
Je kon er de klok op gelijk zetten: tussen de fragmenten van de Dode Zee-rollen die zijn aangekocht door de Green Collection, lijken vervalsingen te zitten. Het erge van sommige schandalen is dat ze voorspelbaar zijn.
Wat is er aan de hand? Ik behandel in dit stuk verschillende onderwerpen waarover ik al eerder heb geschreven, dus aarzel, als trouwe lezer van deze kleine blog, niet om pas bij *** te beginnen.
Korte inhoud van het voorafgaande: al sinds mensenheugenis zijn er schatgravers die illegaal opgegraven voorwerpen op de zwarte markt aanbieden. Sinds de Arabische Lente is het aanbod gegroeid al is hierover, uit de aard der zaak, weinig duidelijkheid. Wat vast staat, is dat musea in Egypte, Syrië en Irak zijn geplunderd en dat de plunderaars na gedane arbeid het onverkoopbare materiaal vernietigden.
Oók sinds mensenheugenis kennen we een andere praktijk: de productie van vervalsingen. Er is in feite een soort wapenwedloop gaande tussen vervalsers en oudheidkundigen: de eerste bedenkt een nieuwe methode om perfect-ogende oudheden te maken, de ander bedenkt een methode om de vervalsing te herkennen. Een meta-analyse waarbij, steeksproefsgewijs, sinds mensenheugenis als echt geaccepteerde museumvoorwerpen eens worden onderzocht met moderne technieken om te zien hoeveel vervalsingen er in de loop van de afgelopen anderhalve eeuw “doorheen zijn geglipt”, heeft bij mijn weten nog nooit plaatsgevonden. Dat is jammer, want het staat vast dat de wetenschap op sommige gebieden een achterstand heeft op de fraudeurs. Eén van die gebieden is het vervaardigen van “antieke” papyri. Vervalsers kunnen iets namaken dat niet valt te herkennen.
Ik heb daarover eerder geblogd toen de Harvard-universiteit het evident vervalste Evangelie van de Vrouw van Jezus naar het lab stuurde. Ik wees er toen op dat dit een rookgordijn was. Immers, zolang een vervalser antieke papyrus gebruikt (te koop op eBay), zich houdt aan een antiek recept (te lezen in elk boek over papyrologie) en een kwastje in plaats van een pen gebruikt, is de vervalsing niet te herkennen met C14-datering, een spectrometer of een elektronenmicroscoop. Als een vervalser ook toekomstige wetenschappers te slim af wil zijn, maakt hij zijn inkt op basis van antieke koolstof (te vinden op elke opgraving).
Dit betekent – en moeilijker dan dit is het niet – dat iedere antieke tekst waarvan de herkomst onbekend is, een vervalsing kan zijn. Daarom zijn er verschillende gedragscodes die oudheidkundigen ontraden illegaal verworven oudheden (papyri of anders) te bestuderen. Niet alleen omdat onduidelijk is of ze echt zijn, maar ook omdat je daarmee plundering stimuleert. Als vuistregel zou je kunnen zeggen dat voor elk voorwerp dat op het bureau van een onderzoeker belandt, er vijf andere spoorloos verdwijnen. Waarbij “vijf” ook twee kan zijn of tien of twintig – we weten dit stomweg niet. Maar de schade is altijd groter dan dat wat op de markt wordt aangeboden.
Wat er gebeurt als mensen zich niet houden aan de gedragscode, toont de Green Collection. De familie Green is erg rijk, erg evangelisch en erg Amerikaans, wat wil zeggen dat ze hun geld graag besteden aan weldadigheid en een Bijbels Museum aan het bouwen zijn. Omdat daar ook iets te zien moet zijn, kochten ze in betrekkelijk korte tijd – volgens een schatting – zo’n 40.000 stukken op.
Het wonderlijke is dat legale kunsthandelaren die stukken nooit hebben zien langskomen, wat de verdenking deed ontstaan dat het ging om oudheden die illegaal waren verworven. Drie voorwerpen trokken daarbij speciaal de aandacht:
- een fragment van een brief van Paulus dat illegaal aangeboden is geweest,
- een oeroud fragment uit het Evangelie van Marcus
- enkele fragmenten van Sapfo.
Van het Marcusfragment, dat door de Green Collection is overgedragen aan een evangelische onderzoeksgroep, staat vast dat het afkomstig is uit een opvallend jonge mummiekartonnage, terwijl van de Sapfofragmenten (waarvan er inmiddels ook enkele in een andere collectie zijn beland) in eerste instantie precies hetzelfde werd beweerd: afkomstig uit een mummiekartonnage. Dat garandeert weliswaar dat ze echt zijn maar betekent tevens dat er uniek egyptologisch materiaal is vernietigd. Ik schreef er hier meer over.
