Een oudheidkundige groepsblog

Een tijdje geleden vertelde ik dat ik me op mijn toekomst aan het bezinnen was. Mijn twijfel kwam ook aan bod in het interview dat ik afgelopen maandag mocht geven aan het Handelsblad. Mijn ongemak: er verbetert niets. In alle bescheidenheid denk ik dat ik een paar redelijke boeken heb geschreven en dat mijn rubriek Methode op Maandag toont dat de bestudering van de Oudheid een wetenschap is. Maar wat we hiermee winnen gaat zó verloren als ondeskundige deskundigen op TV zwatelen over de vloek van de farao, over een Jezus zonder halachische opvattingen of over de val van het Romeinse Rijk door Germaanse invallen. Zolang zulke publiciteit domineert, domineert ook het beeld dat de oudheidkundige disciplines intellectueel de moeite niet waard zijn.

Hoe diep de minachting voor de wetenschap inmiddels is, leert de herziening van de historische canon. De commissie vond het overbodig classici, oudhistorici of archeologen om advies te vragen. (Toen ik vroeg welke adviseurs waren geraadpleegd, kreeg ik als ontwijkend antwoord te horen waarom de gemaakte keuze verdedigbaar was. Als oudheidkundige ken ik de contra’s en pro’s natuurlijk niet. Daarvoor moeten oudheidkundigen te rade bij een specialist in de naoorlogse geschiedenis van Nederland.) Zolang er zo veel meer pulp dan kwaliteit is, is verdergaan verspilling van energie. Het is waarom de Livius Nieuwsbrief al een tijdje stil ligt.

Groepsblog

Eén optie is nu een proefschrift te schrijven waarin ik de kwaliteiten samenbreng die de diverse oudheidkundige bloedgroepen hebben op het gebied van wetenschapscommunicatie. Een tweede optie is het schrijven van een spannend overzichtswerk, maar ik weet niet of ik het benodigde gouden pennetje heb. De derde optie is een groepsblog waarin de diverse oudheidkundige bloedgroepen samenkomen.

De achterliggende gedachte is dat het grote publiek geen onderscheid maakt tussen archeologische en filologische benaderingen. Het is dus zinvoller de oudheidkunde aan te bieden en niet de diverse oudheidkundes, die immers alleen academici iets zeggen. Los van het feit dat mensen informatie makkelijker vinden als we als eenheid aanbieden wat bij elkaar hoort, heeft een groepsblog, mits die een beetje groeit, het voordeel dat de diverse betrokken partijen elkaar wat beter leren kennen.

Concreet zou ik Neerlandistiek.nl als model willen nemen. Met een zogeheten aggregaatplug is het eenvoudig informatie te delen die op diverse websites verschijnt. Zo is het mogelijk elke dag een stuk of wat stukjes aan te bieden. Of beter: de beginnetjes van die stukjes, waarna geïnteresseerden kunnen doorklikken naar de deelnemende websites.

Musea kunnen zo hun persberichten kwijt, uitgevers kunnen nieuwe boeken aankondigen, onderzoekers kunnen vertellen wat ze aan inzicht hebben gewonnen, re-enactors kunnen de uitleg geven waar ze zo goed in zijn. En zo voort.

En verder

Ik zou het willen uitbouwen met bronnen en overzichten van opgravingen. Een tijdje geleden heb ik een kleine 100.000 foto’s vrij gegeven, dus welke complicaties er ook zullen zijn, het beeldmateriaal zal daar niet bij horen. Er moet vanzelfsprekend uitleg komen van de methoden. Je bent een wetenschap of niet. En natuurlijk moet er een agenda komen, zodat mensen kunnen zien of er ergens in de buurt leuke lezingen, demonstraties of exposities zijn.

Is een groepsblog haalbaar? Twee musea tonen inmiddels belangstelling; een graecus ziet het zitten kopij aan te bieden; er is iemand die podcasts wil maken; ik ben niet de enige blogger die denkt dat de voorlichting anders moet en kan.

Vragen

Er zijn allerlei kwesties waar ik nog niet uit ben. Over enkele vragen hoor ik graag uw mening.

