
We moeten wegens de corona zoveel mogelijk thuis blijven maar voor de opnames van Oog op de Oudheid moest ik afgelopen dinsdag toch echt naar Leiden, naar het Rijksmuseum van Oudheden. Daar was een expositie van gemmen – u weet wel, gesneden edelstenen – ingericht waar geen mens momenteel naar kan komen kijken. Het stemde me intens treurig. Het is zoiets als de weg weten in een huis dat is gesloopt. (Tussen haakjes: al mijn veel beleden sympathie voor Rotterdam maakt me niet blind voor de waanzin van de sloop in de Tweebosbuurt.)
Terug naar die gemmen. Hierboven een Romeins voorbeeld uit de eerste eeuw na Chr.: een adelaar die iemand optilt. De adelaar is Zeus/Jupiter, daar zit geen probleem. Maar wie is de ander? Is het Hebe, de schenkster van de goden? Die wordt meestal afgebeeld met een beker in de hand. Is het – zie het plaatje hieronder – Ganymedes, de geliefde van Zeus? Het door een enorme adelaar meegevoerde mensje lijkt een vrouw met een haarknotje.

Het motief van iemand die door een adelaar wordt weggevoerd staat, met een wat ongelukkig gekozen naam, bekend als “rape in the sky”. Verhalen over adelaars die mensen meenemen naar de hemel komen ook bij andere culturen dan de Grieks- Romeinse voor, zoals in de mythe over de Sumerische koning Etana, een van de wortels van de Henoch-traditie.

Maar het meest frappant is de belangstelling bij de Avaren. Alleen al in de goudschat die bij Sânnicolau Mare in Roemenië is gevonden, zitten twee afbeeldingen van een persoon die door een adelaar wordt weggevoerd. Zie de bovenstaande Medaillonkrug links. (Het origineel ligt onfotografeerbaar in het donker het Kunsthistorisches Museum in Wenen; dit is een kopie uit Boedapest.)
Blijkbaar appelleerde deze afbeelding ook aan een Avaarse mythe. De smid, misschien een Byzantijnse ambachtsman, kan hebben gedacht aan Hebe of Ganymedes maar degenen die de kruik bewaarden en later begroeven, zullen hun eigen interpretatie hebben gegeven.
Maakt u zich over de gemmen-tentoonstelling in Leiden overigens niet te druk. Ze duurt nog tot 4 september 2022.
[Dit was het 397e voorwerp in mijn reeks museumstukken.]
“waar geen mens momenteel naar kan komen kijken. Het stemde me intens treurig.”
Mij niet en dat is heel egoïstisch. Want de afstand is voor mij bewerkelijk en nu besteed jij er extra aandacht aan, zodat ik mooie foto’s kan bekijken. Sommige van die juweeltjes zou ik best cadeau willen doen aan mijn geliefde (niet de Silenus, wat een lelijkerd).