Het Nieuwe Rijk van Egypte

Hatshepsut (Medelhavsmuseet, Stockholm)

Ik heb al eerder geschreven over de driedelige History of Ancient Egypt van John Romer. Het eerste deel (2013) vertelde het fascinerende verhaal van het ontstaan van de cultuur van de farao’s: zeg maar de Naqada-tijd, de unificatie van de Nijlvallei en uiteindelijk de bouw van de Grote Piramide. Het tweede deel, verschenen in 2017, vond ik heel sterk: het vertelde niet alleen het verhaal van het Oude Rijk, de Eerste Tussentijd en het Middenrijk, maar toonde ook hoe het beeld dat wij hebben van de Bronstijd, is geschapen door de negentiende-eeuwse archeologen. Ik was diep onder de indruk van dat boek. Ik wou dat ik zoiets kon schrijven.

Egypte zonder Egyptenaren

En nu is er het derde deel, waarin Romer het Nieuwe Rijk behandelt. Zeg maar de Dynastieën Vijftien tot en met Twintig. Opnieuw biedt Romer naast het verhaal over het oude Egypte een analyse van de wijze waarop onze kennis uit vondsten en teksten is opgebouwd én de wijze waarop ons beeld door negentiende-eeuwse en twintigste-eeuwse geleerden is gevormd. Dat zijn vrijwel allemaal Fransen, Duitsers en Britten; Labib Habachi is de enige Egyptenaar waar Romer aandacht aan besteedt.

Lees verder “Het Nieuwe Rijk van Egypte”

Nieuws zonder filter (6)

In drie stukjes (een, twee, drie) heb ik uitgelegd dat de wetenschap niet altijd even betrouwbare informatie aanlevert en dat journalisten, door hun focus op nieuws en door hun duiding met gemakzuchtige frames, ervoor zorgen dat u een stortvloed aan informatie over u heen krijgt, die u het zicht belemmert op wat er nou écht aan nieuws is. Voor zover ik kan overzien is er in de Week van de Klassieken niet één medium geweest dat uit het aanbod wist te distilleren hoe de DNA-revolutie de hermenutische buitengrens verwijdt en hoe de klassieken zullen gaan veranderen.

Dat komt niet alleen door journalisten, overigens. Ik heb de indruk dat classici het zelf ook nog niet helemaal door hebben. Ze zijn in de jaren tachtig, toen de studieduur werd bekort, een fuik in gezwommen: waar oudheidkundigen ooit ongeveer wisten wat collega-disciplines deden, weten ze dat nu nauwelijks meer (en oproepen tot interdisciplinariteit blijven al een halve eeuw beperkt tot geroep in de woestijn), zodat inzichten van de ene discipline de andere onvoldoende bereiken. Een andere ontwikkeling is de groeiende nadruk op onderzoek en onderwijs. Als ik een euro had gekregen van elke oudheidkundige die ooit heeft gezegd dat zijn of haar werk bestaat uit onderzoek en onderwijs, en negeerde dat de wet ook overdracht noemt als academische kerntaak, zou ik een lang weekend naar Brussel kunnen. Ik ben bang dat de universiteiten inmiddels te ver de fuik zijn ingezwommen en zichzelf niet langer kunnen hervormen. Het zal van buiten moeten komen – en verrek, er zijn hoopvolle ontwikkelingen.

Lees verder “Nieuws zonder filter (6)”

Het oude Egypte van John Romer

Koning Senusret III van Egypte (“Sesostris”;Metropolitan Museum of Art)

Het verhaal is overbekend: toen Napoleon naar Egypte trok, reisden geleerden mee, die daar de steen van Rosetta vonden. Hiermee kon Champollion de hiërogliefen ontcijferen en de grondslagen leggen van de egyptologie. Zoals het gaat met dit soort heldenverhalen is het kort door de bocht maar in de kern juist: de egyptologie is als wetenschap ontstaan in de negentiende eeuw.

En dat maakt uit. Oudheidkundigen beschikken namelijk vrijwel altijd over te weinig informatie. Dataschaarste is hét methodologische probleem dat de oudheidkundige disciplines verbindt en onderscheidt van de meeste andere wetenschappen. Door dit informatietekort is het onvermijdelijk dat bij de reconstructie van de antieke culturen de aannames van de onderzoeker een rol spelen, zodat de hoofdlijnen die de eerste egyptologen in hun vakgebied ontwaarden, hun negentiende-eeuwse wereld weerspiegelden. En aangezien latere oudheidkundigen voortbouwden op het werk van hun voorgangers, spelen die ideeën nog altijd een rol.

Lees verder “Het oude Egypte van John Romer”

Het ontstaan van Egypte

Romer_Egypt

Akkerbouw, koningschap, kunst, schrift: ze zijn allemaal ontstaan in de Late Prehistorie en de Vroege Oudheid. Wie een datering zoekt, zit met de periode tussen 5000 en 2500 v.Chr. ruwweg goed; wie een plaats wil weten, moet denken aan de brede zone van de Indusvallei door zuidelijk Iran en het Tweestromenland naar Syrië en Egypte. Doordat de diverse culturen onderling handel dreven, waren er voldoende contacten om de ontwikkelingen in dit gebied min of meer synchroon te laten verlopen. Zo ontstonden, ergens rond de overgang van het vierde naar het derde millennium, vrijwel tegelijk het spijkerschrift in Irak en het hiërogliefenschrift in Egypte.

Zonder zijn ogen te sluiten voor de interregionale verbanden, die hij zelfs opvallend vaak noemt, vertelt de Britse egyptoloog John Romer in het onlangs verschenen eerste deel van A History of Ancient Egypt hoe in het land langs de Nijl de samenleving van de eerste boeren langzaam maar zeker veranderde en een eigen karakter kreeg, hoe het koningschap ontstond, hoe de Egyptische staat werd gevormd en hoe een werkelijk monumentale architectuur ontstond. Het boek eindigt met de bouw van de piramide van koning Cheops, ergens rond 2550 v.Chr.

Lees verder “Het ontstaan van Egypte”