De slag bij het Jodenkamp

Edict uit de tijd van Kleopatra over het asiel in joodse heiligdommen (Neues Museum, Berlijn)

Het was 15 maart in het jaar waaraan Quintus Fufius Calenus en Publius Vatinius als consuls later hun naam zouden geven. Ik reken het even voor u om: 25 januari 47 v.Chr. op onze kalender. En u weet: dit is weer een blogje over de vraag wat Julius Caesar vandaag 2069 jaar geleden deed.

En opnieuw gaat het niet over Caesar zelf, die nog altijd in Alexandrië is ingesloten door het Egyptische leger. Het ontzettingsleger van Mithridates van Pergamon heeft echter, zoals we een week geleden hebben gezien, voet aan de grond gekregen in Egypte en het voorlaatste bedrijf in de tragedie staat op het punt te beginnen: de catastrofale vernietiging van het Egyptische leger, de dood van de jonge koning Ptolemaios XIII en de val van Alexandrië. Het slot zal dan bestaan uit de herordening van het koninkrijk van Kleopatra.

Lees verder “De slag bij het Jodenkamp”

M16 | Het einde van de Hasmoneeën

Pompeius, die ingreep in het tempelstaatje van de Hasmoneeën  (Louvre, Parijs)

[Laatste aflevering van een reeks rond Chanoeka; het begin was hier.]

Koning Alexandros Yannai overleed in 76 v.Chr. Wat daarna gebeurde is niet helemaal duidelijk. Het staat vast dat zijn zoon Hyrkanos II hem opvolgde als hogepriester. Of deze ook koning was, staat niet vast. Zeker is dat de feitelijke macht lag bij Alexandros’ weduwe Salome Alexandra. Zoon en moeder stonden sympathiek tegenover de farizeeën en erkenden het belang van hun mondelinge tradities. Latere generaties beschouwden deze tijd, waarin Salome’s broer Simeon ben Shetah de leider was van de farizeeën, als het moment waarin de Wet in volle glorie was hersteld. (U kwam Simeon eerder dit jaar al eens tegen.) De sadduceeën waren minder in de gunst en de koningin liet enkele leiders executeren.

Pompeius

Ook Hyrkanos’ jongere broer, Aristoboulos II, moest buiten het openbaar bestuur blijven. Het was onvermijdelijk dat deze zich nu verbond met de sadduceeën, en daarmee waren de stellingen betrokken voor een burgeroorlog. Die brak inderdaad uit toen Salome Alexandra in 67 v.Chr. overleed.

Lees verder “M16 | Het einde van de Hasmoneeën”

M15 | Alexandros Yannai

Kleopatra III (Landesmuseum Württemberg, Stuttgart)

[Voorlaatste aflevering van een zestiendelige reeks rond Chanoeka; het eerste deel was hier.]

Hyrkanos I overleed in 104 v.Chr. en werd opgevolgd door zijn zoon Aristoboulos, die volgens Josephus als eerste de koningstitel aannam. Dat blijkt niet uit zijn munten, waarop hij zich aanduidt als hogepriester. Josephus schrijft ook dat Aristoboulos zich voorzag van de klinkende bijnaam Filhelleen, “Griekenvriend”. Het probleem hier is niet zozeer de aanvaarding van zo’n erenaam, want dit was in die tijd gebruikelijk, maar de liefde voor de Griekse cultuur die eruit blijkt. Zoals we al zagen presenteerden de Hasmoneeën zich, althans in theorie, als beschermers van de Joodse cultuur tegen Griekse invloeden. Josephus’ opmerking zou wel eens laster kunnen zijn en komt in elk geval uit een schets van Aristoboulos’ regering waarin deze ook de moord op zijn moeder en een van zijn broers in de schoenen geschoven krijgt, terwijl zijn dood, na een regering van één jaar, moet doorgaan voor goddelijke wraak.

