[Dit is het laatste van vier stukjes over het leven van de Karthaagse veldheer Hannibal. Het eerste was hier.]
De economie van Karthago was geruïneerd en in 196 v.Chr. koos de volksvergadering Hannibal tot suffeet. Hij reorganiseerde de staatsinkomsten en nam maatregelen om de landbouw en de handel te stimuleren. Er gingen echter geruchten dat hij van plan was een bondgenootschap aan te gaan met het Seleukidische Rijk, om samen Rome voor de tweede keer in Italië aan te vallen – als koning Antiochos III de Grote hem maar een leger wilde geven. Het is onbekend of deze beschuldiging op waarheid berustte, maar toen de Romeinen een onderzoekscommissie stuurden, vluchtte Hannibal naar Antiochië, de hoofdstad van het Seleukidische rijk. Hij was minder dan een jaar aan de macht geweest. Zijn huis werd verwoest.
In deze jaren hadden zowel Rome als de Seleukidische koning belangstelling voor Griekenland en Macedonië. Rome versloeg koning Filippos in de Tweede Macedonische Oorlog (200-197) en riep toen onverwacht zijn troepen terug om Griekenland onbeschermd te laten voor een Seleukidische invasie. Antiochos trapte in de val en liet zich naar Griekenland lokken (192), waar Rome het voordeel had van de korte aanvoerlijnen en vertrouwdheid met het terrein. In deze Syrische Oorlog adviseerde Hannibal koning Antiochos om Italië binnen te vallen en het valt makkelijk te raden wie de bevelhebber van dat expeditieleger had moeten worden. In plaats daarvan kreeg Hannibal een ondergeschikt vlootcommando. In een zeeslag ter hoogte van Side werd hij verslagen door Romes bondgenoot Rhodos (190).
De Romeinen brachten de Seleukiden, die ze eerst uit Griekenland hadden verjaagd, een vernietigende nederlaag toe bij Magnesia, waarop koning Antiochos moest aanvaarden dat wat nu Turkije is, zou worden toegevoegd aan het kleine koninkrijk Pergamon, een Romeinse bondgenoot. De Seleukidische gouverneur van Armenië, Artaxias, concludeerde dat het tijd was geworden zijn onafhankelijkheid op te eisen. Hij werd ook de volgende gastheer van Hannibal, want Rome eiste zijn uitlevering en koning Antiochos kon zijn admiraal niet beschermen. Eenmaal in Armenië adviseerde Hannibal koning Artaxias bij de bouw van zijn nieuwe hoofdstad, Artaxata, niet ver van het huidige Yerevan.
Dit was het einde van zijn omzwervingen nog niet. Later moest Hannibal opnieuw vluchten en vond hij onderdak aan het hof van koning Prusias I de Lamme van Bithynië, die hij hielp in zijn oorlog tegen de Pergameense koning Eumenes II Soter. Als admiraal vierde de Karthager zijn laatste overwinning (184). Rome greep echter in ten gunste van Pergamon, eiste opnieuw Hannibals uitlevering en toen Prusias daartoe bereid was, maakte Hannibal met gif een einde aan zijn leven (winter 183/182).
De plaats waar dit gebeurde, Libyssa, werd door latere generaties in ere gehouden. Onder de bezoekers waren ook Romeinen. Het monument dat keizer Septimius Severus (r. 193-211) liet oprichten, stond er in de elfde eeuw nog.
***
Tot slot: wat maakte het uit? De Mediterrane wereld van de derde en tweede eeuw was op weg naar iets dat we eenheid zouden kunnen noemen. Door toenemende handel was een vroeg soort globaliseringsproces gaande. Het ontstaan van één groot Mediterraan rijk was eigenlijk onvermijdelijk, en de inzet van de Punische oorlogen was of dit een Romeins of een Karthaags gezicht zou krijgen. Rome won. De Romeinse macht zou gedurende bijna zes eeuwen niet serieus meer worden bedreigd.
“Rome won.”
En toch heeft geen enkele Romeinse generaal of politicus de eretitel “de Grote” gekregen, itt een zekere Macedonische legeraanvoerder, die ook zoiets probeerde.
Pompeius liet zich toch heel bescheiden aanspraken als “Magnus”?
Dit is een van de aanwijzingen dat Alexander nog geen “de Grote” werd genoemd voordat Antiochos III die titel had aangenomen.
“ Het ontstaan van één groot Mediterraan rijk was eigenlijk onvermijdelijk, en de inzet van de Tweede Punische Oorlog was of dit een Romeins of een Karthaags gezicht zou krijgen.”
Eigenlijk was de beslissing toch al gevallen na de 1e Punische Oorlog? Jona geeft zelf aan dat Hannibal eigenlijk geen kans had. En als Karthago toch had gewonnen, was er volgens mij geen Karthaags wereldrijk ontstaan. Karthago had daarvoor de menskracht niet.
Je hebt gelijk. Dit is een slordigheid die ik ga verbeteren. Het moet zijn “de inzet van de Punische Oorlogen was…” Rome had de grote klap al uitgedeeld, Hannibal stribbelde tegen.
Ik weet het niet hoor. We doen nu alsof er niets meer mis had kunnen gaan voor Rome. Als we serieus overwegen dat Carthago de Mediterrane grootmacht had kunnen worden, dan moeten we toch ook overwegen dat Rome’s bondgenoten ooit afvallig waren geworden. Had Hannibal nog een Cannae kunnen bewerkstelligen, of een Macedonische invasie of zoiets, dan had het toch anders kunnen lopen?
