MoM | Klimaatverandering

Het Jerwan-aquaduct

Een van de bekendste puzzels uit de oude geschiedenis is de ondergang van het Assyrische Rijk. Rond 670 v.Chr. hadden koning Esarhaddon en zijn opvolger Aššurbanipal nog Egypte onderworpen, maar niet veel later vinden we de Assyriërs op de terugtocht. Het gebied langs de Nijl werd overgelaten aan een lokale dynastie, die de Assyriërs in elk geval niet voor de voeten liep. In het oosten werden de Meden gevaarlijk, in het zuiden werden de Babyloniërs steeds onrustiger. Maar wat nu echt zorgde voor de omslag, we weten het niet. Imperial overstretch is een mogelijkheid, maar net als bij de ondergang van het Hittitische Rijk zijn de archieven vele jaren voor het einde van het rijk ten einde gekomen en missen we documentatie om écht iets te zeggen.

Klimaatverandering

En nu is er deze publicatie over een dramatische klimaatverandering. Ik citeer de conclusie:

Our data suggest that climate change was an underlying causal factor, whose effects on the Assyrian imperial economy began centuries before the Empire’s collapse. Nearly two centuries of high precipitation and high agrarian outputs encouraged high-density urbanization and imperial expansion that was not sustainable when climate shifted to megadrought conditions during the seventh century BCE. Megadroughts as severe as modern droughts in the region but lasting for multiple decades likely crippled the Assyrian economy and precipitated its collapse.

Het team maakte gebruik van het gegeven dat stalagmieten langzaam groeien, laagje voor laagje, afzetting voor afzetting. Die afzettingen zijn te dateren aan de hand van radioactief verval (een uranium-thorium-datering). De onderzoekers onderzochten dit in een grot in het Zagrosgebergte en constateerden dat binnen de laagjes de verhouding tussen twee zuurstofisotopen, die een aanwijzing biedt voor de historische regenval, veranderde. Ze concludeerden dat er tussen ruwweg 925 en 550 v.Chr. twee klimaatfasen zijn geweest.

Eerst was het gedurende twee eeuwen natter dan normaal. Rond 725 v.Chr. sloeg het klimaat echter om en begon een periode van ruim anderhalve eeuw van enorme droogte. Dit is een interessant gegeven, en het past mooi bij de aanleg van het hierboven afgebeelde Jerwankanaal in deze tijd, maar ik weet niet of het heel veel verklaart. De ommekeer begon voor Assyrië namelijk rond 660, dus driekwart eeuw ná de klimaatomslag. Ik zou niet snel hebben gesproken van een “causal factor”. Het lijkt er eerder op dat er sprake is van een voorwaarde die op zich niet voldoende is om de val van Assyrië oorzakelijk te verklaren maar die het proces wel beïnvloedde. De flexibiliteit waarmee het rijk kon reageren op tegenslagen, begon af te nemen. De jargonterm hier is resilience, wat je misschien als “veerkracht” kunt vertalen.

Wisten we dit niet al?

Overigens is de conclusie niet helemaal onverwacht. De intredende droogte was al bekend van de Iraanse hoogvlakte, waar de bevolking reageerde door de aanleg van qanats. Dit zijn ondergrondse kanalen waarmee de dorpen verbonden bleven met de steeds verderop liggende watervoorraden. Hier is een doorsnede te zien.

Doorsnede van een qanat

In Iran worden deze kanalen traditioneel gedateerd rond 600-500 en er is een discussie – al heb ik de laatste schotenwisselingen niet meer gevolgd, als die er al zijn geweest – over de vraag of de Perzen de Meden wisten te overvleugelen doordat zij wél qanats aanlegden en de Meden niet, of dat het andersom was, dat de Perzische overwinning op de Meden de aanleg van qanats mogelijk maakte. Een precieze datering zou nuttig zijn maar is er bij mijn weten niet. In elk geval: droogte.

Nog een ander punt: in Syrië is het beeld omgekeerd. Op het moment dat in Assyrië een vochtige periode begon, nam de regen daar af. In de Bekaa-vallei werden nederzettingen opgegeven en het lijkt erop dat de bewoners zich vestigden langs de Fenicische kust.

Kortom, er speelt van alles. Het is makkelijk om nu, analoog aan de Eerste Hoofdwet van de Archeologie (“als je niet weet wat je hebt opgegraven, zal het wel religieus zijn”), een Eerste Hoofdwet van de Oude Geschiedenis te formuleren: er valt altijd wel een klimaatverandering te verzinnen. Dat zou echter nodeloos cynisch zijn. Hoewel ik wat vraagtekens heb bij het hier genoemde onderzoek, zijn er steeds meer interessante technieken om het paleoklimaat steeds preciezer in beeld te krijgen, rekening houdend met regionale variatie.