Zijn opvolger was zijn broer Alexandros Yannai. Deze heeft de koningstitel zeker gevoerd tijdens een regering die zich kenmerkt door even grote successen als mislukkingen. Meer dan eens keerde de nieuwe koning zich tegen zijn onderdanen. Uit deze tijd stammen allerlei teksten waaruit blijkt dat steeds meer mensen droomden van een koning uit het huis van David. Het messianisme deed zijn intrede. U zult deze kerstdagen wel horen dat de verwachting van een messias een eeuwenoud joods geloofsartikel was, maar dat is dus niet zo.

Lees verder “M15 | Alexandros Yannai”

M14 | Hyrkanos I

De militaire expansie van het Hasmonese tempelstaatje

[Veertiende aflevering van een zestiendelige reeks rond Chanoeka, waarvan de laatste dagen dit jaar samenvallen met Kerstmis. Het eerste deel was hier.]

Koning Antiochos VII Sidetes had geprobeerd de Seleukidische macht te herstellen. De Joden had hij tot de orde geroepen, Mesopotamië had hij op de Parthen heroverd, maar hij was verslagen in Iran (129 v.Chr.). In krijgsgevangenschap pleegde hij zelfmoord. Nu waren de oostelijke gebieden voorgoed voor de Seleukiden verloren. Het leger was gedemoraliseerd en Syrië lag klaar om door de Parthen te worden gebrandschat.

Hasmonese machtsontplooiing

De Hasmonese hogepriester Hyrkanos I zag zijn kans schoon en plunderde enkele steden, “aannemend dat ze geen soldaten of andere verdedigers hadden,” zoals Josephus het formuleert, “wat inderdaad zo bleek te zijn”. Omdat het Seleukidische Rijk vervolgens weer eens verstrikt raakte in een burgeroorlog, die naadloos overging in de volgende en de daarop volgende, kon Hyrkanos nieuwe gebieden veroveren. Hij nam Madaba in, voegde Idumea toe en veroverde Sichem in het noorden. Omstreeks 108 bemachtigde hij ook Samaria. De Seleukiden deden twee pogingen deze belangrijke stad te ontzetten, maar de Hasmoneeën waren inmiddels te sterk.

Lees verder “M14 | Hyrkanos I”

M13 | Antiochus VII Sidetes grijpt in

Katapultstenen, afgeschoten op Jeruzalem toen Antiochus VII Sidetes de stad in 133 v.Chr. belegerde (Jeruzalem, Toren van David)

[Dertiende aflevering van een zestiendelige reeks rond Chanoeka; het eerste deel was hier. Als u liever iets leest over Kerstmis, kan dat daar.]

Koning Antiochos VII Sidetes bleef hopen op herstel van de Seleukidische invloed in Judea. Hij kreeg een kans in januari 134 v.Chr., toen Simon de Makkabeeër werd vermoord door zijn schoonzoon. Het Eerste Makkabeeënboek geeft aan dat de moordenaar grootsere plannen had, maar dat hij er niet in slaagde Jeruzalem in te nemen en Simons zoon Hyrkanos uit de weg te ruimen. Deze jonge man kon zonder al te grote problemen de macht overnemen.

Dit is het laatste dat in 1 Makkabeeën vermeldt. Vanaf dit punt moeten wij het vooral doen met twee bronnen: de Joodse Oudheden van Josephus, en de Joodse Oorlog van dezelfde auteur. Deze ontleende zijn informatie aan de Historiën die Nikolaos van Damascus rond het begin van onze jaartelling schreef. Hiervan hebben we slechts fragmenten over, maar die zijn voldoende om vast te stellen dat hij zich weer baseerde op de eveneens grotendeels verloren Wereldgeschiedenis van Poseidonios. Ook al halen wij onze informatie uit twee boeken van Josephus, we hebben in feite te maken met slechts één bron, waarvan we de informatie moeilijk kunnen evalueren. Eén bron is geen bron.