  1. Ik denk aan een verhouding van 50% Griekse en Romeinse Oudheid tegenover 50% Oude Nabije Oosten en Late Oudheid. Denkt u dat dit een goede verhouding is?
  2. In de voorlichting kan geen neutraliteit bestaan want dan word je een megafoon voor de partij met het agressiefste netwerk. Kwaliteitscriteria zijn niet moeilijk te formuleren, maar hoe verleid je pulpproducenten zich eraan te committeren?
  3. Wat doen we met verwarrende doublures als de Week van de Klassieken en de Romeinenweek?
  4. Een van de voordelen van een groepsblog is dat de diverse partijen elkaar wat beter leren kennen. Hoeveel discussie willen we? Ik vind het op deze blog al lastig de discussie een beetje beschaafd te houden, maar hoe doen we dat in het groot?
  5. Hoe noemen we de blog? Het is onderzocht dat woorden als “Oudheid” mensen afschrikken en ik vermoed dat “klassieken” hetzelfde effect heeft. “Romeinen” is een sterker merk, maar we hebben wel wat meer te bieden. (“Age of experiment” is prachtig en ik heb er alle vertrouwen in dat de man die de uitdrukking muntte, Anthony Snodgrass, er geen probleem mee heeft als we de naam gebruiken, maar “tijd van experimenten” bekt voor geen meter. DIWOB, “dataschaarste is wat ons bindt”, lijkt me ook niks.)
  6. Waar koop ik het winnende lot van de staatsloterij?

Tot slot

Ik denk dat ik voor het einde van dit jaar de migratie van Livius.org af heb. Eindelijk, mag ik wel zeggen, want ze heeft jaren geduurd. Tegen die tijd wil ik ook de Livius Nieuwsbrief hernemen. We hebben het dus over 2021. En het kan ook nog zijn dat ik besluit een proefschrift te maken of een vlot leesboek te schrijven. Niettemin: de reageerpanelen staan voor u open.

Deel dit:

43 gedachtes over “Een oudheidkundige groepsblog

    1. Frans

      1. Nee! Er zou ook ruimte moeten zijn voor Azië, Amerika en Afrika!
      Dat is een eerste gedachte, op de rest moet ik nog even broeden.

  1. 1) Ja.

    2) Het is goed te erkennen dat neutraliteit en bothsidism gevaarlijk zijn. Een oplossing weet ik echter niet.

    3) De subsidie van de Romeinenweek is ten einde. Ik hoorde gisteren dat het was omdat de overheid niet iets mag subsidiëren dat al bestaat.

    4) Alleen anonieme reacties als de redactie weet waarom. Vaak verwijzen naar de fascinerende huisregels.

    5) Oorsprongen?

    6) Niet teveel over piekeren. Je zult zeker ooit geld nodig hebben, maar vraag het alleen bij partijen die weten waar het om draait. Je hebt gezien hoe Romeins Nederland zijn ziel verkocht aan de limesduivel.

    Succes. Een groepsblog is een goed plan.

      1. Dat vind ik wat negatief. De canon is een middel voor het onderwijs. De canon moet daarom aansluiten bij wat kinderen in het nieuws horen. Het probleem is daardoor niet de canon zelf, maar dat de media geschiedvorsing niet beschouwen als wetenschap maar als amusement.

        Zo zijn we aangelopen tegen de limes: er zijn veel betere thema’s te noemen (Julius Civilis, het badhuis van Heerlen, Nijmegen, de Bataven, Nehalennia…) maar het geschreeuw van de limesorganisaties moest verwerkt. Wat ik zelf graag had vernomen is welke oudheidkundige dit heeft goedgekeurd, terwijl de Raad van de Cultuur het heeft over “hobby en lobby”. Dat Kennedy geen antwoord wil geven en denkt het beter te weten, vind ik heel gênant.

        En ja, er zijn ideologische roeptoeters. Maar dat is altijd zo. Historische begrippen veronderstellen altijd keuzes die subjectief blijven. Het wetenschappelijke aspect zit in de verkleining van de mate van subjectiviteit. Mijn eigen canon zou dus deze zijn:

        https://mainzerbeobachter.com/2019/11/25/mom-de-historische-canon/

      2. Lolke

        “50% Griekse en Romeinse Oudheid tegenover 50% Oude Nabije Oosten en Late Oudheid.” = 100% ver van mijn bed. Het is al een kleine groepje mensen in Nederland dat zich in geschiedenis als wetenschap intreseert, moet dat nog beperkter? Als het doel is om het Nederlandstalige publiek te bereiken? Terwijl er net een tweede romeins kamp bij Ermelo is gevonden?

    1. Respect en bewondering voor jouw openhartige en volhardende instelling.
      Ik wens jouw initiatief veel succes.

      Als naam: Samen over Vroeger.

      Natuurlijk wil ik graag een abonnement op het groepsblog!

      Vriendelijke groet,

      1. Dirk

        Felix. Naar “Felix qui potuit rerum cognoscere causas”. Het zijn in ieder geval plannen om naar uit te kijken.

