M11 | Simon de Makkabeeër

[Elfde aflevering van een zestiendelige reeks rond Chanoeka; het eerste deel was hier.]

Israël was bevrijd van het heidense juk,” tekent de auteur van 1 Makkabeeën aan bij koning Demetrios’ besluit de Joden geen belasting meer te laten betalen, en hij voegt eraan toe dat men sindsdien documenten dateerde aan de hand van de regeringsjaren van Simon, de derde Makkabeeënbroer. De Hasmoneeën hadden, zo betoogt 1 Makkabeeën, niet alleen de traditionele offerpraktijk in de tempel gered, maar Judea ook onafhankelijk gemaakt, zoals het was geweest in de dagen van de koningen David en Salomo. Aloude profetieën die het herstel van Israël beloofden, waren zo in vervulling gegaan en latere generaties, die zagen dat de Romeinen de zelfstandigheid weer teniet deden, troostten zich met de wetenschap dat herstel nooit uitgesloten was.

De schrijver van het Makkabeeënboek komt superlatieven tekort om de zegeningen te prijzen van de Joodse onafhankelijkheid. Het land had rust, de hogepriester versloeg de vijanden en streefde naar het welzijn van het volk. De bewoners van Judea bebouwden hun akkers in vrede, het land bracht gewassen voort, de bomen in de vlakte droegen vrucht, in de straten sprak men over ieders voorspoed. “Ieder zat onder zijn wijnrank en zijn vijgenboom en er was geen reden meer om bang te zijn.”

Verzet

De werkelijkheid was minder florissant. De oude elite was verdwenen en de Hasmoneeën kregen nooit algemene erkenning als legitieme heersers. Weliswaar presenteren beide Makkabeeënboeken hun staatsgreep als uiting van de volkswil, maar tussen de regels door valt te lezen dat er verzet was. Zo lezen we ergens hoe koning Balas zó onder de indruk was van het optreden van Jonathan, de tweede broer, dat hij weigerde een gezantschap te ontvangen dat over de hogepriester kwam klagen. Er waren dus klachten.

Ook de sekte die we kennen uit de Dode-Zee-rollen, lijkt bezwaar tegen Jonathan te hebben gehad. De sektarische teksten verwijzen verschillende keren naar een Goddeloze Priester, die zich aanvankelijk goed had gedragen maar zich, toen hij de macht had verworven over Israël, keerde tegen de stichter van de gemeenschap, de Leraar der Gerechtigheid, en daarom door God was uitgeleverd aan zijn vijanden.

Draagvlak

Simon de Makkabeeër wist dat zijn positie niet sterker was dan het feit dat hij twee oudere broers had die waren gesneuveld voor de goede zaak. Daarom meende hij er goed aan te doen zijn hogepriesterschap te laten bekrachtigen door een grote vergadering van “de priesters, het volk, de leiders van het volk en de oudsten van het land”. Deze kwam in het najaar van 140 v.Chr. samen en besloot een decreet uit te vaardigen dat, althans volgens 1 Makkabeeën, Simons krijgsdaden presenteerde als rechtvaardiging voor zijn benoeming tot leider en hogepriester. Vervolgens vermeldde het de bevoegdheden die hij en zijn nakomelingen zouden hebben “totdat er een betrouwbare profeet zal opstaan”.

Ongeacht of het geciteerde decreet werkelijk heeft bestaan, bewijst dit dat óf Simon de Makkabeeër óf de auteur van het Makkabeeënboek rekening hield met mensen die zich herinnerden dat de Hasmoneeën aan de macht waren gekomen door een staatsgreep. Simons opvolgers reageerden doorgaans als door een adder gebeten als een charismatische leider al te succesvol werd, want zo iemand kon heel wel doorgaan voor een betrouwbare profeet. Koning Herodes en de Romeinse gezagsdragers erfden de reflex.

[Wordt vervolgd]

Deel dit: