De Zesentwintigste Dynastie

Amasis is de bekendste farao uit de Zesentwintigste Dynastie (Neues Museum, Berlijn)

Wat grappig: ik heb nog nooit geblogd over de Zesentwintigste Dynastie, die van 664 tot 525 v.Chr. heerste over Egypte. En dat terwijl ik wel heb geschreven over de daaraan voorafgaande dynastie, de Nubische of Vijfentwintigste. Ook heb ik al geblogd over enkele min of meer belangrijke Egyptenaren uit deze tijd, zoals Wahibre-em-achet, Taparet, Peneptah en Wedjahor-Resne. Het grote plaatje heb ik echter nooit geschetst. Tijd dus om iets te corrigeren.

Eerst even wat er voorafging: de Nubiërs hadden Egypte onderworpen en waren vervolgens beland in een conflict met de Assyriërs. Hun koning Esarhaddon had in 671 v.Chr. Egypte veroverd en de Nubische farao Taharqo zuidwaarts verdreven. Vervolgens had de Assyriër gouverneurs aangesteld, die hij rekruteerde uit de Egyptische elite. Toen was Esarhaddon overleden.

Lees verder “De Zesentwintigste Dynastie”

Nubië

Standbeelden van enkele koningen van Nubië, gevonden in Dukki Gel (Museum van Kerma). Let op de dubbele uraeus-slang op het voorhoofd. Deze staat voor de twee culturen en de twee koninkrijken langs de Nijl.

Ik vermoed dat als Luuk de Blois en Bert van der Spek het handboek waarnaar ik (om uit mijn mentale impasse te geraken) ben teruggekeerd, anno 2021 zouden bewerken, ze meer aandacht zouden besteden aan Nubië. Eén reden is dat er inmiddels in het Drents Museum een expositie is geweest die duidelijk het belang toonde van het koninkrijk in het huidige Soedan. Als de auteurs het niet al wisten, kenden ze dat belang wel sinds hun bezoek aan Assen. Nubië was een IJzertijdkoninkrijk dat in zijn eigen recht belangrijk was.

Een andere reden is dat de corridor langs de Nijl meer dan vroeger in de belangstelling staat. De DNA-revolutie zijnde een hermeneutische revolutie, moeten we aannemen dat ideeën langs de rivier zijn gemigreerd. Ik schrijf “aannemen” omdat ik zelf geen voorbeelden noemen kan die kunnen dienen als bewijs. De auteurs van Een kennismaking met de oude wereld (allebei hoogleraar) zouden, als ze hun boek nu moesten herzien, de middelen hebben het wel uit te zoeken. Van ziektekiemen weten we zeker dat ze langs de Nijl naar het noorden kropen. Dat zal dus ook wel zijn gebeurd met prettigere zaken.

Lees verder “Nubië”

Antieke namen

Shabti’s van Taharqo en Senkamanisken (Boston, Museum of Fine Arts)

Ik weet niet hoe het u vergaat, maar als ik voor het eerst arriveer in landen waar het westerse alfabet niet wordt gebruikt, is het voor mij altijd de sport de opschriften te lezen. Het makkelijkst zijn dan namen als “Coca Cola” of “Apple”, waar een logo aangeeft wat er moet staan. De woorden “dames” en “heren” zijn ontcijferd na een eerste toiletbezoek. Daarna volgen gangbare woorden als “computer” en “telefoon”. Ik zal niet snel het moment vergeten, lang geleden in Athene, waarop ik in een flits begreep dat het mysterieuze ΒΙΝΤΕΟ dat ik al enkele keren had gezien, de Griekse manier was om “video” te schrijven.

De vorige alinea was slechts een aanloopje om een simpel punt te maken: de spelling van een woord is niet altijd een weergave van de uitspraak. Het moderne Grieks gebruikt bijvoorbeeld de twee letters nu-tau om de klank weer te geven die wij weergeven als d, terwijl de bèta onze v weergeeft. Geen Griek heeft daar moeite mee, zoals wij weten dat word en wordt twee weergaven zijn van dezelfde klanken, die dan weer niet hetzelfde betekenen.

Lees verder “Antieke namen”

Senkamanisken

Koning Senkamanisken met de dubbele uraeus-slang, die symbool staat voor de heerschappij over Nubië én Egypte

Het bovenstaande portret stelt koning Senkamanisken voor, die van pakweg 640 tot 620 v.Chr. regeerde over Nubië. Als u de kop herkent, is het vermoedelijk omdat het Drents Museum dit beeld gebruikt om reclame te maken voor de expositie over het oude Nubië. Er zit een verhaaltje aan vast.