  2. Een uitstekend idee, zo’n groepsblog.

    In tijden van Corona, klimaatverandering en aanstormend fascisme heeft iedereen wel even de neiging het moedeloze hoofd maar te laten hangen. Jij richt je hoofd echter weer op en wilt verder, dat verdient lof en ondersteuning.

    Een proefschrift van jou zoals boven aangeduid kan ik me heel goed voorstellen. Het hoeft het niet eens zo heel veel werk te zijn, omdat het grotendeels al in je hoofd aanwezig is, of vergis ik mij?

    Aan mijn antwoorden op de vragen zul je niet veel hebben. Een antwoord op mijn vraag onder 1. zou ik wel graag krijgen, maar ik weet: dat is heel moeilijk.

    1. Die 50% lijkt me goed. Persoonlijk ben ik het meest geïnvolveerd in de zog. Late Oudheid, zodat bij mij dadelijk de vraag opkomt: hoe láát mag die Oudheid worden?
    2. Pulpproducenten van meet af aan niet toelaten? Vraag me niet hoe dat moet.
    3. Geen mening
    4. Moeilijk
    5. Ik kom niet op een idee.
    6. Dat verklap ik niet; ik hoop dat je daarvoor begrip kunt opbrengen.

    1. De Late Oudheid eindigt rond 650 n.Chr. De keuze is enerzijds gemaakt omdat er in de vroege zevende eeuw een crisis is in het Merovingische Rijk en anderzijds omdat – je raadt het al – de Arabische veroveringen erg belangrijk zijn geweest. De ondergang van Perzië en het gebiedsverlies van Byzantium maakten de wereld werkelijk anders.

      Andere grens: het vierde millennium aan het begin. Ik heb advies gevraagd van een prehistoricus.

      Nog een andere grens: de Sahara in het zuiden en de Pamir in het oosten. Over de Sahara zal geen discussie ontstaan, de oostgrens is discutabeler. Suggesties zijn welkom.

      1. Rudmer Koopal

        Dat klinkt al veel breder en beter.
        Oostgrens: Baikalmeer. Euro-aziatische steppe mag niet ontbreken.

      2. Dank, ik ben blij met deze ruime afgrenzingen. 650 roept wel allerlei vragen op, maar ik ben er vooreerst tevreden mee, want dat betekent dat ik als Arabist ook een beetje mee mag doen.

        Een volgende vraag is: wat komt er na de Oudheid? Het antwoord ‘de Middeleeuwen’ is voor het Midden Oosten niet bevredigend. Maar dat moet maar ergens anders worden besproken.

  3. Jort Maas

    DOA – De Oudheid Achtervolgd
    DOU – De Oudheid Uitgelicht

    Ik heb nog wat meer ideeën met betrekking tot de verschillende punten, maar omdat ik bezig ben met een babykamer zal dat heel even op zich moeten laten wachten 😉

  4. A. Gaastra

    Een groepsblog lijkt me een uitstekend idee, alleen zou ik wel enige institutionele steun op de achtergrond regelen voor de “duurzame toegankelijkheid”, om een archivistische jeukterm te gebruiken. Mijn kritiek op het medium blog (in extenso ook op de open access-beweging) is dat het erg persoonsafhankelijk is. Iemand begint een blog, publiceert enthousiast, daarna minder, daarna helemaal niet meer (Jona is natuurlijk een positieve uitzondering). Uiteindelijk rest alleen de wayback machine om de blog terug te zoeken. Het plan om het breder te trekken dan de academie lijkt me ook prima. De meeste wetenschappers (zoals ik was) zijn dagloners die na een aantal contracten weer uit de wetenschap of naar het buitenland verdwijnen. Het is lastig om hierop te bouwen. Erik Kwakkel verbonden aan de Universiteit Leiden had ooit een erg leuke en informatieve website over middeleeuwse handschriften, maar nu hij ergens in het buitenland professor is, kan ik die site niet meer vinden.

    Voor vergoedingen (daar moet je voor de redacteuren/beheerders zeker naar streven), mensen achter de broek aanzitten, beheer en eindredactie zou ik toch in ieder geval meer dan één organisatie zoeken die participeert, bijv. museum/musea, NWO, KNAW, een onderzoeksschool, faculteit, uitgever, Koninklijke Bibliotheek, etc. etc.. Als er zich één uit het project terugtrekt, dan heb je de andere nog. Nadeel is weer dat deze organisaties weer bepaalde belangen vertegenwoordigen en inhoudelijke eisen kunnen gaan stellen (aantal hits per dag, jong publiek, diversiteit, exclusieve reclame voor de eigen instelling, etc.).

    Maar wie ben ik? Het zijn in de regel geen instituties waar Jona blij van wordt. Misschien doet Neerlandistiek.nl het wel allemaal zonder. Draagvlak onder onderzoekers, re-enactors, docenten is natuurlijk het belangrijkst.

