In de tweede helft van de zevende eeuw veroverden de Arabische legers het gebied dat nu Tunesië heet. De stad Sbeitla, in het binnenland, viel in 647 na Chr.; een tweede opmars begon in 666 en kreeg vier jaar later een voorlopig einde toen de Arabische leider Okba ibn Nafa de nieuwe hoofdstad Kairouan stichtte. Ook die stad lag in het binnenland: vér van de verleidingen van Karthago, onbereikbaar voor Byzantijnse vlootaanvallen, strategisch ten opzichte van de gebieden waar de Berbers woonden, met wie men nog op voet van oorlog verkeerde.
Weer vijf jaar later, in 675, viel ook het schiereiland achter Kaap Bon, dat als een grote vinger vanuit Tunesië wijst naar Sicilië, in handen van de Arabieren. Even leek het erop dat de Berbers zich konden herstellen en de Arabieren konden verdrijven. In 683 vernietigden ze een Arabisch leger en meteen daarna namen ze Kairouan. Zes jaar later herstelden de Arabieren hun gezag, in 695 viel ook Karthago, dat nog eenmaal werd heroverd door de Byzantijnen, maar uiteindelijk toch Arabisch was.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.