Israëlische archeologie

Jeruzalem, “Large Stone Structure”: dit is vrijwel zeker niet het paleis van koning Salomo, maar dat roeptoeteren archeologen wel de wereld in.

Oudheidkundige discussies hebben doorgaans niet zoveel betekenis, maar er zijn uitzonderingen. Eén daarvan is het maximalisme/minimalisme-debat, dat gaat over het relatieve gewicht van de literaire overlevering en de archeologische vondsten. Er zijn allerlei punten waar die twee soorten bewijsmateriaal elkaar tegenspreken: de aanwezigheid van Caesar in Brittannië is alleen bekend uit teksten en niet uit vondsten, de ruïnes van het antieke Ekbatana lijken in niets op de zeven muren die daar moeten staan volgens de antieke beschrijvingen.

Dit is, bij asymmetrisch bewijsmateriaal, alleen maar te verwachten, maar het creëert wel problemen. Laat je op zo’n moment de geschreven teksten prevaleren of de afwezigheid van de vondsten? Anders gezegd: is je standpunt dat een tekst betrouwbaar is, tenzij je vondsten het tegenspreken, of ga je er pas van uit dat een tekst betrouwbaar is als ze door de vondsten is bevestigd? Het eerste standpunt staat bekend als maximalisme: je veronderstelt een maximale betrouwbaarheid van de teksten. Het tegengestelde is minimalisme.

Lees verder “Israëlische archeologie”

Goed nieuws uit Megiddo

Megiddo

Bingo! Ik blogde enkele dagen geleden enkele keren over de archeologie van Israël en wees op het enorme belang van de opgravingen die momenteel plaatsvinden in Megiddo. Daar kon, zo merkte ik op, namelijk het organische materiaal worden gevonden dat nodig is om vast te stellen waar de grens ligt tussen IJzer I en IJzer IIa.

Er zijn nogal wat antieke ruïnes in Israël die, aan de hand van aardewerk, worden gedateerd in het IJzer IIa. De “hoge datering” zou betekenen dat ze door koning Salomo kunnen zijn gebouwd en wil zeggen dat de auteur van 1 Koningen redelijk betrouwbare informatie had, een “lage datering” zou betekenen dat ze jonger zijn en houdt in dat het bijbelse verhaal achteraf is geconstrueerd. Het heeft er momenteel de schijn van dat we langzaam het maximalistische idee “het verhaal uit de Bijbel is betrouwbaar tenzij er archeologisch bewijs is voor het tegendeel” moeten inruilen voor het minimalisme: “het bijbelse verhaal kan niet als historisch betrouwbaar worden gelezen, tenzij het archeologisch wordt bevestigd”.

Lees verder “Goed nieuws uit Megiddo”

Archeologie van Israël (5): analyse

De zuidelijke stallen van Megiddo zijn een voorbeeld van een bouwwerk dat eerst ten tijde van Salomo werd gedateerd, maar jonger leek te zijn. Of misschien is het toch weer anders.

Ik heb de afgelopen dagen geblogd over de Vroege IJzertijd-archeologie van Israël. De eerste post is hier. De centrale vraag was daarbij of de maximalisten of de minimalisten de betere benadering kozen, en dat is afhankelijk van twee vragen. De eerste, waarover we het nog niet hebben gehad, is of er bewijs is voor de Intocht; de tweede is of er bewijs is voor monumentale architectuur op het moment waarop koning Salomo regeerde.

Er zijn inderdaad grote monumenten gevonden, waarvan die in Jeruzalem het meest tot de verbeelding spreken. Volgens de traditionele, “hoge” chronologie van het IJzer IIa-aardewerk zijn die op het juiste moment te dateren. Volgens een recentere, “lage”, chronologie begint het IJzer IIa echter later en kan de “large stone structure” in Jeruzalem alleen ná Salomo zijn gebouwd. De oplossing zal moeten komen van 14C-dateringen, en even leek er uit Tel Rehov bewijs dat het IJzer IIa-aardewerk al in gebruik was vóór het einde van de regering van koning Salomo. Bij nader inzien bleek het bewijs niet waterdicht. Lees verder “Archeologie van Israël (5): analyse”

Archeologie van Israël (3): problemen

Jeruzalem, “Large Stone Structure”: dit is vrijwel zeker niet het paleis van koning Salomo, maar dat roeptoeteren archeologen wel de wereld in.

Ik blogde al over de twee tradities van de Israëlische archeologische methode, het maximalisme en het minimalisme, en over de twee vragen die beantwoord moeten worden om vast te stellen welke van de twee de betere is. De maximalist is tevreden als hij bewijs vindt voor immigraties in het eerste kwart van de twaalfde eeuw v.Chr., die bewijzen dat er een Intocht is geweest, en als er resten zijn van monumentale architectuur in de periode vóór 930, die bewijzen dat de koningen David en Salomo machtige heersers waren. De minimalist vermoedt dat deze niet zullen worden gevonden.

Hoewel er boeken bestaan met titels als Und die Bibel hat doch recht, heeft de ontwikkeling van de archeologie van Israël deze aanname vooral geproblematiseerd. Illustratief is de onlangs afgeronde opgraving ten zuiden van de Tempelberg in Jeruzalem, waar Eilat Mazar van de Hebreeuwse Universiteit in Jeruzalem de resten van een groot gebouw heeft gevonden, met opvallend zware funderingen. De “large stone structure” staat op de plaats die in de Bijbel wordt aangeduid als die van het paleis van David en Salomo. Maar is het ook het paleis van die koningen, of is het later gebouwd en heeft de auteur van het betreffende Bijbelgedeelte het ten onrechte zo genoemd?

Lees verder “Archeologie van Israël (3): problemen”