Praten over wetenschap

De bovenloop van het Nijmeegse aquaduct op het terrein van Museumpark Orientalis
De bovenloop van het Nijmeegse aquaduct op het terrein van Museumpark Orientalis

Vorige week sprak Ionica Smeets, die u kunt kennen als columniste van De Volkskrant, in Leiden haar inaugurele rede uit als hoogleraar wetenschapscommunicatie. Dat ging niet helemaal onopgemerkt voorbij: De Volkskrant plaatste zaterdag een leuke, veelbesproken samenvatting met zeven lessen. Er was – althans in mijn Twitter-timeline – wat hilariteit over het feit dat die achter een betaalmuur lag maar er is een filmpje:

Om met een persoonlijk bezorgdheid te beginnen: ik was vooral blij dat Smeets opmerkte dat foute voorlichting vaak begint met wetenschappers die overdrijven. Van de oudheidkundige persberichten heb ik het een jaar of wat geleden eens geturfd: twee vijfde bevatte fouten die de wetenschappers moesten hebben herkend. Altijd weer overdrijving, altijd weer onvoldoende onderbouwde claims. Dit geschreeuw is sowieso vreemd maar wordt helemaal curieus als je bedenkt dat het belang van de humaniora is dat je je eigen gelijk leert relativeren. In de humaniora gaat het om de mitsen en de maren.

Nu is het ook weer niet zo dat één oudheidkundige één leugenaar is, echt niet. Het is wél zo dat archeologen, classici en oudhistorici in de omgang met het publiek niet de mitsen en maren noemen die ze wel bespreken met hun collega’s. De tegenspraak tussen de bescheiden doelen en de blufferige presentatie is inmiddels het voorwerp van satire en dat betekent dat de satirici bij hun doelgroep bekend veronderstellen dat oudheidkundige claims met een korrel zout moeten worden genomen. Het is geen beste reputatie die de oudheidkundige disciplines hebben.

1.

Slechte voorlichting kan veel kwaad doen. Zie de Nijmeegse aquaductenkwestie uit 2014: als de archeologie als geheel ongeloofwaardig aan het worden is, kan een onjuiste beschuldiging dat er geen Romeinse waterleiding is, een hoop tumult veroorzaken en tot bij de gemeentelijke Rekenkamer gehoor vinden.

Deze affaire toont ook wat er verkeerd ging. De opgravers werden afgerekend op de stelling dat wetenschap empirisch moet zijn, compleet met verwijzingen naar Karl Popper. Dat kon indruk maken omdat de archeologen de laatste kwart eeuw nooit hebben uitgelegd dat hun discipline niet uitsluitend empirisch is. Hét centrale kenmerk van de oudheidkundige disciplines is immers datagebrek en in het geval van het Nijmeegse aquaduct was het bewijs grotendeels tot stand gekomen door middel van analogie. Meer hier. De grote fout van de oudheidkundigen is geweest dat ze nooit het wetenschappelijk proces, de wijze waarop kennis tot stand komt, hebben uitgelegd. U verneemt niets over het filologisch handwerk, over de archeologische methodiek, over de historische verklaringsmodellen. Geen website, zelfs geen boek.

Het voorlichtingsmodel van de oudheidkundigen is ernstig verouderd. Het is nog steeds “populariseren”: je versimpelt wat de universiteit heeft onderzocht en daar moet het publiek maar tevreden mee wezen. “Dit zijn de feiten en daarmee moet u het doen” en “vertrouw ons nu maar, wij zijn de wetenschappers”. Dat gaat echter niet langer in een tijd waarin veel mensen hoogopgeleid zijn. Die herkennen fouten – of dénken fouten te herkennen – en worden kritisch. De rel rond het Evangelie van de Vrouw van Jezus, waarin bloggers de fouten vonden in een al door een wetenschappelijk tijdschrift aangenomen artikel, toont dat dat het kritische publiek ook gelijk kan hebben, al bewijst de aquaductenaffaire dat die scepsis kan doorslaan.

Het antwoord op de scepsis is: uitleg van het wetenschappelijk proces. Voor een eerste kennismaking kun je eventueel de wetenschap versimpelen, maar je moet mensen daarna tonen wat wetenschappers doen. Dit noemt men wel het “science deficit model”: dat mensen wetenschappelijke conclusies niet aannemen komt doordat ze wetenschap niet goed snappen en als we dat “deficit” nou maar wegpoetsen, dan komt alles goed.

2.

Behalve dat dat niet gebeurt. Of het nu gaat om Cyrus de Grote, afrocentristen of Jezusmythicisten, ook als je de methode uitlegt, nemen de mensen de resultaten van wetenschappelijk onderzoek domweg niet aan. Zie ook onder autisme, UMTS-straling, de vluchtelingentoestroom, klimaatverandering: een deel van het publiek wil het gewoon niet geloven en reageert soms extreem agressief als iemand de methode heeft uitgelegd. Ik ben gestalkt door Jezusmythicisten en heb graffiti op de voordeur gehad.