    Verder wens ik reageerder Jort Maas geluk met de aanstaande (?) kleine.

    1. Huibert Schijf

      Ik wil me graag aansluiten bij A. Gaastra. Een blog vereist technisch onderhoud, zoals @JLendering aan den lijve heeft ondervonden bij Livius.org. Bij dat blog moeten overigens ook teksten actueel blijven. De huidige tekst bij het Allard Pierson is bijvoorbeeld verouderd. Het doet mij ook aan die website uit Gent denken. Vast begonnen als persoonlijk hobby loopt zo iets snel uit de hand omdat de Gentse Universiteit dat terecht niet wilde blijven financieren. Technisch beheer en onderhoud moeten niet afhankelijk zijn van een persoon, maar ergens institutioneel worden ingepast en worden gefinancierd. En je moet ook een inhoudelijke redactie hebben maar dat is weer een ander verhaal waar anderen al de nodige opmerkingen over hebben gemaakt. Een mooi voorstel, maar een tijdrovende klus, als je ook nog iets wil doen. Dus eerst maar eens uitzoeken hoe groot het lezerspubliek zou kunnen zijn.

    2. Ja, er moet uiteindelijk institutionele ondersteuning komen. Ik ben blij dat twee musea belangstelling hebben. Maar die zijn niet gek: ze willen eerst zien wat we kunnen.

      Ik heb een plan met een soort “fase nul”, waarin we tonen wat mogelijk is. Zoals ik het momenteel voor me zie, proberen we in een half jaar wat op te bouwen. Dan hebben we ook de voornaamste kinderziektes gedefinieerd. Daarna schrijven we een redactiestatuut en kijken we of er een instelling is die ons steunt.

      Het is belangrijk eerst vast te stellen wat je wilt en kunt en dat je pas daarna op zoek gaat naar een subsidiënt. We hebben (zoals CK aangeeft) gezien wat er gebeurt als je niet je eigen plan trekt: dan ga je je plannen aanpassen aan waar het geld vandaan komt en eindig je met het “promoten” van wat een subsidiënt wil in plaats van dat je je eigen verhaal vertelt.

      Ik heb overigens geen reden te twijfelen aan de Nederlandse musea, die weten waarom ze doen wat ze doen. Maar het gaat nu eenmaal beter als ook de mensen van de groepsblog weten waarom ze dingen doen zoals ze die doen.

  5. Jan P Stronk

    De verhouding 50-50 vind ik een goede gedachte, evenals de begrenzingen in tijd en ruimte. Verder heb ik geen vastomlijnde gedachten m.b.t. de vragen die je opwerpt: Ancient History Review, b.v., klinkt voor geen meter al zou het de lading waarschijnlijk wel dekken als ik je ideeën lees. Een vraag die ik nog niet gezien heb (kan aan mijn blikveld liggen) is of zo’n groepsblog gemodereerd moet worden en zo ja hoe en door wie. Niettemin, het idee en de doelstellingen zijn én goed én nuttig/nodig. Graag zou ik je willen (kunnen) steunen, al zijn mijn beperkingen waarschijnlijk te groot. Succes met het verder broeden op dit (gouden) ei!

    1. Als er een discussieforum bij komt – een heel grote “als” – zal het gemodereerd moeten zijn. Dat is nu ook het geval en ik meen dat je ook op Neerlandistiek.nl niet meteen een reactie kunt achterlaten.

      Overigens is dit, als de stukjes komen van bestaande blogs, ook iets van de auteurs zelf. Als er twee alinea’s komen op de groepsblog en als de rest staat op een bestaande blog, is de discussie automatisch op die blog en ter beoordeling door de eigenlijke auteur.

  6. 1. Ja. De MB toont aan dat je dit slechts als tijdvak ziet en geografisch je netten breed uitwerpt. Ik zal zelf vooral die Romeinse 25% lezen, maar dat is puur persoonlijke voorkeur.
    2. Die gaan dat pas doen als er iets aan vast hangt. Het groepsblog zou dus al voldoende naamsbekendheid moeten verwerven om bijna als keurmerk te gaan dienen. Stel je voor dat een sticker van de groepsblog meer gewicht krijgt dan ééntje van “gezien op DWDD”. Dat zou mooi zijn.
    3. Geen idee. Is dat echt een probleem, die twee weken?
    4. Je zal moderatoren nodig hebben. Ben ik nu naïef als ik denk dat mensen die in de oudheid geïnteresseerd zijn / in de academische wereld werken een beschaafd debat kunnen houden? Ze hebben natuurlijk niet de beste voorbeelden. Als je Cicero’s In Pisonem leest, dan stel ik vast dat hij vrij snel tegen een ban zou aanlopen. En we weten allemaal dat verbanning bij Cicero gevoelig ligt.
    5. Ik herhaal: Felix (qui potuit rerum cognoscere causas). Of noem hem naar één van je helden, die werkten in de tijd voor de oudheidkundige familie uit elkaar groeide. Als je een plek wil zijn voor discussie, wetenschap en twijfel is ook Socrates een optie. Jammer dat Livius al bezet is.
    6. De loterij is een belasting op domheid. En als ik het wist, zou ik het niet aan je neus hangen, maar je zou in mij wel een Maecenas vinden.

