Afrikaans aardewerk

Afrikaans aardewerk uit Meroë (Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis, Brussel)

De Nubië-expositie in het Drents Museum in Assen heeft de opzet de antieke culturen van Soedan niet te tonen als een afgeleide van Egypte, maar als een cultuur die in zichzelf interessant is. Hoewel ik moet bekennen dat mijn eigen aandacht meer tijdens de tentoonstelling meer dan eens werd getrokken door juist de Egyptische voorwerpen – want die herken je – kan ik ook zeggen dat de expositie in haar opzet is geslaagd.

Het bovenstaande aardewerk is Meroïtisch en dit type keramiek is ook in Assen te zien. Alleen is dat niet dit kruikje, want deze foto maakte ik in de zwaar onderschatte Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis in het Jubelpark in Brussel. Dit soort aardewerk is ook te bewonderen in het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden. Ik vind de kleuren en de abstracte beschildering erg mooi.

Het was pas toen ik vorig weekend in het Afrikamuseum in Tervuren was dat ik me realiseerde me hoe speciaal het Meroïtische aardewerk was. In Tervuren is keramiek te zien dat ruwweg even oud is en afkomstig uit Mbandaka in Congo. Ik geef toe: Soedan en Congo liggen ruim 2000 kilometer uit elkaar, maar het is momenteel de beste vergelijking die ik heb. Het Congolese aardewerk is vele malen eenvoudiger.

Congolees aardewerk

Het contrast trof me. Het is alsof je terpenaardewerk legt naast aardewerk uit hellenistisch Italië, wat zowel qua afstand als qua verfijning even ver uit elkaar ligt. Het kan heel goed zijn dat er in Congo eleganter materiaal werd gemaakt en dat er in Meroë primitiever keramiek bestond. Als de musea dat hebben getoond, is het me onvoldoende opgevallen.

[Dit waren het 313e en 314e voorwerp in mijn reeks museumstukken; een overzicht is hier. De expositie over Nubië in het Drents Museum in Assen, waar beide foto’s zijn genomen, duurt nog tot 5 mei.]

Deel dit:

8 gedachtes over “Afrikaans aardewerk

  1. Frank Bikker

    Misschien ligt het aan het late tijdstip, maar ik zie in die zoals jij het noemde abstracte beschildering van dat eerste kruisje toch diverse dierlijke vormen, zoals 2 slangen, een insect, een olifant. Maar ach , ik zie ze zeker vliegen 😄😄.
    Wel een mooi kruikje.

      1. jacob krekel

        k zie dat helemaal niet zo: het is inderdaad een prachtig. abstract. Bij zoiets vraag ik me altijd af welk gevoel daar bij past. En dan zie ik zelfvertrouwen en beschutting als eerste. Bij het Congolese aardewerk zie ik dat helemaal niet, dat is een puur utilistisch voorwerp, waar de maker niet heeft geprobeerd er iets kunstigs van te maken. En, ingaand op de vraag in het blog, het is zeer waarschijnlijk dat er ook in Congo pottenbakkers geweest zijn die wel iets kunstigs hebben gemaakt, en in Sudan pottenbakkers die met een gebruiksvoorwerp tevreden waren, want mensen zijn overal ongeveer hetzelfde.

        1. Rob Duijf

          ‘(…) een puur utilistisch voorwerp, waar de maker niet heeft geprobeerd er iets kunstigs van te maken.’

          Nou, nou! Het mag dan eenvoudig versierd, handvervaardigd aardewerk zijn (er is maar een zijde te zien…), het is welk degelijk een voorwerp met een kunstzinnige uiting! Vergelijk dat eens met utiliteitsaardewerk als een vroegmiddeleeuwse kogelpot…

  2. Frans

    Ook op dit potje zie je duidelijk de Egyptische invloed. In het midden de zonneschijf met links en rechts een cobra en vleugels op de de achtergrond. En bovenin nog een keer de zonneschijf omringd door de koeienhorens van de godin Hathor. Kortom, een en al Egyptische symboliek.

  3. Ik zie ook slangen, net als Frans. En die doen denken aan de uraeuscobra. Dit kruikje doet me juist heel erg denken aan Egypte. De slangen, de veren, het Hathorsymbool. De invulling is anders, de betekenis wellicht ook en die hart- of bladvormige tekentjes onder de rand zijn heel eigen denk ik, hoewel je in de invulling ook ankh tekentjes zou kunnen herkennen, mocht je dat willen. Er is volgens mij heel goed naar de bovenbuurman gekeken, naar zijn uiterlijkheden althans. Al met al schitterend mooie en verfijnd stuk keramiek. Zeker vergeleken bij de pot uit Congo. Die moet je niet willen vergelijken. Bekijk hem op zichzelf. Het is een nederige pot, niks geen pronkzucht hier. Utilitair met -het bloed kruipt waar het niet gaan kan- toch een simpele versiering op de hals. Wat me verwondert is de witte kleur, die dwars over de beschadiging doorloopt. Alsof ze hem in Brussel in een pot witte verf hebben gedoopt. Daar zou ik wel wat meer over willen weten.

    1. Dat is zo, Antoinette, maar koalien kun je niet op zo´n grove manier gebruiken. Porselein is niet voor niets vrij dun. Ik dacht eerst: een sliblaag witte klei. Dat zou ook het dichtlopen van de randversiering verklaren. Maar een sliblaag zou niet over de beschadiging doorlopen. Een sliblaag over een oud beschadigd stuk heen? Ook niet waarschijnlijk, tenzij het een of andere symbolische functie heeft gehad. En dit wit is zo heel erg wit! Misschien ligt het aan de foto. Je zou bij klei een meer ecru getint wit hebben verwacht. Ik blijf het raadselachtig vinden.

Reacties zijn gesloten.