Uitleg van de methode is dus onvoldoende. Maar waarom nemen mensen de wetenschappelijke conclusies niet over als de methode is uitgelegd? Waar zit de fout in het Science Deficit Model? Hiernaar heeft Hedwig te Molder onderzoek gedaan: het gaat om bezorgdheden. De Iraanse nationalisten zijn nog altijd boos om de revolutie, afrocentrisme is een reactie op discriminatie, de herleving van het Jezusmythicisme komt voort uit angst voor religieus fundamentalisme, en u kunt de achterliggende zorgen zelf bedenken voor autisme, UMTS, vluchtelingen en klimaat.

Wil een wetenschapper effectief zijn, dan zal hij of zij de tijd moeten nemen écht te luisteren. Daarom is Ionica Smeets geen hoogleraar “populariseren” of “wetenschapsvoorlichting”, maar wetenschapscommunicatie. In de vakliteratuur zijn daar allerlei termen voor, zoals PUS en PAS en PES en PPS. Zulk jargon maakt het niet aantrekkelijk om je in de materie te verdiepen, en misschien is dat wel de reden waarom Smeets’ zeven lessen nauwelijks ingaan op de rol van het publiek in de dialoog, maar er is domweg geen alternatief.

3.

Wat namelijk in elk geval fout is, is als de wetenschappers de dialoog überhaupt niet aangaan. We kunnen het oude zender-ontvanger-model, waarin wetenschappers uitventen wat ze hebben ontdekt, niet handhaven.

Het vooronderstelt namelijk dat de wetenschap een autoriteit is waaraan iedereen die geen wetenschapper is zich moet onderwerpen. Dat als de wetenschap iets beweert, de gewone man niets anders kan en mag doen dan instemmend knikken. Zo’n conceptie van wetenschap is anti-democratisch en volkomen in strijd met de kritische aard van de wetenschap zelf. Het maakt onze samenleving tot een theocratie waar de priesterkaste toevallig gekleed gaat in witte laboratoriumjassen.

Soortgelijke constateringen zijn er van de Groningse filosoof Hans Harbers, die zijn angst uitsprak dat we de technocratie in worden gerommeld, en wetenschapsjournalist Christian Jongeneel, die de houding van wetenschappers mooi samenvatte met de onsterfelijke zin “het zit in het lab en het heeft gelijk”. Dat zijn al weer wat oudere constateringen, maar we kunnen veilig constateren dat wetenschappers er nog niet op hebben gereageerd door te investeren in echte communicatie.

Sterker, het begint erop te lijken dat op scepsis inmiddels wordt gereageerd met juridische procedures: het RIVM wilde op deze manier een criticus van de griepprik het zwijgen opleggen, Michael Mann stapte naar de rechter en in Delft deden de archeologen hetzelfde. Hoewel ik de bezorgdheid van de archeologen (en trouwens ook van het RIVM en Michael Mann) begrijp, lijkt een rechtszaak me als middel erger dan de kwaal. Ongeacht wie de zaak wint, is de wetenschap immers altijd de verliezer: het beeld wordt namelijk versterkt dat wetenschappers onvoldoende argumenten hebben en hun gelijk alleen kunnen halen met machtsspelletjes.

4.

Kortom: de wetenschap moet nu eens écht investeren in een dialoog met de samenleving. Daarover is nog heel veel meer te vertellen. Zoals dit stuk. Maar voor vandaag is het, met dit stuk van 1200 woorden, mooi geweest.

Envoi: ik las een paar jaar geleden in De groene Amsterdammer dat De Jonge Akademie had geadviseerd dat elke onderzoeker 10% van zijn tijd in communicatie zou steken. Ik voor mij zou de zaken niet met een vast percentage willen doodreguleren, maar dat er méér moet gebeuren, staat volgens mij buiten kijf.

Deel dit:

6 gedachtes over “Praten over wetenschap

  1. De wetenschap is de burger iets verschuldigd maar gedraagt zich alsof het andersom is. De arrogantie.

  2. Ton Spamer

    Wetenschappers zijn ook andere wetenschappers iets verschuldigd: verwondering bv., (bewondering mag ook), erkenning, respect, tolerantie. Wetenschappers buiten het academisch circuitje zien dit zelden voorbijkomen, laat staan neerdalen. In dat opzicht zijn ze net burgers.

  3. Manfred

    Uit het filmpje: ‘Als de arts zei ‘uw toestand is stabiel’ …
    Een running gag. Als de toestand van een patiënt stabiel is, dan is hij dood. Stabieler dan dood kan immers niet.

