
Vandaag begint de jaarlijkse Week van de Klassieken, gewijd aan het thema Revoluties en de Oudheid. Die formulering is precies: het gaat niet slechts om antieke revoluties, maar ook om abrupte veranderingen in onze kijk op de oude wereld. U vindt de agenda hier.
Voor degenen die tijdens de Week van de Klassieken voor het eerst kennis maken met de Oudheid, presenteer ik hieronder een overzicht van wat u hierna zou kunnen lezen, bekijken en bezoeken. Ik verwijs vooral naar stukken die ik schreef om mensen te leiden naar inhoudelijke verdieping. Verder noem ik twee problemen, maar die moeten u niet ontmoedigen! De Oudheid is fascinerend. Ik ben er al veertig jaar professioneel mee bezig en word nog dagelijks verrast.
Boeken om te beginnen
Ik ken twee auteurs om na de Week van de Klassieken mee verder te gaan. De eerste is Herodotos, wiens boek, de Historiën, een panorama biedt van het oostelijk Middellandse Zee-gebied. Rode draad is het conflict tussen Grieken en Perzen. Herodotos biedt echter meer. Er zijn oosterse sprookjes, er is een interview met een medewerker van een Egyptische mummie-atelier en er zijn beschrijvingen van goudrovende mieren en vliegende slangen. Je kunt er zonder veel voorkennis aan beginnen. Beste vertaling is deze Engelse.
De tweede toegankelijke auteur is Suetonius, samensteller van twaalf biografieën van Romeinse keizers. Zijn thema is de omgang met macht. En dat is geen fijn thema. Zelfs als Suetonius Titus, de ogenschijnlijk volmaakte heerser, introduceert, schrijft hij erbij dat het allemaal schijn kan zijn geweest, waarna de lezer alle positieve details beziet met wantrouwen.
Ondertussen is Suetonius’ Titus het spiegelbeeld van zijn als tiran gepresenteerde broer Domitianus, de laatste van het dozijn. Het is alsof Suetonius elf keizerlevens lang heeft toegewerkt naar één zinnetje: Domitianus’ uitspraak dat het blijkbaar het lot van een alleenheerser is pas geloofd te worden als hij beweert een samenzwering te hebben ontdekt, als hij daarvan het slachtoffer is geworden. Nederlandse vertaling hier.
Om verder te gaan
U wil meer lezen? Dat kan. Ik ben begonnen met een reeks waarin ik u op weg help naar de grote Griekse en Romeinse auteurs. Het gaat om het heldendicht, om het leerdicht, om Sapfo en om enkele andere dichters. De antieke wetenschap is al even boeiend. Ik stel u voor aan Plinius, aan de professionele vakliteratuur en aan iets dat wij gamma-wetenschappen noemen. De geschiedvorsing heb ik apart behandeld met stukken over de al genoemde Herodotos en Thoukydides, over de latere professionalisering, over de Romeinse auteurs, over de late tijd en tot slot over Appianus. Verder schreef ik introducties over het toneel, over de welsprekendheid (leuker dan u misschien denkt), over de biografie (zoals Suetonius), over de lange prozateksten en over de briefliteratuur.
En dan is er de filosofie: de natuurfilosofen, het standaardrijtje van Parmenides tot Aristoteles en de fascinerende ethische stelsels uit de tijd na Alexander de Grote. Dat zijn de ideeën van de cynici en cyrenaïci en de stoïcijnen, skeptici en epicureeërs. Maar eerlijk is eerlijk: Kees Alders weet meer van filosofie dan ik en een overzicht van zijn stukken vindt u daar. Het fijne van zijn blogjes is de conversatietoon, zodat u meteen begrijpt dat filosofie geen abstract gezwam is maar gaat over dagelijkse, belangrijke zaken.
Invloed van de Oudheid
Als u de invloedrijkste teksten uit de Oudheid wil lezen – teksten dus die het latere menselijk gedrag in een bepaalde richting hebben geduwd – heb ik een vierdelig overzicht. En een filmpje.
Mijn overzicht is breder dan de Grieks-Romeinse literatuur, want ik ben geïnteresseerd in de gehele Oudheid. Een canon van tien teksten die mijns inziens structurerend hebben gewerkt, bestaat uit:
- de Ilias representeert het tragische ideaal en de norm van objectiviteit (filmpje),
- de labels uit graf U-j representeren de schrijfcultuur (filmpje),
- de wetten van Ešnunna representeren het ontstaan van geformaliseerd recht (filmpje),
- Enuma Elisj introduceert het denken over eerste oorzaken (filmpje),
- de Gatha’s documenteren de vervlechting van ethiek en religie (filmpje),
- de Faidon van Plato introduceert het idee van martelaarschap (filmpje),
- het Organon van Aristoteles vormt het begin van de logica (filmpje),
- de Elementen van Eukleides zijn te zien als begin van de zuivere wetenschap (filmpje),
- 4QMMT documenteert het antieke jodendom (filmpje),
- de Niceense Geloofsbelijdenis documenteert het ontstaan van het innoverende concept orthodoxie (filmpje).
Problemen
Ik wil niet verbergen dat de oudheidkunde ook problemen kent. Het zijn er twee.
Het eerste is dat archeologen, classici en historici onvoldoende samenwerken. Een voorbeeld is de DNA-revolutie, momenteel dé oudheidkundige revolutie bij uitstek. De bioarcheologie heeft de aannames van de tekstuitleg ondergraven en voor tekstwetenschappers een schatkamer geopend. Dat potentieel wordt vooralsnog niet verwezenlijkt.
