
Nieuws van het DNA-front, altijd leuk. Een maand geleden verscheen dit artikel, dat suggereert dat er grote continuïteit is in de bevolkingssamenstelling van het huidige Libanon en onmiddellijke omgeving. Samengevat: de onderzoekers hebben het DNA onderzocht van zeven mensen die zo rond 1700 v.Chr. leefden in de Libanese havenstad Sidon. Hun DNA, dat de auteurs aanduiden als “Kanaänitisch”, zou zijn herkomst hebben in enerzijds de oorspronkelijke bevolking, die al in de Levant woonde in het Neolithicum, en anderzijds een groep die rond 2200 v.Chr. uit Iran naar het westen is getrokken. De zo ontstane “mix” zou volgens de onderzoekers nog steeds veel voorkomen in de Levant, wat duidt op een grote en onverwachte genetische continuïteit. Daarnaast zouden de Perzen en Macedoniërs hun genetische sporen hebben achtergelaten, maar dit gebeurde pas later.
Dat zijn mooie conclusies en wellicht zijn ze juist. Dat er tussen 2200 en 1700 v.Chr. een nieuwe groep in de Levant is ontstaan, is in elk geval niet wereldschokkend. Meestal noemen we die groep Amorieten en ze is te herkennen aan een Semitische taal. Dat hun genen nog altijd dominant zijn, is daarentegen nieuw en komt onverwacht. Verder bevat het artikel het een en ander waarbij ik achter mijn oudheidkundige oren krab.
Om te beginnen de bewering dat er over de Kanaänitische cultuur weinig bekend zou zijn omdat deze mensen niet zoveel zouden hebben geschreven. Die claim is wat curieus, aangezien in de Syrische stad Ebla 20.000 tabletten zijn opgegraven die ruwweg deze periode en dit taalgebied documenteren. De teksten zijn er dus wel. Voor deze vergissing biedt het literatuurlijstje misschien een verklaring: een populairwetenschappelijk boek over de Kanaänieten en een geschiedenis van Libanon uit 1967 (nog van voor de Burgeroorlog) lijken op dit punt de enige achtergrondliteratuur.
Vervolgens is er de opmerking – onderaan op bladzijde 3 – dat in de Bijbel staat dat de Hebreeën de Kanaänieten hebben uitgemoord. Dat staat inderdaad in de Bijbel. De suggestie van de DNA-onderzoekers is nu dat de bewezen genetische continuïteit de informatie uit de Bijbel weerlegt. Een verwijzing naar een oudheidkundige die de Bijbel zó letterlijk neemt, ontbreekt en dat is ook logisch, want zo iemand is er niet. Hier wordt een stropop omvergeschoten en ik begin een beetje moe te worden van wetenschappers die, wanneer het gaat om religie en de oude wereld, ideeën blijken te hebben uit de negentiende eeuw (zie ook onder Dijkgraaf, Robbert).
Dat ik me als oudheidkundige wat ongemakkelijk voel, doet echter geen afbreuk aan het eigenlijke betoog: de claim dat er vooral genetische continuïteit is in de Levant. Iets preciezer geformuleerd stellen de onderzoekers dat 93% van het huidige Libanese DNA te herleiden valt tot het DNA dat al rond 1700 v.Chr. circuleerde. Dat kan waar zijn, maar er is een complicatie waar ze wat makkelijk overheen stappen: bronnen en archeologische vondsten leiden tot een heel andere conclusie.
Daaruit wordt duidelijk dat er in het eerste millennium v.Chr. een gestage emigratie is geweest uit het Arabische Schiereiland, onder andere langs de Wierookroute naar het noordwesten. De groepen hebben verschillende namen: in de Bijbel lezen we over Midjanieten, een Assyrische inscriptie uit de negende eeuw vermeldt voor het eerst Arabieren, in de vierde eeuw v.Chr. vestigden de Nabateeërs zich in het noordwesten van Saoedi-Arabië en in zuidelijk Jordanië, vervolgens kwamen de Itureeërs naar de Bekaa-vallei, en dat proces gaat in de Romeinse en Vroeg-Byzantijnse tijd zo door.