    Misschien ligt het buiten je doel, maar vergeet het lager en secundair onderwijs niet. Ik heb al geklaagd dat leerkrachten het vaak moeten stellen met zeer beperkte en verouderde kennis uit de opleiding. Voor veel mensen is de school toch de eerste plaats waar ze met geschiedenis en de oudheid in contact komen. Voor godsdienstonderwijs bestaat in Vlaanderen deze website: https://www.kuleuven.be/thomas/page/. Ik weet niet of er iets gelijkaardigs bestaat voor oude geschiedenis. Anders zullen we het binnenkort moeten doen met een canon, die ook hier in de steigers staat, en mogelijk zal dienen om de Vlaamsche Natie als een onontkoombaar orgelpunt van de geschiedenis te presenteren.

    1. Ad 3) Ja, die verwarring is redelijk groot. Ik ben er ook niet meer zeker van dat het alleen maar dommigheid was. Zo van: de provincies wilden de limes “op de kaart zetten” en zetten daarom een Romeinenweek op omdat ze nog niet wisten dat er al een Week van de Klassieken was. Er waren echter voldoende mensen die de subsidiënt hadden kunnen zeggen dat het efficiënter was de voorlichting over de limes onder te brengen in de bestaande structuur: niet alleen goedkoper maar ook op een plek waar mensen al zochten.

      Maar blijkbaar wilden de betrokkenen nog liever slechte voorlichting dan samenwerken met de classici. Het limes-geld wordt echt slecht besteed.

      1. Medellín, 10 oktober 2020

        @ Jona, Arnold en anderen.

        1. Namen bedenken, verzinnen, die het ¨goed doen¨ in aandacht-vorming en vermarkting is een echte ¨professie¨. Zoekt u maar eens op het internet ¨bedrijfsnaam bedenken¨…

        Van succesvolle (i.e. makkelijk te herinneren en te ´communiceren´) merknamen of bedrijfsnamen kan op voorhand al wel wat geleerd worden.

        Wat ik geleerd heb van vaklieden op dat gebied is, dat de combinatie die het brein het beste bevalt:

        * maximaal twee lettergrepen bevat
        * en in het geval van twee lettergrepen, het meeste succes heeft in de vermarkting als er dan 3 medeklinkers (mag ook dubbel) en 2 klinkers (mag ook dubbel) zijn.

        De voorbeelden zijn dan makkelijk te noemen, ik doe het hier om de gedachten een zet je te geven, hoewel het niet mijn intentie is reclame te maken:

        Volvo
        Exxon
        Renault
        Peugeot
        Austin
        en het beroemde dubbele voorbeeld: coca cola.

        Een uniek voorbeeld is, uiteraard, Shell.

        ¨Slechte¨ namen zijn Unilever, Bethlehem Steel, Hoogovens en ga zo maar door.

        (Unilever heeft wél sterke merknamen, denk maar aan Unox, Jolly, Sunsilk etc)

        Toen hier op het blog eerder Felix genoemd werd, voldeed die naam goed aan de regel van twee lettergrepen, drie medeklinkers en twee klinkers.

        2. Maar de naam die Jona zoekt dient met zijn vak te maken te hebben. En, als hij mij toestaat, nog wel met wat meer.

        Wat men óók van de lieden die zich met vermarkting bezig houden kan leren is hun gouden regel ¨never change a winning concept¨.

        Dat wordt, zoals bekend, voortdurend en overal toch telkens weer gedaan, met de bekende ongelukkige aflopen. Beroemd werd de fabrikant die meende de diep in het geheugen ingebrande zwaluw-lucifers (SÄKERHETS TÄNDSTICKOR) van een nieuw uiterlijk en een nieuwe naam te moeten voorzien. Honderdduizenden, guldens waren het nog, werden er naar snelle reclame- en ontwerplieden gesmeten, en de fabrikant haalde diep bakzeil… de afzet stortte volledig in, en na een jaar moest Swedish Match haar ongelijk bekennen en werden zowel de oude naam als de befaamde zwaluw weer ingevoerd.

