Dacia Felix: Romeins Dacië

Gezichtsmasker van een Romeinse ruiter, gevonden in Harsova in Dacië

De laatste dag van het jaar, het laatste stukje over de Dacia Felix-tentoonstelling in het Gallo-Romeins museum in Tongeren. Die vertelt een complex verhaal over Thracische Geten, zeg maar de oerbevolking van het oostelijke Balkanschiereiland, over Griekse havensteden, over Skythische en Keltische immigranten, over het koninkrijk Dacië en tot slot de Romeinse provincia Dacia. De titel Dacia Felix staat op een munt uit het midden van de derde eeuw – het allereerste voorwerp dat de bezoeker ziet – en is nogal ironisch omdat de Romeinen het gebied twintig jaar later moesten ontruimen.

Romeins Dacië

Toen keizer Trajanus Dacië annexeerde, erfde hij een gebied waar de bevolking al sterk was afgenomen, deels doordat zijn tegenstander Decebalus legers had verspeeld in een oorlog tegen Domitianus – een deel van de krijgsgevangen Daciërs zal zijn geëindigd in het pas gebouwde Colosseum – en deels doordat velen waren omgekomen toen Trajanus het gebied binnenviel. De Zuil van Trajanus toont het platbranden van nederzettingen, de deportatie van hele gezinnen en legionairs die de hoofden van gesneuvelde Dacische soldaten aan hun commandant aanbieden.

De grote tempel van Ulpia Sarmizegetusa

Het gebied kreeg een nieuwe hoofdstad, Ulpia Sarmizegetusa, en werd door Romeinse ingenieurs voorzien van nieuwe wegen en steden. Business as usual, zou je denken, maar Trajanus kon geen beroep doen op de plaatselijke elite. Die was er immers niet langer. In plaats daarvan lijken mensen uit het Middellandse Zee-gebied te zijn gevestigd in het veroverde land. Hun taal, het Latijn, is de voorganger van het huidige Roemeens. Tot de soldaten die hier werden gestationeerd, behoorden ook Bataven en Tungriërs. Een mooie inscriptie op de tentoonstelling vermeldt hoe een groep ruiters uit het land rond Tongeren keizer Caracalla eert.

Andere Romeinse voorwerpen tonen de gladiatorspelen, kunstvoorwerpen, aardewerk, een gemeentewet en nog zo het een en ander. Interessant was een reliëf van Apollo met lier, afgebeeld zoals de ruitergodheid die de Thraciërs vereerden. Het was op zich niet ongebruikelijk goden aan elkaar gelijk te stellen, maar deze combinatie had ik nog nooit gezien. Een wijplaatje waarop de goddelijke Tweelingen de gezondheidsgodin Hygeia begroeten, aanschouwd door de zonnegod en in gezelschap van nog een trits andere goden, vond ik ook de moeite waard, maar ik beken dat in deze expositie de niet-Romeinse voorwerpen mijn voorkeur hadden.

Late Oudheid

Dat is een kwestie van smaak natuurlijk, net als mijn hoop iets te leren over de periode ná de Romeinse evacuatie van Dacië. Ieder komt naar een tentoonstelling met zijn eigen vragen. Het gebied kwam in elk geval in handen van de stammen die later zouden samenclusteren tot de Visigoten. Nog weer later, na een intermezzo onder de Hunnen, zouden in deze contreien de Slavische volken verblijven die onder auspiciën van de Avaren het Balkanschiereiland infiltreerden. Ik noem het omdat de continuïteit van het griffioenenmotief, dat Herodotos al associeert met de Skythen, nog in de achtste eeuw na Christus ziedend populair was bij de bevolking van het huidige Hongarije en Roemenië. Zoals gezegd: persoonlijke belangstelling, niet méér. En ik begrijp dat de organisatoren van deze expositie zich niet hebben willen steken in het wespennest van de Slavische oorsprongen.