De immigrantengroepen zullen niet heel groot zijn geweest, maar het proces verliep gestaag, duurde eeuwen en leidde in elk geval tot de vervanging van de in het Nabije Oosten gangbare talen door het Arabisch. En daarna ging het verder. Er is geen minderheid in het Midden-Oosten die niet op een bepaald moment naar het bergachtige en moeilijk toegankelijke Libanon is gevlucht. Men spreekt wel van het asile du Liban en hoewel het te ver gaat het land te definiëren als het eiland waar alle minderheden vroeg of laat aanspoelden, is de zo gegroeide pluriformiteit wel een wezenskenmerk.
Deze goed-gedocumenteerde migratie laat zich slecht rijmen met de genetische continuïteit die de onderzoekers hebben vastgesteld, tenzij we aannemen dat die Sidoniërs van 1700 v.Chr. niet slechts representatief zijn voor de Levant maar voor het gehele Midden-Oosten van Noord-Syrië tot Jemen. En dát betekent weer dat de continuïteit die de onderzoekers hebben vastgesteld, voortkomt uit een zó algemeen patroon dat de conclusie eigenlijk altijd waar en dus totaal nietszeggend is. (Het is zoiets als de bewering dat de Etrusken DNA hadden dat uit Anatolië komt, wat waar is omdat álle West-Europeanen DNA hebben dat, met de verspreiding van de landbouw, uit die regio is gekomen.)
Er zijn volgens mij maar twee mogelijkheden: óf de DNA-onderzoekers hebben een continuïteit opgespoord die zó algemeen is dat de bekende migraties er niet in kunnen worden opgemerkt, óf we hebben de historische en archeologische informatie niet begrepen. Dat laatste zou ik overwegen als het ging om één volksverhuizing op één moment in de geschiedenis, maar het gaat om een proces dat eeuwen heeft geduurd en in uiteenlopende bronnen is gedocumenteerd, dat resulteerde in een herkenbare taalkundige omslag en dat culmineerde in het meest pluriforme land in het Midden-Oosten.
In dit geval heb ik dus het gevoel dat het DNA-onderzoek iets heeft opgeleverd dat we nog niet goed begrijpen. Dat is ook wat je mag verwachten met een nieuwe methode en dat is ook wat de DNA-revolutie zo leuk maakt. En er is nog iets leuks: we hebben nu wél een ijkpunt om de Fenicische migratie in kaart te brengen. Dit is dus al met al wel iets om in de gaten te houden.
ets preciezer geformuleerd stellen de onderzoekers dat 93% van het huidige Libanese DNA te herleiden valt tot het DNA dat al rond 1700 v.Chr. circuleerde. Dat kan waar zijn, maar er is een
Niet gehinderd door enige kennis of ervaring op dit gebied vraag ik me af of 7% verschil niet juist behoorlijk veel verschil is. Het verbaast mij niet dat er , binnen 1 ras, homo sapiens, 93% overeenkomst is. Wat zou het verschil/overeenkomst in DNA zijn tussen bv Eskimo’s en Australische Aboriginals ?
vrgr
H
“… en anderzijds een groep die rond 2200 v.Chr. uit Iran naar het westen is getrokken.”
“Meestal noemen we die groep Amorieten en ze is te herkennen aan een Semitische taal.”
De link die je legt tussen Semitische taal en een groep uit Iran verbaast me.
Of gaat het specifiek om de Amoritische taal die toevallig ook Semitisch is?
“Hier wordt een stropop omvergeschoten”
Het zou een stropop zijn als de onderzoekers inderdaad iemand hadden genoemd die dat had beweerd. Nu is het alleen maar een conclusie die bevestigt wat we allang wisten. Volgens mij zoek je er teveel achter.
Zelfs als je alleen maar kijkt wat er de ‘bijbel’ staat, dus Jozua en een beetje Richteren, blijkt daar niet uit dat in het ‘operatiegebied’ van de binnentrekkende Israëlieten alle ‘Kanaännieten’ zijn uitgegroeid (de Gibeonieten) en hoe dan ook waren de Israëlieten volgens de bijbel niet actief in het grootste deel van wat nu Libanon is. Er moet in deze studie dus weer een bepaald punt gemaakt worden.
Inderdaad. En dat stoort me. Het is een cultuurtje in de exacte wetenschappen om zich niet in de geesteswetenschappen te verdiepen maar er wel negatieve uitspraken over te doen. Nu zijn de geesteswetenschappen bepaald niet zonder zonde (https://mainzerbeobachter.com/2011/07/14/kousbroeks-vergeefse-moeite/) maar dat gehakketak over en weer is vooral schadelijk.
En niemand die er iets tegen onderneemt.