        Als er met deze gouden regel in het achterhoofd naar de vraag van Jona gekeken wordt, zonder te pretenderen Jona’s vakgebied te overzien of grondig te kennen, dan komt bij mij, op grote afstand, meteen de krachtige werking van de titel van het befaamde zondagochtend program op de Nederlandse radio in herinnering: O.V.T.

        Superslim bedacht, want een afkorting die er vanaf de basisschool (vroeger lagere school) wordt ingestampt. Er zullen weinig lieden in Nederland zijn die die afkorting niet kennen.

        Jona kan zich geen naampje-pik permitteren. Vast en zeker staan dan de merken-advocaten diezelfde dag nog bij hem op de stoep.

        Maar.. misschien kan hij wél in overleg met O.V.T. en de VPRO bezien hoe er samengewerkt kan worden. Ik noem maar een idee.

        OVT blog.

        3. Voortbordurend op de prachtige naam O.V.T. wil ik nog iets van mijn hart.
        Ongeveer een jaar geleden heeft Jona MIJ althans op zijn blog veel pijn gedaan met de manier waarop hij Immanuel Wallerstein afdankte en bij het oud vuil neerzette. Overigens ook gelet op de inzet van Bart Tromp destijds, en de enorme impact die Wallerstein’s werk wereldwijd had en heeft en zal hebben.
        Ik heb mijn mond toen gehouden omdat ik hier te lande een drukke agenda had. En ik kan ervan getuigen dat Jona’s opmerkingen niet alleen door mij als kwetsend, onnodig en onverdiend, ervaren zijn.

        Maar nu, een jaar na Immanuel’s overlijden, nog het volgende.

        Als er iemand is geweest die zich zowel theoretisch als empirisch bezig heeft gehouden met diverse SOORTEN of KWALITEITEN tijd dan is het wel Immanuel Wallerstein geweest. U vindt zijn overwegingen in diverse publicaties, en ook gesprekken terug.

        Op zijn minst, leerde Wallerstein, zijn er in geschiedkunde vier soorten tijd te onderscheiden, waarvan er twee zelfs door de Grieken een eigen godheid werden toegedicht.

        Uiteraard verbindt Immanuel Wallerstein, als systeem-wetenschapper, zijn verschillende soorten, kwaliteiten tijd aan de opmerking dat elk systeem, welk systeem dan ook, een eigen begin, een eigen levensduur en een eigen einde heeft. Voor zover we nu weten: altijd.

        1. Chronos: onze chronologische tijd, volcontinu, zonder hiaten, met een ongenadige ¨arrow¨ of time, ongenadig, en ondanks professor Barabas en zijn nooit functionele tijdmachine.
        In gewone Chronos tijd, aldus Wallerstein, is de rol van het individu op grote structurele veranderingen relatief gering, vergeleken met Kairos tijd.

        2. Kairos: onze ¨tijden van verandering¨ of ¨woelige tijden¨. Kairos is de god van de opportunity, de unieke kans, van de plotseling opduikende bijna ¨verdichting¨ van tijd, waarin opeens plotsklaps systeemveranderingen mogelijk zijn, en opeens als bij toverslag, de rol van het individu zeer belangrijk zelfs beslissend kan zijn of wordt.

        3. Structuur tijd.

        4. Conjuncturele // cyclische tijd.

        (Ik ga nu niet in op de overwegingen van Kondratieff die Wallerstein in zijn theoretische modellering over cyclische tijd een belangrijke rol verleende.)

        Ik noem deze overwegingen van Wallerstein omdat zij mooi aansluiten, bij dat wat Jona voor ogen staat: het laten zien, in zijn werk, zijn blog en zijn gedroomde museum, hoe al deze verschillende soorten, kwaliteiten tijd gekoppeld aan opkomst, leven en ondergang van ¨systemen¨, belangrijke elementen bevatten voor het doorbreken van inzichten die de mensheid hopelijk snel gaan verlossen van ¨steeds maar weer dezelfde ellende die telkens weer opduikt¨.

        In crisis-tijd duikt Kairos op.

        Een mooi voorbeeld is de manier waarop de honderd jaar geleden voortwoekerende pandemie, één van de armste landen ter wereld toen (Zweden) in mum van tijd systemisch deed veranderen naar één van de rijkste landen ter wereld, met een prachtig voorbeeld van een goed begrepen unieke rol voor één persoon: Carl Lignell.

        Als er nu ergens van historie en Kairos tijd geleerd kan worden dan is het wel daar.

