
In mijn vorige stukje behandelde ik de plekken waar je de Bronstijd en IJzertijd van Israël en Juda kon bekijken. Dat waren twee koninkrijkjes in de marge van een gestaag groeiend Mesopotamisch wereldrijk. De Assyriërs lijfden rond 724 v.Chr. het noordelijke rijk, Israël dus, in en toen de Babyloniërs de macht hadden overgenomen in Mesopotamië, onderwierpen zij in 586 het zuidelijke, Juda. De Judese bevolking belandde door deportatie in Babylonië maar mocht later, toen aan het hoofd van het oosterse wereldrijk een Perzische dynastie stond, terugkeren. Later namen de Macedoniërs de macht over in het Nabije Oosten.
Ik heb weleens gelezen dat het verblijf in Babylonië de Joden voorgoed een gevoel heeft gegeven dat ze in den vreemde konden wonen en toch één volk blijven. De terugkeer naar Jeruzalem was dan een eeuwenlange, gedeelde en verbindende droom. Ik houd niet van speculaties over eeuwenlange continuïteiten, maar erken dat het een zekere aannemelijkheid heeft. Al lijkt bewijs me lastig.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.