Jawel, jij. Of is jouw naam Niemand?
Er zijn volgens mij verschillende factoren die de resultaten kunnen verklaren. Zo is de DNA-data afkomstig uit een stad (namelijk Sidon). Is het niet zo dat migrerende stammen zich eerder op het platteland vestigen dan in steden? Deze gebieden sluiten immers beter aan bij hun manier van leven. Ook lijken de migrerende Arabische stammen die u noemt zich niet in de Levantijnse kustvlakte te hebben gevestigd, maar eerder in de achterlanden; u noemt bijvoorbeeld de Bekaa-vallei en Nabataea, die inderdaad geen deel zijn van de kustvlakte waar de Fenicische steden als Sidon liggen. Ook is het zo dat migrerende stammen als de Arabische in de oudheid een levenswijze hebben die een minder grote bevolkingsomvang kan ondersteunen als landbouw- en stedensamenlevingen; als zo’n stam dus een dicht-geürbaniseerd gebied als Fenicië binnentrok, zou de relatief kleine stam dus een kleinere voetstap achter laten dan de mensen die er reeds woonden, en zouden ze ook sneller geassimileerd worden.
Dus: een grote stad als Sidon, die zich bovendien in een zone bevindt waar weinig migrerende stammen zich gevestigd zullen hebben, met een grotere bevolking dan de paar stammen die zich wel in de stad gevestigd zullen hebben, zal minder DNA-sporen van zulke stammen laten zien dan bijvoorbeeld het platteland van de kustvlakte of het achterland. DNA-onderzoek in zulke gebieden zou naar mijn mening meer helpen om de echte migratiedynamiek van de oudheid in de Levant te doorgronden.
Dit verschil tussen een conclusie op grond van dna vergelijking (van slechts vijf individuen) en een enorme hoeveelheid tamelijk zekere historische feiten wijst er op dat je heel voorzichtig moet zijn met conclusies op grond van dit soort dna vergelijkingen. Iemand heeft op deze manier ook wel eens bewezen dat al die invasies van Engeland van Kelten, Romeinen, Germanen, Noormannen, uiteindelijk vrijwel niets in het dna- van de gemiddelde dorpeling hebben achtergelaten. Dat is onwaarschijnlijk. Om maar één alternatieve verklaring te noemen. In de evolutie krijgen de best aan hun omgeving aangepaste individuen de meeste nakomelingen. Als die omgeving de bergen van Libanon zijn – of het Engelse platteland -, dan evolueert iedere bevolking naar de best mogelijke aanpassing aan die omgeving, De DNA-match zegt dan niets over waar de bewoners van een gebied allemaal voorouders vandaan hebben, maar laat gewoon de evolutie aan het werk zien. Het is best mogelijk dat ook dit onzin is, maar ik noem het alleen maar om te laten zien dat er alternatieve verklaringen zijn. Zowel bij Libanon als bij Engeland hecht ik meer geloof aan de bekende historische feiten dan aan dit soort dunne dna-conclusies.
jacob krekel
Volgens mij zijn de resultaten uit het genoemde onderzoek minder spannend dan het lijkt.
J1-P58 (J1a2b) is zo’n 11.700 (ybp) oud, zie https://www.yfull.com/tree/J-P58/. Pakweg 40-70% van de mannen van het Arabisch schiereiland heeft deze haplogroep.
J-M12 (J2b) is nog ouder, of liever gezegd M-102 is nog ouder: 27.800 ybp, zie https://www.yfull.com/tree/J2/. Je zult een aantal subclades dieper moeten om het specifieker te maken voor de Kanaänieten.
Mbt ‘’de Hebreeën de Kanaänieten hebben uitgemoord” zoals vermeld in de Bijbel: moet je inderdaad niet letterlijk nemen, zoals zo veel daar uit. Vergelijk het met de beweringen van Julius Caesar, Tiberius, Drusus en Germanicus die allen beweerden dat ze Tencteren hadden verslagen en/of vernietigd. Gek genoeg doken ze telkens weer op en in de derde eeuw zijn ze opgegaan in de Franken. Idem de overgebleven Eburonen die zijn `uitgemoord’, die zijn opgegaan in Bataven, Tungri en wellicht ander Keltische stammen. Waarschijnlijk zijn de Kanaänieten ook overgegaan in ander stammen.