        Lessen voor alle tijden voor iedereen.

        https://www.theguardian.com/cities/2018/aug/29/how-spanish-influenza-helped-create-sweden-modern-welfare-state-ostersund

        Dus misschien verdient het nieuwe blog de Barabasaanse naam: OVTijdmachien?

        b. à.v. jl

        Post scriptum:

        https://mronline.org/2020/09/01/essays-in-memory-of-immanuel-wallerstein-1930-2019/

  7. Frans

    Als die groepsblog er komt, dient er zeker meer aandacht te zijn voor het oude Egypte. Al was het alleen maar omdat dat een populair onderwerp is en ook nog één waarover de raarste verhalen de ronde doen, dus genoeg werk voor een egyptoloog die graag inhakt op kwakhistorici.
    Op vraag 2 & 3 heb ik niet echt een antwoord.
    Wat discussie betreft: hoe meer, hoe beter! Dat er af en toe iemand te ver gaat, moeten we maar op de koop toe nemen. Ongepaste reacties kun je altijd verwijderen.
    En de naam, da’s een leuke. “Zoektocht naar het verleden” is het eerste wat bij me opkomt. Of iets soortgelijks.

  8. Theo Joppe

    Mag ik dan de advocaat van de duivel spelen?

    Ik weet het niet, Jona. Technisch en financieel zal dat je uiteindelijk best lukken, en dat gun ik je van harte. Maar ik zie twee problemen:

    (a) Inhoud. Wat komt er in, wat niet? Wetenschappelijke artikelen tot en met gemeentelijke persberichten en hoeraberichten van musea en uitgevers? Wie gaat dat modereren, en met welke criteria? Dat wordt nog een kluif. Daarmee nauw samenhangend:

    (b) Doelgroep: het is me onduidelijk voor wie al deze info is bedoeld. Zijn dat wetenschappers (dat zijn er niet zoveel), geïnteresseerden zoals de lezers van dit blog, studenten, scholieren, provinciaal/gemeentelijke belanghebbenden? Met andere woorden: is dit voor eigen parochie of is er ook zendingsdrang? Dat maakt nogal wat uit.

    Uit eigen ervaring weet ik dat het heel verleidelijk kan zijn een kwak digitale informatie aan te bieden “omdat het er is”. Maar je zult denk ik heel precies moeten bepalen wat concreet de bedoeling is, en wat niet. Daar gaat nog heel veel werk in zitten, want je krijgt natuurlijk altijd gedonder. Ik zou het niet onderschatten.

    Maar als iemand het kan ben jij het!

    1. Ja, Theo, dat zijn zinvolle observaties. Gelukkig heb ik aan sommige dingen al gedacht. Dat wil zeggen, ik heb twee A4tjes met een wat uitgebreider plan, inclusief een paar beslispunten, waaronder de samenwerking met commerciële partijen.

      Het niveau is niet zo’n grote kwestie, denk ik. Het zal variëren, net als op Neerlandistiek. Wie een eerste kennismaking zoekt, kan er terecht; wie wat méér wil, kan er ook terecht. Het is niet heel anders dan mijn blog, waar nu eens simpele en dan weer lastige stukken staan.

      Mijn zorg zit vooral bij de kwaliteitsbewaking; je verwijst er ook eigenlijk wel naar. Niet alles kan zomaar mogelijk zijn; wie beweert neutraal te zijn, is eerlijker als hij zegt dat hij in feite de spreekbuis is van degene met de grootste bek. Daar wil ik voor waken door middel van enkele simpele kwaliteitsnormen. Wie bijvoorbeeld terug wil naar de negentiende eeuw (denk aan de boeken van Tom Holland), heeft op de groepsblog geen plaats. Er komt een kleine redactie die alle beslissingen hierover neemt aan de hand van een redactioneel statuut; achter de redactie staat een Raad van Toezicht.

      Het redactioneel statuut stelen we van de voormalige krant De Pers.

      1) De redactie is volledig onafhankelijk.
      2) Als dat onvoldoende is, ga je maar ergens anders bloggen.
      3) Als het museum dat ons steunt iets leuks koopt, wijden we daar een stukje aan.

  9. Theo Joppe

    Dank je wel Jona, dat stelt me weer gerust. Nu maar hopen dat een ondersteunend museum geen Chagall aankoopt… Maar veel succes met de verdere uitwerking van je plan!

  10. Arnold den Teuling

    Twee naamsuggesties.
    1. Quadrivium. Daar mag iedereen zelf de symboliek bij bedenken. Klinkt klassiek, ligt goed in het gehoor, maar is wel meer dan twee lettergrepen. Macdonald, BurgerKing en cocacola zijn ook meerlettergrepig
    2. Tomi. het mogelijk fictieve ballingsoord van Ovidius. Bekt uitstekend, je kunt er ook een ook broodjesketen mee beginnen. Ligt centraal in het te behandelen gebied en actueel met de DNA- en migratiediscussie.