  4. Hans Custers

    Jona,

    Het is zeker niet onredelijk wat je hier schrijft, maar toch wringt er in mijn ogen iets. Omdat ik de achtergronden bij de rechtszaak van Michael Mann een beetje ken, haal ik die er even bij om dat duidelijk te maken. Die zaak draait niet om scepsis of pseudoscepsis – dat die indruk bestaat bewijst hoeveel invloed de campagne tegen de klimaatwetenschap heeft – maar om de lastercampagne die al sinds 2003 tegen Mann wordt gevoerd. Hij klaagt niemand aan die het oneens is met zijn wetenschappelijke opvattingen, of die de kwaliteit van zijn werk betwist, maar mensen die hem zonder spoor van bewijs van wetenschappelijk wangedrag beschuldigen. Een wetenschapper die zich verweert tegen een jarenlange lastercampagne zou in mijn ogen toch vooral op begrip van zijn collega’s mogen rekenen.

    Gelijkwaardige communicatie is in mijn ogen niet hetzelfde als het eindeloos begripvol aan blijven horen van alles wat anderen uitkramen, hoe onzinnig en onredelijk het ook is. Zo’n houding vind ik juist nogal paternalistisch (“Vergeef het hen, want ze weten niet beter”). In een echt gelijkwaardig gesprek kan het ook nodig zijn om iemand ongezouten de waarheid te zeggen. Of grenzen te stellen. Wie die grenzen overschrijdt, moet daar de consequenties van aanvaarden. Zo werkt het nou eenmaal in de grotemensenwereld.

    Om terug te komen op Mann: ik denk niet dat hij zich onvoldoende verdiept heeft in de beweegredenen van zijn opponenten. Het tegendeel is eerder het geval. Juist omdat hij dat wel heeft gedaan is hij tot de conclusie gekomen dat die opponenten helemaal niet geïnteresseerd zijn in de wetenschap, of in een dialoog. Ze zijn er alleen maar op uit om hem als persoon en zijn tak van wetenschap in diskrediet te brengen. En dat hoeft niemand de accepteren. Ook een wetenschapper niet.

  5. Bob Brand

    Hi Jona,

    Ik kan me grotendeels vinden in wat je schrijft, maar dit is te kort door de bocht:

    Sterker, het begint erop te lijken dat op scepsis inmiddels wordt gereageerd met juridische procedures: het RIVM wilde op deze manier een criticus van de griepprik het zwijgen opleggen, Michael Mann stapte naar de rechter …

    Nee, Michael Mann stapte NIET naar de rechter in reactie op “scepsis”.

    Het zou een gotspe zijn om te suggereren dat Mann die Mark Steyn heeft aangeklaagd vanwege zijn wetenschappelijke opvattingen of “scepsis”. Deze Mark Steyn hééft namelijk helemaal geen wetenschappelijke opvattingen en is bijvoorbeeld niet in staat om een reconstructie (de zogeheten ‘hockeystick’) te onderscheiden van een toekomstprojectie.

    Wat Mark Steyn voortdurend in de media gedaan heeft, is Mann van fraude beschuldigen m.b.t. de genoemde ‘hockeystick’. Dit terwijl:

    — onafhankelijke reconstructie na reconstructie TELKENS hetzelfde beeld oplevert als dat van Mann;
    — vele onderzoeken, waaronder dat van de Inspector General van de National Science Foundation, Mann van ELKE blaam gezuiverd hebben. Er is expliciet bevestigd door de Inspector General dat er GEEN sprake kan zijn van onderzoeksfraude door Mann.

    Desondanks bleef deze Steyn in de pers Mann voortdurend beschuldigen van fraude, waarbij Steyn de indruk probeerde te wekken dat dit ook door de autoriteiten bevestigd zou zijn. Mann werd in die stukken ook vergeleken met een ‘verkrachter’. Op een bepaald moment is de smaad & laster wel genoeg geweest.

    Mann klaagt deze Mark Steyn aan louter en alleen vanwege de lastercampagne en NIET vanwege “scepsis”.

  6. Jona, ik deel je mening als het gaat om de noodzaak van de wetenschap om die dialoog met de samenleving nu eens aan te gaan. Ik schrik me elke keer weer rot als het gaat om de aantallen die ‘geloven’ in de gevaarlijke effecten van UMTS, hoogspanningsleidingen, vaccinaties, contrails, etc. Om van 9/11 etc. nog maar te zwijgen.
    Echter, ik vrees dat die dialoog nooit echt op gang gaat komen. Net zoals bijvoorbeeld de EU er zo veel baat bij zou hebben om nu eens uit te leggen wat het voordeel van de Unie is, komt die dialoog van de wetenschap niet van de grond. Ik vrees dat een van de redenen is dat er gewoon niet geluisterd wordt, ook niet naar degenen die er mee beginnen. De samenleving zit er niet op te wachten. 🙁

Reacties zijn gesloten.