Domitianus (28): De “Mainz Pedestals”

Een van de Mainz Pedestals (Landesmuseum, Mainz)

Keizer Domitianus leidde de oorlog tegen de Chatten vanuit Mainz. De legioenbasis werd tijdens zijn regering herbouwd en uit die bouwfase stammen ook de “Mainz Pedestals”, een verzameling reliëfs die, zoals de naam al aangeeft, was aangebracht op de sokkels van enkele zuilen. Ik weet niet hoe ze heten in het Nederlands of Duits.

Vroeger stonden ze opgesteld in de wereldberoemde Steinhalle van het Landesmuseum, maar die is al jaren gesloten en zal niet heropend worden. De zaal is namelijk enkele jaren in gebruik geweest als vergaderruimte voor het Landesparlement, en dat is de parlementariërs zo goed bevallen dat ze niet meer weg willen. We kijken in Nederland vaak bewonderend naar het Land der Dichter und Denker, maar volmaakt is het ook daar niet.

Lees verder “Domitianus (28): De “Mainz Pedestals””

De schepen van Mainz

Nachbau 2 (= Mainz 3)

Ik ben al jaren niet in Mainz geweest. Dit najaar heb ik even gespeeld met de gedachte er weer eens naartoe te gaan, maar de reisbeperkingen zijn te streng voor een onbekommerd weekendje weg. Niettemin: er zijn daar prachtige musea, waarvan het Gutenberg-Museum het belangrijkste is. Er is ook een tempel voor Isis en de Grote Godenmoeder met een leuke expositie; even verderop is het Landesmuseum met een prachtig lapidarium vol inscripties en sculptuur; nog even verderop is, in dezelfde straat, het Römisch-Germanisches Zentralmuseum. Dat biedt meer dan de naam suggereert, namelijk een overzicht van de antieke cultuur van Egypte tot Byzantium, alsmede een Biergarten.

Maar wat echt bijzonder is, is het Museum für Antike Schifffahrt. De spelfout waar u als de kippen bij bent, is niet de mijne, of beter: sommigen menen dat het museum zijn naam moet spellen zoals het historisch is gegroeid, anderen vinden dat de spelling mee moet gaan met de Rechtschreibreform van ’96. Althans, dat hoorde ik de laatste keer dat ik er was. Van een suppoost die ook vertelt dat de expositiehal ooit is gebouwd als zeppelinfabriek, ben ik echter op alles bedacht. De website toont in elk geval nog steeds beide spellingen.

Lees verder “De schepen van Mainz”

Misverstand: Bevroren Rijn

Als ik de Rijn moest oversteken, nam ik deze brug bij Mainz. Ik weet niet meer waar ik deze penning heb gefotografeerd.

Misverstand: De barbaren staken in 406 een bevroren Rijn over

Het Romeinse Rijk bleef niet eeuwig bestaan, al is niet precies duidelijk waardoor het in West-Europa verdween. Er wordt al een eeuw of twee, drie over gediscussieerd en het einde van het debat lijkt nog niet in zicht. Eén factor wordt echter steeds opnieuw genoemd: de invallen van barbaarse stammen. Die raakten weliswaar snel geassimileerd, maar de dreiging was van tijd tot tijd zeer reëel.

Zo staken op de laatste dag van 406 de Vandalen, Sueben en Alanen de Rijn over. Het Romeinse leger dat de grens had moeten verdedigen, was op dat moment niet op volle sterkte omdat veel troepen in Italië waren om te vechten tegen een andere groep barbaren, die al eerder een inval hadden gedaan. Een jaar later brak er tussen de Romeinen ook nog eens een burgeroorlog uit. De Vandalen, Sueben en Alanen konden vrijwel ongehinderd Gallië onder de voet lopen.

Lees verder “Misverstand: Bevroren Rijn”

Legionairs uit Mainz

Een van de Kästrich-sokkels: twee legionairs in actie (Landesmuseum, Mainz)

Nou heet deze blog de Mainzer Beobachter, maar over Mainz, het antieke Mogontiacum, heb ik nog maar weinig geschreven. Oké, ik heb weleens wat grafschriften besproken, maar erg veel meer is er nog niet uit mijn pen gekomen. Tijd om daar eens verandering in te brengen en te schrijven over het kunstwerk hierboven.

Dit is één reliëf uit een serie van tien, twee keer vijf. Ze zijn gevonden op de heuvel die bekendstaat als Kästrich: in feite de citadel van de oude stad. Hier lag een legioenbasis die tijdens de Bataafse Opstand enkele aanvallen weerstond – de burgerlijke nederzetting in de richting van de Rijn werd wel gebrandschat – en daarna door legionairs van I Adiutrix en XIV Gemina werd herbouwd. De reliëfs dateren uit die tijd, het laatste kwart van de eerste eeuw. Het zijn de sokkels van pilaren in een poort of een tempeltje.