Als ik het lemma lees over Kanaän in de Engelse Wikipedia, duizelt het mij. Hoe zeker zijn we dat er in het huidige Libanon een nieuw volk gekomen is dat Kanaänieten heette. Zijn de Bijbel en de niet DNA-bronnen in tegenstrijd met dit DNA-onderzoek? Ten tijde van de kruistochten moet er ook nog veel DNA-vermenging hebben plaatsgevonden. Andere vraag: De kustgebieden van de Maghreb zijn door Phoeniciërs gefrequenteerd. Hoe zit het daar met het DNA. In Tunesië en Marokko zouden de stichters van Carthago dan uit Libanon (Sidon) gekomen zijn maar dieper landinwaarts wonen vooral Berbers ook in Marokko. Berbers hebben geen verwantschap met Kanaänieten. Kanaänieten komen op mij over als een lastig af te bakenen volk.
Dat Fenicische DNA in de Maghreb is nooit echt onderzocht. Je moet namelijk vergelijkingsmateriaal hebben, weten wat de Libanese Feniciërs destijds waren. Omdat er zoveel migratie naar Libanon is geweest, meende men dat het antieke DNA niet uit het huidige te reconstrueren viel. Nu wordt het tegendeel beweerd. Kortom: we beginnen iets in beeld te krijgen maar weten het nog lang niet.
Er is al een aantal jaren geleden al iets gepubliceerd over het DNA van de Feniciërs in de Middellandse zee, zie: http://www.cell.com/ajhg/fulltext/S0002-9297(08)00547-8.
Jammer genoeg kwam het niet verder dan het aanduiden van Haplogroep J2.
Het laatste nieuws over (DNA van) de Feniciërs vind je op: http://phoenicia.org/genetics.html
Persoonlijk denk ik dat Subclades J1-Z640 and J1-YSC76 goeie kandidaten zijn voor de Feniciërs, wetenschappelijk bevestiging is er alleen nog niet.
wat betekent het precies die overeenkomsten in dna in procenten?
het dna van het dier mens is bijv. voor zo’n 98% overeenkomstig met de chimp.
vermoedelijk gaat het dna-onderzoek tussen al die volken over de grote lijnen en wat valt er verder dan over te zeggen over details/
en zijn die details belangrijk etc enz.
sal jan
De procenten die in het artikel dat Jona aanhaalt worden genoemd betreffen een schatting van percentage aan afstamming, niet letterlijk een absoluut genetisch verschil zoals tussen bijvoorbeeld mensen en chimpansees. Genetische verschillen tussen mensen onderling zijn minuscuul, maar wat er is kan worden gebruikt om verschillende bestaande en historische bevolkingen te ‘profileren’ en op basis daarvan kan een berekening worden gemaakt hoeveel een individu overeenkomt met bijvoorbeeld historische populatie X, Y en Z.
Stel, een Nederlander heeft een 100% Friese vader en een half Russische, half Finse moeder. Met vergelijkbare methoden op basis van zijn DNA zou dan berekend kunnen worden dat hij 50% ‘Noordnederlands’, 25% ‘Fins’ en 25% ‘Russisch’ is, zonder verder de nationale achtergrond van zijn ouders te kennen.
Als ik decaan was van de faculteit oudheidkunde, zou ik master (na master) programma’s maken die archeologie, bronnenonderzoek en erfelijkheidsleer (DNA) combineren.
Wat heb je aan scriptie 2426 over de derde Dode Zee-rol, als je dergelijke kruisbestuivende masters kan organiseren.
Hallo Jona,
Beetje late reactie, liep wat achter bij het lezen van je blog 🙂
Bij dit soort onderzoeken speculeren de wetenschappers in kwestie vaak met maar weinig input van historici en/of archeologen. Ik verdien mijn kost niet met historicus zijn maar in een ziekenhuis en deel mijn werkplek met een moleculaire bioloog. Ik heb hem wel eens over ontwikkelingen op dit gebied verteld, het is tenslotte het raakvlak tussen de historische wetenschappen en moleculaire biologie en de eerste vraag die hij stelde was:’Werken die collega’s van mij samen met archeologen of historici?’ Toen ik antwoordde ‘soms wel, soms niet’ fronste hij wel de wenkbrauwen.
