
[Vierde deel van een achttiendelige reeks over de slag bij Issos (6 november 333 v.Chr.), waarin de Macedonische koning Alexander de Grote de Perzische heerser Darius III versloeg en de ondergang van het Achaimenidische Rijk inluidde. Het eerste deel was hier.]
Alexander bleef in Tarsos. Met zomertemperaturen boven de 45° in de schaduw is dit de heetste stad van Turkije, en hoewel het in september niet meer zó heet is, had Alexander behoefte aan een verkwikkende duik in de Kydnos. Alexanders biograaf Curtius Rufus vertelt het volgende:
Hij trok zijn kleren uit en daalde in het zicht van zijn leger in de rivier af, denkend dat het verstandig was als hij zou tonen tevreden te zijn met een sobere en simpele lichaamsverzorging. Hij was nog maar amper het water in gegaan of zijn ledematen begonnen met een plotselinge rilling te verstijven. Hij werd bleek en bijna zijn hele lichaam verloor levenswarmte. (Geschiedenis van Alexander5.2-3; vert. Daan Stoffelsen)
Het theater van Alexander de Grote
De eerste zin illustreert de theatrale stijl van leidinggeven de Macedonische koning. Het is waarom we hem Alexander de Grote zijn gaan noemen. Omdat hij zijn positie dankte aan zijn soldaten, kon hij ze niet commanderen maar moest hij steeds het goede voorbeeld geven. Ook toen hij ziek te bed lag, gaf Alexander nog een staaltje ten beste.
Intussen stuurde Parmenion hem een brief vanuit het legerkamp met het dringende verzoek op zijn hoede te zijn voor Filippos, omdat die door Darius met de belofte van grote geschenken en de hand van zijn dochter overreed zou zijn Alexander uit de weg te ruimen. Na lezing van de brief liet Alexander hem aan geen van zijn vrienden zien, maar legde hem onder zijn hoofdkussen.
Toen het ogenblik gekomen was en Filippos met de vrienden van de koning binnenkwam en een geneesmiddel in een beker meebracht, gaf hij hem de brief en nam zelf de drank gewillig en zonder teken van wantrouwen aan. Het was een wonderlijk gezicht, een toneelstuk waard, te zien hoe de een las en de ander dronk, en hoe ze daarna elkaar aankeken, maar niet op dezelfde manier: Alexander met een vrolijk en ontspannen gezicht, waaruit zijn sympathie voor Filippos en zijn vertrouwen in hem sprak, en de ander geheel buiten zichzelf door de beschuldiging. Het ene ogenblik riep hij de goden aan en strekte zijn handen uit naar de hemel en dan weer stortte hij zich op het bed en smeekte Alexander gerust te zijn en zijn orders op te volgen.
Want het geneesmiddel overmeesterde eerst zijn lichaam en duwde de krachten ervan als het ware diep weg, zodat zijn stem het begaf en zijn waarnemingen vervaagden en hij buiten bewustzijn raakte. Hij werd door Filippos echter snel bijgebracht en na het herstel van zijn krachten vertoonde hij zich aan de Macedoniërs. (Ploutarchos, Alexander 19.5-10; vert. Hetty van Rooijen)
Ruig Cilicië
Alexanders ziekte lijkt op hartfalen. Dat hoort na een korte rust genezen te zijn, zodat de vraag opkomt waarom Filippos een drankje voorschreef. Misschien was Parmenions verdenking wel gefundeerder dan we uit de zojuist geciteerde woorden van Ploutarchos zouden afleiden.
Hoe dit ook zij, toen Alexander eenmaal was genezen, leidde hij een korte actie in het bergachtige gebied ten westen van Tarsos. Het heet ook wel Ruig Cilicië en zou in later tijden berucht zijn om de bandietenstam die bekendstaat als Isauriërs. Het precieze doel van Alexanders operatie is niet bekend, maar het is denkbaar dat het erom ging de strategisch belangrijke weg van het huidige Karaman naar Silifke veilig te stellen. (Voor de liefhebbers: dit is waar keizer Barbarossa verdronk.) Tegelijk kon omwonende bergstammen worden getoond hoe krachtig de Macedoniërs waren. Misschien deden ze ook het Perzische paleis aan dat is teruggevonden bij Meydancık Kale.
Zeker is het allemaal niet want er zijn nauwelijks bronnen over de campagne. De ooggetuigen die later de voornaamste bronnen zouden schrijven – Ptolemaios, Aristoboulos en de informanten van Kleitarchos – waren erbij betrokken. Waarschijnlijk bevonden zij zich in het leger van Parmenion in het oosten, wachtend op de komst van Darius.
[Wordt vanmiddag vervolgd]
Hartfalen? Zou kunnen, op basis van myocarditis, ev. pericarditis. Ik zou aan een of andere infectieziekte als (eerste) oorzaak denken.
Het is altijd een hachelijke zaak om diagnoses te willen stellen bij mensen die allang verdwenen zijn.
“Met zomertemperaturen boven de 45°….” Wellicht nu, maar ook toen?
Dus Filippos was onschuldig? Of lees ik het verkeerd?
En heeft Daan Stoffelsen een volledige vertaling van Curtius’ Geschiedenis van Alexander gemaakt?
Nee, Stoffelsen vertaalde deze passages voor mijn boek over Alexander. Hij heeft sindsdien de klassieken achter zich gelaten en zich gestort op de Nederlandse letteren.