Lees verder “M13 | Antiochus VII Sidetes grijpt in”

M12 | Het belang van de Makkabeeën

Ouder dan de Makkabeeën: in de Kidronvallei ten oosten van Jeruzalem staan nog steeds het graf van de priesterfamilie Chezir (links, met de dorische façade) en het graf van Zacharia (rechts, geïnspireerd door het mausoleum van Halikarnassos).

[Twaalfde aflevering van een zestiendelige reeks rond Chanoeka; het eerste deel was hier.]

De twijfelachtige legitimiteit van de Hasmoneeën, waarover ik gisteren schreef, verklaart waarom 1 Makkabeeën en 2 Makkabeeën, geschreven in het laatste kwart van de tweede eeuw, de nadruk zo sterk leggen op de hoogstaande levenswandel van Judas, Jonathan en Simon, op de perfide voosheid van alle andersdenkenden en op de volksbrede consensus dat de macht moest worden overgedragen aan de Hasmoneeën. Deze voorstelling van zaken verdoezelt veel. Toen de Makkabeeën ten strijde trokken om een einde te maken aan het decreet van Antiochos IV Epifanes, had Judas nog kunnen claimen te staan voor iets waarover velen het eens waren: dat alleen op een bepaalde wijze mocht worden geofferd aan de ene, ware God.

Vervolgens had Judas echter een vete uitgevochten met de hogepriester en daarna had hij gestreden om de vraag wie het in religieuze zaken voor het zeggen had. Nadat de rebel door de legitieme heersers was verslagen, had zijn broer Jonathan de strijd voortgezet: eerst als bandietenleider en vervolgens als partij in de Seleukidische burgeroorlogen. Vaak hadden de Makkabeeën gevochten tegen dezelfde landgenoten die nu hun onderdanen waren. Er viel een hoop op het feitelijke gedrag van het drietal aan te merken.

Lees verder “M12 | Het belang van de Makkabeeën”

M11 | Simon de Makkabeeër

[Elfde aflevering van een zestiendelige reeks rond Chanoeka; het eerste deel was hier.]

Israël was bevrijd van het heidense juk,” tekent de auteur van 1 Makkabeeën aan bij koning Demetrios’ besluit de Joden geen belasting meer te laten betalen, en hij voegt eraan toe dat men sindsdien documenten dateerde aan de hand van de regeringsjaren van Simon, de derde Makkabeeënbroer. De Hasmoneeën hadden, zo betoogt 1 Makkabeeën, niet alleen de traditionele offerpraktijk in de tempel gered, maar Judea ook onafhankelijk gemaakt, zoals het was geweest in de dagen van de koningen David en Salomo. Aloude profetieën die het herstel van Israël beloofden, waren zo in vervulling gegaan en latere generaties, die zagen dat de Romeinen de zelfstandigheid weer teniet deden, troostten zich met de wetenschap dat herstel nooit uitgesloten was.

De schrijver van het Makkabeeënboek komt superlatieven tekort om de zegeningen te prijzen van de Joodse onafhankelijkheid. Het land had rust, de hogepriester versloeg de vijanden en streefde naar het welzijn van het volk. De bewoners van Judea bebouwden hun akkers in vrede, het land bracht gewassen voort, de bomen in de vlakte droegen vrucht, in de straten sprak men over ieders voorspoed. “Ieder zat onder zijn wijnrank en zijn vijgenboom en er was geen reden meer om bang te zijn.”

Lees verder “M11 | Simon de Makkabeeër”

M10 | Jonathan de Makkabeeër

Balas (Louvre, Parijs)

[Tiende aflevering van een zestiendelige reeks rond Chanoeka; het eerste deel was hier.]

Zoals ik gisteren aangaf, was Bakchides, de generaal die namens Demetrios I Soter was uitgezonden tegen Judas de Makkabeeër, erin geslaagd de opstand te onderdrukken. Judas was gesneuveld en zijn broer Jonathan ging verder als bandietenleider.