Ik volg vrij regelmatig de publicaties op dit gebied en de verschillende science blogs en enkele fora en ik heb sterk de indruk dat je gelijk hebt dat ze hier gewoon een algemeen voorkomende populatie hebben gevonden. Om precies te zijn, een populatie die mogelijkerwijs typisch was voor de vroege Semitische volkeren. In 2016 was er een kleine furore toen een team onderzoekers (Lazaridis et al, http://www.biorxiv.org/content/early/2016/06/16/059311 ) concludeerde dat de oorspronkelijke boeren in het Midden-Oosten in drie duidelijk te onderscheiden populaties waren te verdelen: een zuidwestelijke (Levantijnse), noordwestelijke (Zuidoostanatolische) en oostelijke (Zagros gebergte). De Chalcolithische Iraanse populatie waar dit artikel naar verwijst is zelf al een mix van verschillende groepen ‘eerste boeren’.
Vanaf dat moment is wel duidelijk geworden dat er allerlei prehistorische vermengingsprocessen hebben plaatsgevonden in het Midden-Oosten waarover op fora en blogs veel wordt gespeculeerd. Dat ‘Chalcolithische Iraanse DNA’ is overigens ook gevonden in een eerdere Levantijnse populatie (heb een abstract langs zien flitsen, zal proberen die te achterhalen). Een van de meer geloofwaardige suggesties is dat de Bronstijd Sidonezen misschien inderdaad ‘karakteristiek’ waren voor de Kanaänieten, maar ook voor vroege Semieten in het algemeen. Met andere woorden, latere binnenkomende Semitische populaties zijn op deze manier moeilijk te traceren, tenzij deze sporen hebben van vermenging met duidelijk andere populaties.
Het is een beetje vergelijkbaar met het probleem van onderscheid maken tussen Angelsaksische en Deense immigratie in de voormalige Danelaw: de ‘bronpopulaties’ leken zo sterk op elkaar dat vooralsnog de Deense genetische bijdrage onderwerp van discussie is: grotendeels afwezig of gewoon niet van de Angelsaksen te onderscheiden?
Ook een klein detail: uit de supplementary materials blijkt dat ze christelijke Libanezen hebben gebruikt. De redenering hierachter is dat die het minst vermengd zijn met andere groepen, in ieder geval voor de periode sinds de Arabische verovering. Het is niet duidelijk of dit nog een bepaalde groep was of dat ze misschien alleen Maronieten hebben gebruikt. De conclusies gelden dus niet voor alle Libanezen.
De ‘7 + 1,6 % steppe’ in deze moderne christelijke Libanezen is wat dat betreft een ‘alarmsignaal’. Dit moet het gevolg zijn van vermenging met groepen met ‘steppe DNA’ tussen circa 1700 voor Christus en de komst van Islam, plus misschien een korte periode ten tijde van de kruisvaardersstaten. Laatste lijkt mij niet zo’n impact te hebben gehad, voor de eerdere periode zijn er meerdere kandidaten (Mitanni, misschien wat afgezakt Hetitisch DNA, Perzen, Graeco-Macedoniërs, ‘Romeinen’ etc.). Een cumulatief proces dus met een variabele impact van de diverse groepen, plus een min of meer permanent ‘doorsijpelproces’ tussen de verschillende naburige regio’s van individuele c.q. zeer kleinschalige migratie.
Vrijwel al die mogelijke bronpopulaties hadden (vermoedelijk) een bescheiden percentage ‘steppe dna’( tegenwoordig vaak ergens rond de 15 tot 20% in b.v. Griekenland, Iran, Turkije etc.) met de rest – misschien heb je het al geraden – bestaande uit DNA afkomstig van de verschillende groepen eerste boeren.
Het daadwerkelijke percentage aan ‘genetische aanvulling’ bij deze groep christelijke Libanezen sinds 1700 voor Christus is dus waarschijnlijk in de orde van grootte van ergens tussen een kwart en de helft. Het lijkt echter minder omdat de bulk van de DNA van de ‘binnenkomers’ al sterk leek op dat van de inheemse bevolking.
Het is wat dat betreft wachten op oud DNA uit de Chalcolithische Levant, de late Bronstijd, IJzertijd en de Perzische/Macedonische/Rome periodes en veel grotere samples. De hypothese dat ‘Chalcolithisch Iraans’ DNA pas met de Amorieten is binnengekomen is in ieder geval niet juist, maar het kan wel zijn dat die een flink stuk hebben ‘meegenomen’. Voor hetzelfde geld klopt de suggestie dat Sidon typisch is voor vroege Semitische populaties (buiten Mesopotamië dan) en hebben de Amorieten niets ‘nieuws’ gebracht op DNA gebied in de Levant.