Het begint met een kraal. Een kraal van carneool, afkomstig uit Gujarat in India. En teruggevonden in een graf uit het eind van de negende eeuw in Repton in Midden-Engeland. Bio-archeoloog Cat Jarman van de Universiteit van Bristol gebruikt de kraal in River Kings als rode draad om de Vikingen te volgen van Engeland via Scandinavië en Oekraïne naar Constantinopel en verder. Dat doet ze niet met een fictieverhaal, maar door het oplossen van archeologische en historische puzzels.
Jarman beschrijft de vondsten en de antwoorden – als die er zijn – en legt ook het proces en de methoden helder uit. Zo leer je ook als historisch onderlegde lezer veel nieuws over de Vikingen en over de snelle ontwikkelingen in de onderzoeksmethoden. Want Jarman staat met haar werk aan het front van wat Jona de DNA-revolutie noemt.
Het grote heidense Vikingleger
Een mooi voorbeeld is de invloed van het eten van vis. Niet door de archeologen maar door de mensen die bij Repton begraven zijn. Eind jaren zeventig zijn daar graven ontdekt op de plaats van een verwoeste Angelsaksische nederzetting. Onder andere het graf van twee Vikingleiders, een massagraf met de botten van minstens 294 mensen en een graf met vier kinderen. Uit historische bronnen is bekend dat in 873-874 een Vikingleger de Angelsaksische nederzetting plunderde en er vervolgens overwinterde. Dit leger staat bekend als “Het grote heidense leger” (“The great heathen Viking army” in het Engels).
In de graven werden voorwerpen gevonden die kenmerkend zijn voor de Vikingen in deze periode. Maar toen de botten gedateerd werden met de radiometrische C14-methode, dook er een probleem op. Een aantal botten werd inderdaad gedateerd in de periode rond 873, maar een groot aantal leek zo’n tweehonderd jaar ouder. Dat deed onderzoekers twijfelen of het graf echt van de great Viking army was.
De oplossing kwam decennia later. Nieuwe inzichten uit de radiometrie leerde dat bij mensen die hoofdzakelijk vis eten de datering afwijkt, vaak een paar honderd jaar. Dat komt doordat koolstof in oceanen een langere verblijftijd heeft voordat het in de voedselketen en dus vis komt. Isotopenanalyse toonde vervolgens aan dat de “oudere” skeletten inderdaad toebehoren aan viseters. En dat die viseters hoofdzakelijk uit Scandinavië kwamen. Dus de graven in Repton waren inderdaad van het Vikingleger.
Het is één voorbeeld van de puzzels die Jarman de lezer voorschotelt. Een andere puzzel is de zoektocht naar de twee Vikingleiders die in Repton zijn begraven. Jarman combineert hier informatie uit archeologische en historische bronnen, waarbij ze kritisch met de informatie omgaat. Dat levert twee mogelijke “kandidaten” op, maar zoals zij zelf schrijft “dat zullen we nooit definitief kunnen “bewijzen”.
Dirhams en slavenhandel
Informatie van een metaaldetector-amateur leidt tot de vondst van een tweede Vikingkamp in de omgeving en van Arabische dirhams uit de tijd van het Abbasidische kalifaat. Die munten zijn ook gevonden in Scandinavië en de Baltische staten. Eén van de bewijzen voor een handelsnetwerk dat zich uitstrekte van Bagdad via Oekraïne en Scandinavië naar Engeland. Er was onder andere een levendige handel in slaven. Jarman probeert ook daarvan sporen te vinden, wat lastig is omdat overleden slaven geen zorgvuldig aangelegd praalgraf krijgen.
Onderweg komt de lezer veel te weten over de Vikingen, zoals het belang van voldoende bier voor een Vikingleider, het bestaan van vrouwelijke krijgers (een kleine minderheid maar ze waren er wel degelijk), de voorliefde voor bordspellen of het feit dat op Vikingtocht gaan vaak een familieaangelegenheid was. En dat Vikingen graffiti hebben gekerfd in de Hagia Sofia.
Cat Jarman laat overtuigend zien hoe combinatie van verschillende bronnen, zoals historische, archeologische en ook landschap, biologie en taalkunde tot meer inzicht leiden. En passant laat ze ook zien hoe waardevol zorgvuldig gedocumenteerde opgravingen zijn, waardoor ook jaren later nieuwe analysemethoden tot nieuwe inzichten kunnen leiden. En ze laat zien hoe de wetenschap zich ontwikkelt, met dna-analyses, isotopenonderzoek en paleo-zoölogie voorop. Daar komt nog bij dat Jarman helder en vlot leesbaar schrijft.
Kortom, een boek dat nieuwe historische kennis overtuigend combineert met uitleg over de methode.
- Cat Jarman, River Kings (2021; €16,99)
[Op mijn uitnodiging aan de vaste lezers van deze blog om geliefde boeken te delen, ging Otto Cox voor de vijfde keer in. Dank je wel Otto!]
Ik heb het boek met veel plezier gelezen om de methodologische aspecten. Wellicht nuttig om te vermelden dat het bij River Kings niet gaat om zeevarende Vikings, maar maar om Vikingen die rivieren in Oost-Europa bereizen en zo kennis maakten met de het volk van de Rus. Bij haar gebruik van secondaire bronnen laat ze zich weleens meeslepen door het spannende maar niet altijd zekere verhaal.
Om in Repton te komen moesten ze toch echt een zee oversteken.
De titel van het boek geeft al aan om welke Vikingen het gaat. En er is natuurlijk tussenhandel vanuit Scandinavië door andere Vikingen. Het is zoiets als de zijderoute.
Klinkt heel interessant. Omdat ik almaar luier word: is er kans op een vertaling?
Zo lui ben ik eigenlijk ook wel en Engelstalige boeken worden best wel vaak in het Nederlands vertaald. Zelfs de boeken van Dan Jones over typisch Engelse onderwerpen als de Magna Carta of de Boerenopstand van 1381 zijn verkrijgbaar in het Nederlands. En Vikingen zijn natuurlijk altijd wel een populair thema, dus wie weet…
Vreselijk interessant boek. Aanrader!