MoM | Topiek (Byzantijnse krabbel 8)

Een achttiende-eeuwse weergave van het Concilie van Chalkedon (451) uit het Rila-klooster in Bulgarije. Let op de duivelse influisteringen van twee ketters rechts.

Severus van Antiochië – die overigens niet kwam uit Antiochië maar in 465 werd geboren in Sozopolis in Klein-Azië – was geen mens maar een natuurkracht. Min of meer eigenhandig zorgde hij ervoor dat de pogingen van de Byzantijnse keizers om alle christenen dezelfde, orthodoxe ideeën te laten hebben, uitliepen op niets.

Het gaat te ver om het hier allemaal uit de doeken te doen, maar het komt erop neer dat keizer Marcianus tijdens het Concilie van Chalkedon door roeien en ruiten was gegaan om één geloofsbelijdenis te laten formuleren waar alle gelovigen het over eens konden zijn. Behalve dan dat niet iedereen het ermee eens kon zijn en dat oosterse monniken er zelfs ronduit tegen waren. Latere keizers streefden ernaar ook hen binnenboord te krijgen en één zo’n poging was de tekst die bekendstaat als Henotikon. Severus, die patriarch was in Antiochië, zorgde ervoor dat dit compromis op niets uitliep, waarvoor hij onder meer keizer Justinianus trotseerde.

De geschriften van Severus vormen de basis voor de theologie van de oosterse kerken die in ons taalgebied bekendstaan als monofysitisch. Hij streefde naar een op die grondslag gebaseerde eenheidskerk, maar in de praktijk had zijn afwijzing van het Henotikon tot gevolg dat de monofysieten verdeeld raakten over bijvoorbeeld de vraag of Christus’ lichaam aan verval onderhevig was geweest. Tegen het einde van Severus’ leven waren er een door de keizer goedgekeurde kerk en minimaal twee monofysitische kerken, elk met eigen priesters en bisschoppen.

Tot zover Severus’ betekenis. Ik wilde het eigenlijk hebben over zijn jonge jaren.

Als we zijn biograaf, Zacharia van Mytilene, mogen geloven, stamde Severus uit een rijke, respectabele en invloedrijke christelijke familie: zijn grootvader was bisschop geweest en zijn vader had een bestuursfunctie bekleed van senatoriële rang. Een vir clarissimus, in het toenmalige jargon. Severus’ vader investeerde een deel van het familiekapitaal in de opleiding van zijn zoon: de jonge Severus studeerde eerst welsprekendheid in Alexandrië en daarna filosofie en recht in Berytus. Dit waren de beste scholen van die tijd. Opmerkelijk is hierbij dat er tussen welsprekendheid, filosofie en recht destijds wat spanning was, compleet met schotschriften om de waarde van de andere studies in twijfel te trekken. Severus studeerde het desondanks allemaal.

Vervolgens begon hij te reizen. Hij ontmoette Petrus de Iberiër, een bekende theoloog uit die tijd, en besloot in te treden in diens klooster. Daar, in Maiuma bij Gaza, vernam de kersverse monnik dat zijn vader was overleden. Met een senatoriële erfenis stond niets de stichting van Severus’ eigen klooster in de weg. De rest las u hierboven al.

Hoeveel van deze jeugdverhalen zou waar zijn? Het punt is dit: we kennen uit de oude bronnen tal van jonge mannen (a) uit vooraanstaande families die (b) diverse elkaar uitsluitende scholen beproeven, (c) reizen maken, (d) een inspirerende leraar ontmoeten, (e) kiezen voor een sober leven en (f) een erfenis laten lopen om (g) een levensbeschouwelijk ideaal te volgen. Apollonios van Tyana is een voorbeeld: goede familie, alle filosofische scholen beproefd, reizen naar naar alle hoeken van de wereld, celibatair leven, weggeschonken erfenis. Of neem Flavius Josephus: opnieuw een vooraanstaande familie, reizen naar Italië, onderzoek van alle joodse halachische stromingen en uiteindelijk de kennismaking met een ascetische leraar die leefde in de wildernis. Een weggegeven erfenis ontbreekt, maar het patroon is grotendeels hetzelfde.

Het is dus alleszins redelijk te betwijfelen of de jeugdverhalen over Severus wel waar zijn. Antieke biografen hadden er weinig moeite mee standaardmotieven in te voegen als dat zo uitkwam. Als de Griekse historici Thoukydides, Xenofon, Theopompos en Polybios in ballingschap waren geweest, dan zou Herodotos ook wel zijn verbannen – en dus werd dat element aan zijn biografie toegevoegd. Je ziet het ook in middeleeuwse heiligenlevens.

Het is echter te gemakkelijk om alle informatie weg te vegen als fictie, want geletterde Grieken en Romeinen pasten hun leven aan de literaire vormen aan. Life imitates art. Een mooi voorbeeld is de Romeinse filosoof Seneca, die van zijn laatste uren, zoals classicus Piet Gerbrandy het ooit verwoordde, een intertekstueel spektakel maakte. Antieke redenaars namen een voorbeeld aan Demosthenes, generaals imiteerden Alexander de Grote. Het zou dus kunnen zijn dat de stappen in Severus’ loopbaan geen fictie zijn, maar dat de jonge man een goed voorbeeld wilde volgen. Los daarvan is het niet onlogisch dat iemand uit een rijke familie goed onderwijs volgt en vervolgens een grand tour maakt. (De keuze voor soberheid en het weggeven van een erfenis is dan weer wel vrij zeldzaam.)