Zoals ik al eens eerder vertelde, heersten de koningen van Nubië een tijd lang – laten we zeggen van 740 tot 667 – ook over Egypte. De twee rijken hadden veel gemeen, dus heel vreemd was het niet. Het paste ook redelijk in de gedeelde kosmologie, waarin de dingen eigenlijk pas in orde waren als ze met z’n getweeën voorkwamen: een aantredende farao verenigde de twee rijken, waarmee meestal Beneden- en Boven-Egypte waren bedoeld, al was de vereniging van oorsprong die van Hierakonpolis en Naqada (gesymboliseerd door de witte hedjet-kroon en de rode deshret-kroon), en ook al kon de vereniging in wijdere zin ook slaan op de oostelijke en de westelijke oever van de Nijl of op het vruchtbare en het dorre land. Of op Egypte en Nubië. Dit laatste was in elk geval hoe de Nubiërs de universele twee-heid graag uitlegden en daarom droeg de koning, zoals u hierboven ziet, twee uraeus-slangen op zijn diadeem.

Lees verder “Senkamanisken”

Nubië in Assen

Armband met een afbeelding van de Egyptische godin Hathor (c.250-100 v. Chr.; © Museum of Fine Arts, Boston)

Vandaag is de laatste dag van de mooie expositie die het Drents Museum heeft gewijd aan het oude Iran. De volgende tentoonstelling begint op 16 december en zal zijn gewijd aan Nubië, het antieke Soedan, een onderwerp waarin ik al wat langer belang stel en waarover op deze plaats al eerder is geblogd: het verslag van Edwin de Vries van de opgravingen in Kawa, een stukje over een beeldschone beeldengroep uit Dukki Gel, een recensie van een fotoboek, een overzicht van de Nubische dynastie die even over Egypte heeft geregeerd, een krabbel over Herodotos’ opvattingen over de Nijl en gisteren het verhaal van Romeinen in Nubië, op zoek naar de bronnen van de Nijl. Ook maakte ik inmiddels deze webpagina. En o ja, ik nam in een reeks over kapitelen een kapiteel uit Meroë mee.

Het Herodotosstukje en het Romeinenstukje vertegenwoordigen een deel van de problematiek: we kijken naar Nubië vaak indirect, namelijk niet door onze eigen ogen, maar door die van anderen. De ene keer een Griekse onderzoeker, de andere keer Romeinse officieren. Op eerdere exposities in Nederland – ik bezocht ze in het Haags Gemeentemuseum en in de Nieuwe Kerk – kwamen de Nubiërs aan bod als een appendix bij de geschiedenis van Egypte. Als je er zo naar kijkt, indirect, komen de opkomst van Nubië als machtig koninkrijk en haar expansie naar Egypte in de eeuw na 750 v.Chr. totaal onverwacht. En dat betekent dan weer dat je het onderwerp tekort hebt gedaan. De expositie in Assen wil Nubië daarom meer presenteren vanuit de Soedanese context: in Nubië kwamen culturen samen.

Lees verder “Nubië in Assen”

De Nubische koningen van Egypte

De piramiden van Nuri. Taharqo werd hier als eerste begraven; nog drie eeuwen zouden hier de Nubische vorsten worden bijgezet.

Nubië, Kush en Napata: de drie namen verwijzen naar enkele steden bij het vierde cataract in de Nijl. Zeg maar noordelijk Soedan. Omdat hier goud werd gewonnen, hadden de Egyptenaren er ruimhartig belangstelling voor. De koningen van de Achttiende Dynastie plaatsten het zelfs onder rechtstreeks bestuur. Weliswaar werd het later weer onafhankelijk, maar de handel tussen het zuidelijke goudland en Egypte ging verder. Illustratief is het Nubische ivoor, dat via Egypte en Syrië werd verhandeld tot in Assyrië aan toe.

Makkelijk zal de handel over de Nijl niet zijn geweest, want Egypte raakte steeds meer verdeeld en lag eigenlijk klaar om te worden onderworpen. Ergens in het derde kwart van de achtste eeuw v.Chr. viel de Nubische vorst Piye Egypte binnen. Wellicht was de bevolking er blij mee, want de Nubiër bood stabiliteit. We kunnen dit afleiden uit de restauratie van enkele oude heiligdommen: meestal een teken dat de overheid wat kapitaal heeft om te investeren.