Om er geen twijfel over te laten bestaan dat er iets niet in de haak is, heeft de onderzoeker van de Sapfo-fragmenten, Dirk Obbink, inmiddels verschillende herkomsten genoemd en rookgordijnen gelegd over spectrografische dateringen van de inkt. Om een lang verhaal kort te maken: het is denkbaar dat de Marcus- en Sapfofragmenten afkomstig zijn uit een betrekkelijk recent geplunderd grafveld dat behoorde bij een dorp of stad waar de bewoners, terwijl men in heel Egypte was overgegaan op andere begraafwijzen, doorgingen met het vervaardigen van mummiekartonnages. Over de authenticiteit is dus geen twijfel, maar we zullen nooit méér weten over deze amodieuze Egyptische stad en dat stemt treurig. (Obbink beantwoordt mail van journalisten overigens niet, wat zich slecht verhoudt tot de integriteitsregels over wetenschappelijke transparantie. Meer daarover in het laatste nummer van het tijdschrift Skepter.)
Kortom, de Green Collection is een ramp. Wat al deze gevallen verbindt is een afschuwelijk gebrek aan professionaliteit. we hebben geen idee waar het spul vandaan komt maar er zijn gegronde verdenkingen dat er illegale aankopen tussen zitten. Dat vindt ook de FBI, die inmiddels onderzoek instelt naar aankopen uit Syrië en Irak. De Greens zelf beweren overigens dat ze hun oudheden hebben verworven bij Europese verzamelaars, die door de economische crisis gedwongen zijn geweest hun collecties te verkopen. Dat kan de waarheid zijn of een deel van de waarheid, maar de Green Collection heeft de schijn inmiddels wel tegen. Opnieuw: het verhoudt zich slecht tot de integriteitsregels, al gaat het nu minder om wetenschap dan om museale ethiek.
***
Wat is er nou weer aan de hand? De Green Collection bezit ook enkele fragmenten van Dode Zee-rollen die, door een samenloop van omstandigheden, in bezit zijn gebleven van de oorspronkelijke tussenhandelaren, die een rol speelden bij de ontdekking van deze teksten, eind jaren veertig, begin jaren vijftig. Dát zulke fragmenten er zijn, lijdt geen twijfel.
Inmiddels heeft uitgeverij Brill toegezegd het materiaal uit de Green Collection uit te gaan geven en eerder deze maand werd de publicatie van een eerste deel aangekondigd. Er zijn echter zeer ernstige en gegronde twijfels gerezen. We hebben geen documentatie van de herkomst en dat betekent dus dat het een vervalsing kan zijn. Om de in de vijfde alinea genoemde redenen zal het lab weinig uitsluitsel bieden, maar de inhoud is redelijk suspect. Hier is een passage uit Newsweek:
The problem is, experts suspect many of these sensational and pricy new fragments are expertly crafted fakes. For example, the fragment references passages in Leviticus 18 and 20 that contain the two strongest condemnations of homosexuality in the Bible. Such a strong coincidence is a flag of fakery.
“It is extremely unlikely that a small Dead Sea Scroll fragment would preserve text from both chapters” of Leviticus, says religion scholar Arstein Justnes, at University of Agder in Norway, who called the new fragments “amateurish” imitations that seem to have been copied from modern textbooks about the scrolls. “I think this fragment was produced for American evangelicals.”
Welbeschouwd is dit een verdachtmaking en geen bewijs, maar er zijn meer onderzoekers die hun twijfels hebben geuit. Er moet duidelijkheid komen over de provenance van de voorwerpen in de Green Collection. Als de verdenkingen gegrond zullen blijken, heeft Brill vervalsingen voorzien van respectabiliteit, terwijl Obbink indirect de heling van plundergoed heeft gelegitimeerd. Het amateurisme van de Green besmet Brill en de meewerkende wetenschappers. Anders gezegd: de papyrologie heeft een rotte plek en de rot dreigt de gezonde delen aan te tasten. Het is precies om dit soort situaties te vermijden, dat er gedragscodes zijn en als ze nu niet worden nageleefd is de vraag actueel wanneer het dan wel gebeurt.
De oudheidkunde, die sowieso te maken heeft met wetenschapsscepsis, kan zich niet permitteren dat er zo’n enorme schaduw hangt over haar data. Zoals de psychologen nu onderzoeken of hun onderzoek wel repliceerbaar is en zoals genetici onlangs een deel van hun data weg deden omdat er een fout in de spreadsheets zat, zo moeten oudheidkundigen – in het bijzonder de papyrologen – hun data doorlichten, want anders gaat het gierend fout.
Als het niet al gierend fout gegaan is natuurlijk.
Je bent weer lekker op dreef de laatste dagen. Ik mag hopen dat dat betekent dat het beter met je gaat.
Zelfs Amerikaans evangelicalen zijn af en toe in staat iets te leren. De familie Green zal al die twijfel niet leuk vinden. Misschien dat voortaan vergelijkbare collecties zorgvuldiger worden samengesteld. Eigenbelang is nog altijd de sterkste drijfveer.