Kortom, soms hebben we te maken met biografen die een model kopiëren, soms met mensen die dat doen. Maar het kan nog ingewikkelder, zoals Apollonios van Tyana toont. In de eerste eeuw na Chr. droeg hij de pythagoreïsche filosofie uit en volgens zijn biograaf Filostratos was de wijsgeer vegetariër, nam hij een vijfjarige periode van zwijgen in acht en bezocht hij landen als Egypte en Babylonië. Dit zijn slechts enkele parallellen tussen Filostratos’ Leven van Apollonios en de biografieën die we hebben van Pythagoras. Zulke overeenkomsten schreeuwen om een verklaring en na het bovenstaande kunt u twee mogelijkheden raden: óf Filostratos heeft het leven van de historische Apollonios aangekleed met pythagoreïsche motieven óf Apollonios zelf heeft zijn leven gemodelleerd naar dat van zijn illustere voorganger. Er is echter nog een derde optie: aangezien de bronnen over het leven van Pythagoras nogal laat zijn geschreven, is het denkbaar dat de daarin gepresenteerde wijsgeer is gemodelleerd naar Apollonios.

Het moge duidelijk zijn dat het interpreteren van teksten lastig is. Onze bronnen zijn nu eenmaal niet geschreven om vragen te beantwoorden die honderden jaren later worden gesteld. Als van die bronnen dan vervolgens de meeste verloren zijn gegaan, wordt het werk van de onderzoeker wel erg complex. Altijd handige vuistregels zijn hierbij niet te geven.

[Geschiedenis is geen amusement, leuk voor een vrijblijvend stukje in een tijdschrift of een item op TV. Het is een wetenschap. In de reeks “Methode op Maandag” (MoM) leg ik uit wat de oudheidkundige wetenschappen, en de historische wetenschappen in het algemeen, maakt tot wetenschappen. Een overzicht van deze en vergelijkbare stukjes is hier.]

Deel dit:

9 gedachtes over “MoM | Topiek (Byzantijnse krabbel 8)

  1. FrankB

    “na het bovenstaande kunt u twee mogelijkheden raden”
    Om weer eens lekker vervelend te doen: een combinatie van de twee mogelijkheden valt ook niet uit te sluiten.

  2. Ab R.C. Dabra

    Hier zie je wel mooi hoezeer Keizers (de wereldlijke macht) zich inspannen om een uniforme religie (de geestelijke wereld) te creëren als middel om eenheid binnen het rijk te brengen. Religie als politiek instrument. Wereldlijke heersers willen rust, orde en stabiliteit.
    Tegelijkertijd zie je dan hoe de diversiteit van ideeën (een hele vruchtbare bodem voor allerlei ontwikkelingen) later letterlijk om zeep werd geholpen.
    Heel blij met de vrijheid die we nu al weer eeuwen genieten!

  3. A. Harmens

    Van Severus zijn nog andere, zelf geschreven bronnen bekend, zoals preken of polemische geschriften. Daar staat waarschijnlijk weinig biografische info in en het levert misschien niet veel op, maar je kunt die bronnen naast de biografie leggen.

    In het geval van de theoloog Theodorus van Mopsuestia, die een vergelijkbare Werdegang kende, weten we dat hij zijn celibataire leven tijdelijk heeft onderbroken omdat hij verliefd was geworden. Dat weten we alleen omdat hierover een boze brief van Johannes Chrysostomos overgeleverd is. Zoiets staat dan meestal weer niet in een vita die vooral het ideaal beschrijft.

      1. A. Harmens

        Dank. Leuk om te lezen dat dit soort idealiserende biografieën annex curricula kennelijk al zover in de Oudheid teruggaan.

  4. jacob krekel

    Dit stukje relativeert de stelling dat één bron geen bron is. Heel vaak is er maar één bron. Dan zou je kunnen zeggen: ik weet niets, want er is maar één bron, maar dan mis je toch heel veel. Je kunt ook je historische gereedschap ter hand nemen om de betrouwbaarheid van die bron te bepalen. Ik vond het aardige van dit stukje dat je leest hoe dat in zijn werk gaat, en wat je dan toch misschien wel kunt concluderen.
    Wat betreft Paulus en de handelingen: er zitten inderdaad verschillen in de biografie van Paulus volgens de handelingen en volgens zijn eigen brieven. Den Heijer heeft dat geanalyseerd en kan die verschillen herleiden tot de verschillende schrijfdoelen van Paulus en – laten we zeggen – Lucas.
    Als je je dus afvraagt wat er waar is van die biografieën dan is het behulpzaam als je het schrijfdoel en het beoogd publiek van de schrijver kent.

    1. A. Harmens

      Ja, daar heb je (en Jona) gelijk in, maar het is dan zo moeilijk vast te stellen wat er klopt of niet aan die ene bron wat Severus’ leven betreft. Het is natuurlijk ook afhankelijk van welke vraag je stelt aan de bronnen. De biografie kan (of juist niet) een bron zijn voor details uit het leven van Severus, maar het kan ook iets zeggen over de idealen en topoi die in de (late) Oudheid gebruikelijk waren bij het beschrijven van levens van belangrijke figuren, vandaar de “topiek” in de titel. Zo interpreteerde ik het.

Reacties zijn gesloten.