Xerxes was gepleegd op de Atheense akropolis, werd gewroken door een enkele vrouw, een stadsgenote van de slachtoffers van weleer.
Wat was nu eigenlijk de echte naam van de stad ‘Persepolis’? Ik ken Pārseh (klinkt kort maar logisch) of Takht-e Jamshid?
Ik vind het nog steeds een getuigenis van keihard cultureel imperialisme dat we die stad alleen in de boeken zetten onder een Griekse naam en niet de Perzische.
Nou heb ik ooit een werkcollege gevolgd over Alexander (bij, jawel, Henk Singor) en toen kreeg ik de opdracht om de brand in Persepolis te verklaren. Ik kwam onder andere het Thais-verhaal tegen. Toen ik dit naar voren bracht glimlachte de docent minzaam en kwam met de heel wat minder romantische ‘echte’ verklaring aanzetten. Voordat Alexander verder Perzië introk moest hij als veroveraar een duidelijk punt maken: de tijd van het oude Achemenidische koningshuis was voorbij en daarvoor moest het ceremoniële centrum Persepolis verwoest worden. Dit was een welbewust en doelgericht uitgevoerd besluit, geen gevolg van een dronken feestroes. Onderzoek aan de ruïnes had, aldus Singor, aangetoond hoe systematisch de brandstichting was aangepakt.
Voor wat het waard is…
Ik heb u mailtje ontvangen maar reageer toch liever op deze manier.
Mijn ontzag voor u kennis blijft groeien. Toch wil ik nog vragen of uw antwoord betekent dat Diodoros’ verslag over Thais dan ‘waar’ is en dat ik destijds op het verkeerde been gezet ben?
Opnieuw bedankt voor uw reactie. Een voorspoedige voortzetting van uw reis toegewenst.