    “Felix” is al in gebruik bij het historisch archief van de stad Antwerpen.

  11. Jeroen

    Het probleem is niet dat het publiek niets van oudheidkundigen begrijpt; het probleem is dat oudheidkundigen niets van het publiek begrijpen.

  12. Erik Bouwknegt

    Doen!

    1: Ik zou die verhouding niet al te strikt hanteren, eerst eens afwachten wat er binnenkomt en hoe daar door bezoekers op wordt gereageerd. Wel in de gaten houden dat het niet alleen maar één hoekje Oudheid wordt.
    3: Mooi discussiepunt voor op het blog zelf.
    4: Dat lijkt me een vraag waarover ook prima kan worden nagedacht (en gedisussiëerd) zolang het blog nog niet uitgegroeid is tot een drukbezochte site. Tot die tijd kunnen één of een handjevol moderatoren het nog wel aan zonder er de hele dag mee bezig te moeten zijn.

  13. Ik bedenk nog iets.

    Het was verstandig dat je Kennedy om opheldering hebt gevraagd. Dat hij een deskundige iemand dingen gaat uitleggen is welbeschouwd erg grappig en bewijst niet alleen dat die commissie even kortzichtig is als zijn voorganger, maar vooral dat Romeins Nederland zich heeft overschreeuwen met veel reclame en weinig inhoud.

    Het meest verdrietig is dat niemand heeft geprotesteerd.

  14. 1. Prima. Sowieso, volgens mij is het onderscheid Grieks/Romeins vs. Nabij Oosten helemaal niet zo scherp te trekken.

    2. Duidelijke criteria, en een sterke redactie die deze ook handhaaft.

    3. Geen flauw idee. Aandacht aan besteden als ze interressante dingen doen ?

    4. Als je discussie wilt heb je sterke en strenge moderatie nodig. Als daar niet genoeg tijd/geld/energie voor is, dan moet je het gewoon niet doen. Maar het kan wel degelijk wat toevoegen, volgens mij.
    Er zijn een paar dingen die misschien kunnen helpen om het beschaafd te houden. Geen wondermiddelen, maar ze helpen wel iets. Twitter (en ook de Correspondent, volgens mij) werken met gevalideerde accounts, waarbij gecheckt is of de account ook echt van de persoon in kwestie is. Dat vermindert het aantal echte trollen. Waar je ook aan zou kunnen denken is het beperken van aantal reacties dat iemand (in een bepaalde tijd) kan schrijven; misschien dat mensen dan iets beter gaan nadenken voordat ze iets posten. Tot slot, het is verstandig om reacties checken voordat ze zichtbaar worden op de site, en dingen die te ver gaan simpelweg te weigeren; daarmee voorkom je al een heleboel ellende.
    ;
    5. Museion – zeker als je met musea gaat samenwerken. Het oorspronkelijke Museion zou je kunnen zien als een Grieks/(later)Romeins instituut in het Nabije Oosten, gericht op het verzamelen en beschikbaar maken van kennis en het stimuleren van discussie; jouw plan is dan een soort moderne, digitale variant.

    6. In die bekende tabakszaak aan het einde van de regenboog …

  15. Elizabeth

    “50% Griekse en Romeinse Oudheid tegenover 50% Oude Nabije Oosten en Late Oudheid”
    Maar – de prehistorie dan? Egypte? Afrika? China? Zijderoute? de Amerika’s? volksmigraties? de noordelijke landen? Waarom niet 35% Greco-Roman, 35% oude nabije Oosten/late oudheid, 30% andere interessante gebieden/tijdperken/ontwikkelingen? Of voor mijn part zelfs 30%/35%/35%.

  16. Rob Duijf

    Zonder meer waar. Oudheidkunde gaat niet alleen over de historie van Europa en het nabije oosten en hun invloedssferen, cq ‘de oude wereld’, maar over de wereldwijde verspreiding van de menselijke cultuur. Hoe je dat zou moeten verdelen, weet ik niet, maar er is in de oude wereld sowieso nauwelijks oog voor het verre verleden van de nieuwe wereld, inclusief Australië en Nieuw Zeeland, behalve door de ogen van conquistadores, christelijke missionarissen en utopisten, en kolonisten. Kijk naar de behandeling van de oorspronkelijke bewoners die naar de marge zijn verdreven en de schandvlek van de slavernij.

Reacties zijn gesloten.