Aan de andere kant heeft Carthago altijd problemen met troepensterkte gehad, en moest het altijd zwaar leunen op bondgenoten en huurlingen. Maar dat zou dan betekenen dat de Eerste Punische Oorlog ook geen beslissing was, omdat Carthago op den duur nooit enige kans heeft gehad om zo’n grootmacht te worden zolang Rome bestond.
Ik ben het met RobbertV eens. Het riekt me teveel naar historisch determinisme – dingen hadden niet anders kunnen verlopen dan ze verliepen. Dan moet men wel aantonen dat op geen enkel moment Hannibal ook maar één andere optie had. Dat laat zich lastig rijmen met de veldslagen die hij zo overtuigend won.
Elke competente militair weet dat hij (af en toe ook een zij) de vijand moet pakken op het zwakste punt. Ik moet nog steeds overtuigd worden dat Rome in 217 en 216 BCE geen zwakten hadden. Duidelijk is alleen dat Hannibal er geen herkende.
“De Mediterrane wereld van de derde en tweede eeuw was op weg naar iets dat we eenheid zouden kunnen noemen. Door toenemende handel was een vroeg soort globaliseringsproces gaande. Het ontstaan van één groot Mediterraan rijk was eigenlijk onvermijdelijk, en de inzet van de Punische oorlogen was of dit een Romeins of een Karthaags gezicht zou krijgen.”
Ik blijf er moeite mee houden, vooral met het woord ‘onvermijdelijk’ en de 1 op 1 relatie globaliseringsproces = 1 rijk.
Het suggereert dat het eigenlijk niet meer uitmaakte wat mensen deden, Rome (als wereldmacht) zou er toch wel komen. Er zijn veel momenten geweest waarop ‘het Romeinse dubbeltje’ (sesertie) de andere kant op had kunnen vallen (agency). Dat is niet gebeurd en er achteraf over fantaseren heeft weinig zin, maar ‘onvermijdelijk’ is m.i. niet de juiste omschrijving.
En met betrekking tot de opmerking over de menskracht van Rome versus Karthago. De militaire kracht van Rome lag voor een groot deel in het inzetten van menskracht uit de veroverde gebieden – als slaaf of als soldaat – in theorie had Karthago ook een dergelijke strategie kunnen gaan volgen.
Het is anders gelopen, dat weten we nu en we noemen het geschiedenis.
Eens, en zelfs eens dat Rome onvermijdelijk was ten aanzien van de verschillen met Carthago op militair gebied.
Jawel, maar wat voor JonaL geldt geldt ook voor u (ons).
“de andere kant op had kunnen vallen”
Dan dient u die momenten te identificeren en erbij te vertellen wat de vijanden van Rome anders hadden kunnen doen. Om de één of andere reden wordt dat vaak achterwege gelaten – zie de uitgebreide speculaties over de Amerikaanse Burgeroorlog en de beide Wereldoorlogen.
Ik wil wel een suggestie doen: Hannibal had de Romeinse zilvermijnen kunnen veroveren en ten eigen bate aanwenden.
Niet mee eens, dat is wat ik onder fantaseren/speculeren versta; ik betoog iets anders.
Walter Scheidel heeft in “The fate of Rome” (dat ik op dit moment aan het lezen ben) een analyse gemaakt over de vraag waarom Rome een wereldrijk is geworden en of er momenten in de geschiedenis waren waarop het makkelijk anders had kunnen lopen. Hij benoemt een aantal structurele factoren, waaronder de menskracht in Italia en het vermogen van Rome deze te mobiliseren, terwijl andere staten dat veel minder goed konden doen. Dat geldt bijvoorbeeld voor de Macedoniërs, Seleuciden en Ptolemeeën, die ook nog per soldaat in het veld flink duurder uit waren. Bovendien waren deze drie voortdurend met elkaar aan het bakkeleien, tot een gezamenlijke strijd tegen Rome is het nooit gekomen.
Scheidel analyseert ook mogelijke alternatieve ontwikkelingen nadat Rome de hegemonie in midden-Italia had verworven. Heel kort gezegd: het Perzische Rijk was te ver weg, de Griekse stadstaten waren te verdeeld om een wereldrijk te bouwen. De grootste kans geeft Scheidel aan de mogelijkheid dat Alexander de Grote langer was blijven leven en een expeditie naar het Westen had ondernomen. Na de splitsing van Alexanders rijk was die mogelijkheid vervlogen. De drie opvolgers hadden vaak wel de capaciteit om het Rome lastig te maken maar ze waren steeds met elkaar bezig. Andere staten in het oosten waren te klein. Daarmee bleef alleen Karthago over. Na de 1e Punische oorlog, die Rome won mede door haar hoeveelheid menskracht en gemilitariseerde maatschappij, was de kans dat Karthago in de 2e Punische oorlog in het nadeel, ook al wist Hannibal Rome tot het uiterste te belasten. Daarna was er eigenlijk niets meer dat het totstandkomen van het Romeinse wereldrijk in de weg stond.
En dat zal de reden zijn dat Romeinen altijd gefascineerd bleven door Hannibal. En wij ook.
Het laatste hoofdstuk van “Carthage Must Be Destroyed” van Richard Miles gaat over de Romeinse fascinatie met Hannibal. Het is een goed hoofdstuk in een overigens slecht boek.
https://mainzerbeobachter.com/2016/07/02/verhalen-over-karthago/