Er volgden meer Seleukidische successen. In 154 annexeerde men Cyprus, een eiland waarop ook koning Ptolemaios VI Filometor van Egypte zijn zinnen had gezet. Deze zond daarom een rebel tegen Demetrios in het veld, Alexandros Balas, die al snel steun verwierf binnen de Seleukidische koninklijke familie. De opstandeling arriveerde in Ptolemaïs met een strijdmacht die zó groot was dat de soldaten van de Seleukidische garnizoenen in Judea er meteen het bijltje bij neergooiden. Dit was het begin van een burgeroorlog die in 150 eindigde met Demetrios’ definitieve nederlaag.

Lees verder “M10 | Jonathan de Makkabeeër”

M09 | Bakchides’ successen

Hellenistische wapens

[Negende blogje van een zestiendelige reeks rond Chanoeka; het eerste deel was hier.]

Het ontslag van Menelaos en de aanstelling van Alkimos, waarover ik gisteren blogde, schiepen evenveel problemen als het oploste. De Joden bleven verdeeld. Judas de Makkabeeër had geclaimd de ware Joodse godsdienst te verdedigen tegen een afvallige hogepriester en was door koning Antiochos IV Epifanes tot op zekere hoogte in het gelijk gesteld. Dat verschafte Judas aanzienlijk gezag. Als hogepriester genoot ook Alkimos echter aanzienlijk prestige. Het kon niet anders of de meningsverschillen zouden escaleren.

Derde fase

En inderdaad, het duurde niet lang eer het bloed weer vloeide: de derde fase van de strijd was begonnen. Dit keer was het geen verzet tegen een decreet en geen vete tussen een krijger en een hogepriester, maar een strijd over de vraag wie het in religieuze zaken voor het zeggen had. In dat conflict stonden de Hasmoneeën er slecht voor. Veel Joden waren tevreden nu de hogepriester behoorde tot een aanvaardbare familie, zodat Judas minder steun ondervond dan voorheen. Bovendien kon de hogepriester terugvallen op de koning, al werd de minderjarige Antiochos V Eupator in 161 v.Chr. vervangen door zijn neef Demetrios I Soter.

Lees verder “M09 | Bakchides’ successen”

M07 | De Makkabeeënopstand

Blad uit het Leidse Makkabeeënhanschrift

[Zevende blogje in een zestiendelige reeks rond Chanoeka; het eerste deel was hier.]

Hiermee had de strijd ten einde kunnen zijn, maar Judas en de Hasmoneeën streden niet alleen tegen het gehate decreet. Ooit had hun familie gediend in de tempel, maar haar rechten waren nog niet hersteld. Voor de rebellenfamilie ging de strijd daarom verder en ze kon rekenen op de steun van degenen die meenden dat de hogepriester afkomstig moest zijn uit de familie der Honiaden. Los daarvan hadden de Hasmoneeën inmiddels zelf regels opgesteld: ze hadden bijvoorbeeld bepaald dat zelfverdediging op de sabbat was toegestaan. De legitimiteit van die uitleg van de Wet stond ter discussie zolang Menelaos haar niet erkende.

Tweede fase van de Makkabeeënopstand

De tweede fase van de Makkabeeënopstand was geen nationaal verzet meer, maar een vete tussen de Hasmoneeën en de door de koning benoemde hogepriester. De bronnen vermelden dat Judas’ manschappen na de tempelreiniging de heidenen in de omliggende gebieden aanvielen om bescherming te bieden aan de daar levende Joden, van wie het overigens de vraag is of ze erop zaten te wachten partij te worden in het conflict. Het staat verder vast dat Judas in de winter van 164/163 rond de tempel in Jeruzalem en in Bet-Sur versterkingen liet bouwen en vervolgens het Seleukidische garnizoen bij de tempel blokkeerde.

Lees verder “M07 | De Makkabeeënopstand”