Er is veel te prijzen, wou ik maar zeggen. Een mooie tentoonstelling, met de expositie in Luik als waardige evenknie, met een fraaie catalogus en vooral: met ambitie. Dacië is geen thema dat de mensen meteen iets zegt en de organisatoren hebben niet de makkelijke weg gekozen door het aan te prijzen als “het goud van de Daciërs”. Verder valt te prijzen dat ze zich niet tot Roemenië beperkten, maar ook voorwerpen leenden in Bulgarije en nog wat andere landen. Over het gebruik van de sociale media zal ik volgend jaar nog eens bloggen – voor het moment hebt u wat mij betreft een bindend reisadvies.

Niet op deze expositie, wel gewoon mooi: een Apollo, ooit gevonden in wat Dacië was, en nu in Wenen

Praktisch

Het Gallo-Romeins museum in Tongeren (vanuit Nederland bereikbaar met bus 62 vanuit Maastricht) biedt meer dan de naam suggereert, namelijk een overzicht van de geschiedenis van het Belgische deel van Limburg van de Neanderthalers tot de Franken. Het kaartje van de expositie “Dacia Felix” geeft gratis toegang tot de tentoonstelling “Racines, les civilisations du Danube” in het Grand Curtius in Luik (en vice versa). Je kunt makkelijk met de trein van Tongeren naar station Liège-Saint-Lambert.

In Tongeren is tegenover het museum de basiliek met een mooie kloosteromgang, een kerkschat en de opgraving. Die laatste is een ab-so-lu-te must. Het Begijnhof in de Tongerse benedenstad is werelderfgoed. Ik sliep voor de vierde of vijfde keer in het Ambiotel, waaruit u kunt afleiden dat ik het een fijne plek vind om te overnachten.

Andere tips voor deze kerstvakantie: er is in Amsterdam in het Allard Pierson-museum een fijne tentoonstelling over de god Bes (erg leuk voor de kinderen) terwijl u in het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden een bezoek kunt brengen aan Cyprus, eiland in beweging.

Deel dit:

2 gedachtes over “Dacia Felix: Romeins Dacië

  1. Marcel Meijer Hof

    Wederom een bijzondere en zeer leerzame excursie Jona, dank daarvoor. En tevens opnieuw een compliment voor de doorgaans uitstekende kwaliteit van het begeleidende fotowerk waarmee je de teksten aanschouwelijk maakt en verlevendigd.
    En dan nu naar de portretbuste van de Daciër: Wat mij opvalt is dat deze nogal fors is gerestaureerd. Vergis ik mij, of zie ik nieuwe wenkbrauwen, aangevulde oogkassen, een rechte neus als uit een Romeins voorbeeldenboek, gladgestreken wangen ? Ook snor en baard lijken mij flink te zijn bijgewerkt. Zouden zijn huisgenoten hem nog wel hebben herkend ? Ik vermoed dat de onderrand van zijn hoofddeksel oorspronkelijk werd versierd met een smalle bronzen band, mede gezien het geboorde gaatje middenvoor. Hoewel het resultaat ontegenzeggelijk goed is gelukt, zet ik vraagtekens bij deze doortastendheid. Als je als museum dat prefereert, zet er dan een conform aangevuld afgietsel naast met een verantwoording van de reconstructie.
    Ook lijkt het wel alsof de Herculesgem een nieuwe achtergrond geschilderd heeft gekregen. Het maakt op mij een ‹ doorgeschoten › indruk. Beide zullen wel de opvattingen reflecteren van de museum-mores van de Balkan.
    Een voorspoedige jaarwisseling in dierbare ronde en een gezonde start in het nieuwe jaar.

  2. Boeiende serie weer en prachtige foto’s. Mooie afsluiting van een jaar waarin ik elke dag opnieuw heb genoten van je blog. Dank daarvoor. En natuurlijk wens ik je niets dan voorspoed in het nieuwe jaar.

Reacties zijn gesloten.