Lees verder “De Nubische koningen van Egypte”

Nahr al-Kalb

Twee reliëfs aan de Nahr al-Kalb: Ramses II (links) en Esarhaddon (rechts)

Even ten noorden van Beiroet stroomt de Nahr al-Kalb (“hondenrivier”) uit in de Middellandse Zee. Het is een lieflijke vallei, waarin een mooie middeleeuwse brug een opvallend punt vormt, maar de monding is een wat rommelig geheel: een brug voor een autosnelweg, een hoop afval, een tunnel door een vooruitspringende rots, een tweede brug, een jachthaven, een flatgebouw.

Het is echter een leuk (zij het gevaarlijk) punt om, op weg van Beroet naar Byblos of Tripoli even uit te stappen, want zo’n beetje elk leger dat hier langs is gekomen, heeft er zijn naam in de rotswand achtergelaten. Als ik het goed heb geteld zijn er twee monumenten, één lege sokkel en tweeëntwintig inscripties in zeven verschillende talen. Interessant vond ik vooral de inschriften uit de tijd van de twee wereldoorlogen: de Arabische en Britse legers die in 1918 Damascus, Homs en Aleppo innamen; de Fransen en Britten die Beiroet bezetten; de Franse interventie in Arabisch Syrië; een monument voor het Franse garnizoen; een inscriptie om te gedenken dat in 1941 de Vrije Fransen de Vichy-Fransen verdreven; het begin van de Libanese onafhankelijkheid.

Lees verder “Nahr al-Kalb”

Koningen van Nubië

Standbeelden van enkele koningen uit Nubië, gevonden in Dukki Gel (Museum van Kerma)

Wie schrijft over de Oudheid heeft nogal wat clichés om te vermijden. In de tekst die ik momenteel lees is sprake van de “geoliede Romeinse oorlogsmachine” en samenpakkende “oorlogswolken”. Romeinen zijn immers altijd agressief, militaristisch en imperialistisch. Grieken zijn daarentegen altijd weer geniaal en erotisch. “Romeinen komen van Mars, Grieken van Venus”, zoals de vooroordelen een tijdje geleden werden uitgevent. Ondertussen vinden archeologen voortdurend “schatten”, identificeren ze “verloren beschavingen” en lossen ze “raadsels” op. Geen wonder dat mensen de oudheidkunde niet langer serieus nemen. En dit stukje gaat over, jawel, “zwarte farao’s”.

Nubië en Egypte

Ten zuiden van Egypte lag Nubië of Kush, waar in de loop der eeuwen diverse koninkrijken hebben bestaan. Eén daarvan, weleens aangeduid als Napata, slaagde er in de late achtste eeuw v.Chr. in Egypte te onderwerpen, waar de Nubische heersers bekendstaan als de Vijfentwintigste Dynastie. Het voortaan verenigde koninkrijk bleek kwetsbaar voor aanvallen vanuit het noorden, aanvallen die onvermijdelijk werden toen de Assyriërs Syrië en de Fenicische steden hadden onderworpen. Het kleine tempelstaatje Jeruzalem wist maar nauwelijks buiten het Assyrische rijk te blijven.

Lees verder “Koningen van Nubië”

Archeoloog in Soedan (9)

Nubische piramiden (klik=groot)
Nubische piramiden (klik=groot)

[Ook vandaag geef ik het woord aan Edwin de Vries, een van de medewerkers van Livius maar momenteel als archeoloog actief in Soedan. Het eerste stukje is hier; het onderstaande schreef hij op 16 januari.]

Toen de Egyptenaren het koninkrijk Kush onderwierpen, troffen zij een tafelberg aan, waar aan de voorkant (d.w.z. de Nijl-kant) een smalle rotsformatie uitsteekt. Deze werd prompt geïdentificeerd als een ureus, een opstaande cobra. Dit symbool, de ureus, is verbonden met het koningschap en met de godheid Amon. De berg werd gezien als het zuidelijke huis van de god, en de Egyptenaren bouwden aldus een tempel aan de voet van de berg, en meenden dat hun onderwerping van Kush door de goden was gerechtvaardigd.

Lees verder “Archeoloog in Soedan (9)”