Het tweede probleem is dat oudheidkundigen het wetenschappelijke proces zelden uitleggen. Terwijl oudheidkunde niet alleen een hobby is maar ook een wetenschap. Archeologen hebben sterk de neiging te overdrijven. Classici lopen vaak achter andermans actualiteit aan: in de Oudheid hadden ze ook boze burgers, in de Oudheid hadden ze ook fake nieuws, I.D.O.H.D.Z.O. pandemieën, I.D.O.H.D.Z.O. populisten. De methoden waarmee classici de vertaalslag van een andere naar onze cultuur maken, zijn interessanter dan dat saaie I.D.O.H.D.Z.O., maar blijven onuitgelegd.
Mij ervaring is dat menigeen die, bijvoorbeeld tijdens de Week van de Klassieken (of bij een fietstocht langs de Romeinse limes of op een andere manier), interesse voor de oude wereld ontwikkelt, weer afhaakt omdat het onderwerp niet interessant blijft. Mocht de verveling toeslaan, kijk dan eens naar mijn reeks Methode op Maandag. Ideaal zijn deze blogjes niet, maar u ziet er dat oudheidkunde wél diepgang heeft. Verder verwijs ik naar deze Facebookpagina, waar de universiteit van Leuven nieuws niet alleen presenteert maar ook contextualiseert.
De musea
De voornaamste oudheidkundige musea in de Lage Landen zijn
- het Rijksmuseum van Oudheden (Leiden)
- de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis (Brussel).
Daarnaast zijn een bezoek waard:
- Archeon (Alphen aan de Rijn),
- het Allard Pierson (Amsterdam),
- het Institut Archéologique du Luxembourg (Arlon),
- de Archéosite (Aubechies),
- het Thermenmuseum (Heerlen) met om de hoek de Romeinse Katakomben (Valkenburg),
- het Valkhof en Orientalis (in en bij Nijmegen),
- het Gallo-Romeins Museum (Tongeren)
- en Castellum Hoge Woerd (Utrecht)
- het Archeocentrum (Velzeke).
In Duitsland zijn musea in Kalkriese, in Haltern, in Keulen (tijdelijk gesloten), in Bonn, in Mainz (Landesmuseum, Schifffahrt, Zentralmuseum), in Trier (Landesmuseum, Diözesanmuseum) en in Xanten (archeologisch park).
Bestudeer de Oudheid samen!
Het beste advies dat ik u kan geven, is om na deze Week van de Klassieken uw licht op te steken bij verenigingen als
- de Archeologische Werkgemeenschap Nederland,
- Ex Oriente Lux (voor het antieke Nabije Oosten),
- het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap en
- het Nederlands Klassiek Verbond.
Zij organiseren lezingen en geven tijdschriften uit, namelijk Archeologie in Nederland, Phoenix, Met andere woorden en Hermeneus. Daarnaast is er Archeologie Magazine.
Hoewel de oudheidkunde problemen ondervindt, heeft ze veel te bieden. U maakt tijdens deze Week van de Klassieken kennis met een wereld die uw levenslange liefde kan zijn.
Beste Jona, dank je wel voor het delen van zoveel kennis van jou! Dit is een geweldig en veelvuldig te raadplegen overzicht.
Eerst en vooral, hulde alweer, ten overvloede maar het kan niet genoeg herhaald worden, want …
“Mijn ervaring is dat menigeen die, bijvoorbeeld tijdens de Week van de Klassieken (of bij een fietstocht langs de Romeinse limes of op een andere manier), interesse voor de oude wereld ontwikkelt, weer afhaakt omdat het onderwerp niet interessant blijft. ”
Ik kan natuurlijk alleen maar voor mezelf spreken maar ik denk dat je je eigen onvrede soms overdreven projecteert op de leek-liefhebber. Mijblijft het onderwerp boeien en daar draagt jouw blog heel veel toe bij. Als ik kijk naar de groep vrienden waarmee wij steden, musea en andere geschiedkundig interessante plaatsen bezoeken, dan zijn zij zich “blissfully unaware” van enig probleem in de oudheidkunde en hoor ik het zelden klagen dat het onderwerp vervelend wordt.
De grotere massa, die géén interesse ontwikkelt, staat nog veel verder van wat jou of de geïnteresseerde leek zou kunnen enthousiasmeren. Daar is voornamelijk de entertainmentwaarde van belang, die bijna noodgedwongen een loopje neemt met de genuanceerde werkelijkheid.
Ik blijf mijn rolletje spelen door regelmatig naar jouw blog te verwijzen als vrienden zich ergens heen begeven met historische interesse (recent: Albanië en Hannibal in de Alpen). Dus nogmaals dank om dat zo ruimhartig beschikbaar te stellen.
Ik zou willen dat het waar was, dat ik mijn eigen onvrede projecteerde. Maar ik heb echt elke week wel iemand die zich afvraagt of het aanbod werkelijk alles is. Zeker de voorlichting rond de limes is regelrecht rampzalig.
Musea constateren ook vaak dat er grote vraag is naar betere informatie. De musea moeten echter denken aan hun omzet en kiezen voor publiekstrekkers. De inhoud gelaagd aanbrengen, zodat geïnteresseerden ook iets van hun gading vinden, blijft lastig.
Ja, daar zit wel wat in. Musea organiseren ook wel lezingen met achtergrondinformatie, maar daar moet je dan als bezoeker nou net weer op het juiste moment naartoe kunnen gaan. En dat lukt natuurlijk niet altijd.
En ook die lezingen zijn gericht op bezoekersaantallen. Maarten van Rossem mocht bijvoorbeeld zijn absolute flutboek over de ondergang van het Romeinse Rijk presenteren in het RMO. Zo leek het boek van Van Rossem een soort goedkeuring te hebben gekregen en trok het museum extra bezoekers. Het museum is officieel een “neutraal platform voor de Oudheid in Nederland” maar in de praktijk de roeptoeter van degene met de grootste bek.