De joodse Dionysos

De “Mona Lisa van Galilea”, Huis van het Dionysosmozaiëk in Sepforis

Ik heb wel eens eerder verwezen naar de inscriptie, gevonden in een tempel voor de Griekse god Pan, waarin iemand met de naam Ptolemaios, zoon van Dionysios, zijn dank aan de godheid uitspreekt wegens een redding op zee. Niets bijzonders, zou je zeggen, maar dat verandert als we kijken naar de zelfidentificatie van de dankbare Ptolemaios: hij was joods. Oudheidkundigen zullen niet opkijken van een jood die Pan vereert, maar het sluit slecht aan bij het gangbare begrip van het jodendom.

Het punt is in dit blogstukje niet dat het wel meevalt (of tegenvalt) met het monotheïsme van het antieke jodendom. Het gaat me erom dat Ptolemaios niet alleen Pan vereert, maar ook een vader heeft met een naam die verwijst naar Dionysos. Dat is in een joodse context vrij significant.

Veel hellenistische Grieken meenden namelijk dat de joden Dionysos vereerden. De antieke overheden handelden ook naar dit inzicht: de boeken 2 Makkabeeën en 3 Makkabeeën documenteren dat de Seleukidische en de Ptolemaïsche vorsten vonden dat de joden Dionysos maar moesten vereren. Ook later, in de Romeinse tijd, bestond dit idee. De tweede-eeuwse auteur Ploutarchos bediscussieert ergens de vraag wie de god der joden was – ik meen in de Quaestiones convivales maar ik ben te lui om het na te trekken – en concludeert dat het Dionysos is.

Ploutarchos heeft daarvoor ook enkele verlammende argumenten: iedereen herkent toch dat het woord “sabbat” is afgeleid van de kreet van de bacchanten, “sabos!”, en is niet duidelijk dat het loofhuttenfeest in feite de eredienst is van Dionysos? Trouwens, liep de hogepriester niet in een gewaad dat leek op dat van een Dionysospriesters?

Of neem het beeldmateriaal, zoals het Huis van het Dionysosmozaiëk in Sepforis. De foto hierboven, door de archeologen met veel gevoel voor publiciteit aangeduid als “de Mona Lisa van Galilea”, is een detail van het mozaïek hieronder. Er is geopperd dat dit het huis is geweest van Jehuda ha-Nasi, de samensteller van de Mishna, de eerste grote optekening van rabbijnse wijsheid. Dat kan natuurlijk een gevalletje oudheidkundige standaardoverdrijving zijn, maar van de andere kant: het komt niet uit een academisch persbericht maar uit de publicatie van een serieuze geleerde, Zeev Weiss. In elk geval blijkt uit de aanwezigheid van steenwerk dat hier iemand heeft gewoond die de reinheidsregels onderhield: een vrome jood dus, die geen bezwaar had tegen de dionysische afbeeldingen.

Sepforis, Huis met het Dionysosmozaïek (klik=groot)

De vraag is nu waarom zoveel mensen de god der joden gelijkstelden aan Dionysos. Ik beken dat ik lange tijd heb gedacht dat de redenering van Ploutarchos – een verzameling oppervlakkige overeenkomsten – eigenlijk alles was wat er was, maar zoals ik twee weken geleden schreef, is er wel degelijk een diepere reden. Dionysos is de god die je geheel overneemt en in die zin geen andere goden naast zich duldt; dat maakt hem voor de vereerders even uniek als JHWH voor de joden was. Het is ook een wissel richting de exclusiviteit van het christendom. Het is dus eigenlijk helemaal zo onlogisch niet dat mensen in de Oudheid meenden dat de joden Dionysos vereerden.

[Dit bij wijze van antwoord op een vraag n.a.v. mijn eerdere stukje.]

Dionysosmozaïek (detail), Sepforis
Deel dit:

5 gedachtes over “De joodse Dionysos

  1. jan kroeze

    Een Jood die Pan vereert? Merkwaardig (maar ik dan ook geen oudheidkundige, ik neem zaken uit deze blog in me op, vandaar).
    En die mozaiek is weer prachtig, nl. te bedenken hoe lastig het is om een neus (en vooral handen) technisch goed weer te geven! Kijk naar Chagall bv.!

  2. Roger Van Bever

    Dat was in zijn Tafelgesprekken dat Ploutarchos het over dit onderwerp had.
    In de volgende lezing van Christine Escarmant: “Dionysos dieu des Juifs :
    la mesure du mélange” die zij gehouden heeft in januari 1998 heeft tijdens een symposium in Haïfa in januari 1998 wordt uitvoerig uit de doeken gedaan waarom jouw mening hout snijdt.
    Zie: http://marincazaou.pagesperso-orange.fr/rabelais/dionysos.html
    Zij leunt sterk aan bij Ploutarchos, maar ook bij het werk van François Rabelais, de grote Franse schrijver-humanist en geneesheer, geboren in 1483/ 1493 en gestorven in Parijs in 1553.
    Het werk van Rabelais heb ik helemaal gelezen een tiental jaren geleden en het is niet zeer makkelijk. Hij werd zowel door katholieken als protestanten verketterd, zijn werk erg gelaagd en bevatte veel verborgen spot met de kerk. De inhoud van de bovenstaande lezing van Escarmant is ook niet zo makkelijk.

    1. Roger Van Bever

      Ik moet er nog aan toevoegen dat een aantal speculaties op allerlei woordverwantschappen steunen, zowel bij Ploutarchos als bij Rabelais die daarin een ware meester was.

Reacties zijn gesloten.