Lees verder “Legionairs uit Mainz”

Mainz en Trier

Boog van Dativius Victor (Mainz)

Als u hoopte op het tweede stukje over de communistische archeologie, moet u nog even wachten. U krijgt Trier en Mainz.

Mainz heeft verschillende musea, zoals het Landesmuseum (met een gave collectie Romeinse inscripties en reliëfs), een ondergrondse tempel voor Isis en het Römisch-Germanisches Zentralmuseum, waar je perfect kennis kunt maken met de antieke cultuur. Wat het museum niet bezit, is als replica aanwezig. Aan de andere kant van de stad is het Museum für antike Schifffahrt, met zes laatantieke scheepswrakken, talloze modellen en twee 1:1-replica’s van Romeinse oorlogsschepen. Op loopafstand is het Romeinse theater en nog iets verderop is het graf van Drusus.

Lees verder “Mainz en Trier”

Factcheck: de bevroren Rijn

Als ik de Rijn moest oversteken, nam ik deze brug.
Als ik de Rijn moest oversteken, nam ik deze brug.

Het is 31 december en sommige zaken zijn vandaag voorspelbaar. Vanavond vuurwerk. Een oudejaarsconferentie. Rijen bij de oliebollenkramen. En ergens schrijft iemand dat twee stammen, de Germaanse Vandalen en de Iraanse Alanen, op 31 december 406 de bevroren Rijn overstaken. Voilà, de bijdrage van dit jaar.

Het Romeinse leger dat de grens had moeten verdedigen, was die oudejaarsdag niet op volle sterkte omdat veel troepen in Italië waren om te vechten tegen een andere groep invallers. Het geluk lachtte Vandalen en Alanen toe: tussen de Romeinen brak burgeroorlog uit. Versterkt met nog andere Germaanse groepen konden ze Gallië vrijwel ongehinderd onder de voet lopen.

Lees verder “Factcheck: de bevroren Rijn”

De Bataafse Opstand (slot)

De Romeinen herstellen orde op zaken (landkaart uit "Edge of Empire")
De Romeinen herstellen orde op zaken (landkaart uit “Edge of Empire”)

Korte inhoud van het voorafgaande: de Bataven zijn in opstand gekomen en boeken succes na succes. De steden in Gallië verklaren zich onafhankelijk. In Rome is men echter klaar om de orde te herstellen. Het feuilleton in deze Romeinenweek is gebaseerd op mijn boek De randen van de aarde (2000) en Edge of Empire (2012, met Arjen Bosman; de vertaling van de Tacitusfragmenten is van Vincent Hunink).

***

Inmiddels had Rome het onverslaanbaar grote leger op de been gebracht waarvan de komst sinds Civilis’ aanval op Xanten viel te verwachten. De generaal, Cerialis, was niet alleen familie van Vespasianus, maar had bovendien in Brittannië gestreden in het leger waartoe ook de nieuwe keizer en Julius Civilis hadden behoord. Tacitus portretteert Cerialis als een ietwat excentrieke maar efficiënte ijzervreter. Onder zijn leiding stonden het Eenentwintigste Legioen Rapax, onderafdelingen van de Rijnlegioenen die met Vitellius naar Italië waren getrokken, en tot slot het door Vespasianus opgerichte Tweede Adiutrix (“helpster”). Met hen rukte Cerialis op naar Mainz.

Lees verder “De Bataafse Opstand (slot)”

Dood in Mainz

Dood in Mainz
Dood in Mainz

Wanneer je in een museum met Romeinse inscripties de grafstenen leest, zul je vaststellen dat oude mensen vrijwel zonder uitzondering stierven toen ze 60, 70 of 80 waren. De oude Romeinen wisten gewoon niet precies hoe oud ze waren – afgezien dan van de man, genoemd door Plinius de Oudere, die zijn leeftijd van 130 jaar kon bewijzen met behulp van zijn belastingaangifte.

Ik wilde eens controleren of dit patroon ook in het Rijnland voorkwam. Mainz was de logische kandidaat: in het Landesmuseum is een mooie “Steinhalle” vol inscripties. Bovendien was Mainz een garnizoenstad, waarvan ik vermoedde dat er wel een soort administratie zou zijn bijgehouden. Ik verwachtte een min of meer regelmatig patroon tot pakweg 45-50 jaar: dan zwaaiden de legionairs af, maar tot dat moment zou de statistiek een normale mortaliteit moeten vertonen. Na 50 verwachtte ik dan de normale pieken bij 60, 70 en 80.

Lees verder “Dood in Mainz”