[Geschiedenis is geen amusement, leuk voor een vrijblijvend stukje in een tijdschrift of een item op TV. Het is een wetenschap. In de reeks “Methode op Maandag” (MoM) leg ik uit wat de oudheidkundige wetenschappen, en de historische wetenschappen in het algemeen, maakt tot wetenschappen. Een overzicht van deze en vergelijkbare stukjes is hier.]

Deel dit:

13 gedachtes over “MoM | Klimaatverandering

  1. Frans

    Zo cynisch vind ik die nieuwe Eerste Hoofdwet nou ook weer niet. Het past tenslotte wel binnen de huidige tijdgeest om klimaatverandering overal de schuld van te geven, dus moet je oppassen dat je dat beeld niet wat al te makkelijk op het verleden projecteert. Hetzelfde zie je bij de ondergang van de Maya beschaving; vroeger hoorde je nooit iemand over klimaatverandering als oorzaak, de laatste jaren ineens wel. Er is ook wel wat voor te zeggen: bevolking groeit, landbouwgrond raakt uitgeput…

    1. Omgekeerde oorzaak en gevolg
      Landbouwgrond raakt op bevolkingsdruk neemt toe;
      dat er meer bekend is over klimaatverandering hangt -inderdaad- samen met de recente grote belangstelling hiervoor dat er toe leidt onderzoek te doen of er historische voorbeelden zijn

  2. Robert

    “.. Eerste Hoofdwet van de Oude Geschiedenis te formuleren: er valt altijd wel een klimaatverandering te verzinnen. ”

    En vergeet de Tweede Hoofdwet niet: er valt altijd wel menselijk handelen naast die klimaatverandering te verzinnen: ontbossing, turfafgraving, bodemuitputting.

    1. FrankB

      Waaruit volgt dat we altijd extra empirische data hebben om uit te vinden hoe het nou zat. We kunnen bv. turfafgraving in het Assyrische Rijk met een gerust hart uitsluiten.
      JonaL heeft de Eerste Hoofdwet nou net geformuleerd om aan de kaak te stellen dat archeologen de conclusie religie trekken zonder extra empirische data en geen enkele moeite doen om andere oorzaken te bedenken. Het equivalent in misdaadromans is “de butler heeft het gedaan”.
      In dit specifieke geval kan “klimaatverandering” pas aanvaard worden als ook het chronologische gat van 625 – 560 BCE gevuld is. Daaruit volgt niet dat we deze factor moeten verwerpen. Eigenlijk ben ik een beetje verbaasd dat JonaL vandaag zijn favoriete conclusie achterwege heeft gelaten: we weten het (nog?) niet, het blijft een puzzel.

  3. FrankB

    “Het lijkt er eerder op dat er sprake is van een voorwaarde die op zich niet voldoende …..”
    Dit is een kwestie van semantiek. De vraag wordt immers: mag men elke voorwaarde nog oorzakelijke factor noemen? Specifieker: noemen we alleen een voldoende, noodzakelijke voorwaarde ook een oorzakelijke factor?
    Ik ben geneigd ja, respectievelijk nee te antwoorden, maar voeg er meteen aan toe dat een positief of negatief antwoord bij een zuiver onderzoek geen enkele invloed heeft op de vraag van welk belang klimaatverandering is geweest voor de ondergang van het Assyrische Rijk. We moeten hoe dan ook voor ogen houden dat men destijds door gebrek aan technologie minder gemakkelijk in staat was zich aan veranderende omstandigheden aan te passen.

  4. Gebrek aan technologie? De qanats zijn wel degelijk een technisch hoogstandje. Kennelijk hadden de Assyriërs die techniek nog niet opgepikt. Of misschien leenden de plaatselijke omstandigheden zich er niet voor?

    1. Rob Duijf

      ‘Gebrek aan technologie? De qanats zijn wel degelijk een technisch hoogstandje.’

      Je hebt er in ieder geval hydrologische kennis van de ondergrond voor nodig en je moet het debiet kunnen berekenen tussen de bron en de plaats van bestemming. Voor de rest is het vooral een enorm tijdrovende klus en heel zwaar en gevaarlijk werk (instorting), vooral met de beperkte middelen die men toen voorhanden had. Maar om dat nou een technisch hoogstandje te noemen lijkt me nogal relatief, vergeleken met de grote bouwkundige prestaties in die tijd.

      Belangrijk is dat er een waterdoorlatende laag is (bijv. een puinwaaier aan de voet van een berghelling aan de neerslagzijde van een gebergte) boven een vaste ondergrond, zodat er een grondwaterspiegel kan ontstaan. Die kan zich verraden door bronvorming. In hoeverre die condities in Assyrië aanwezig zijn, kan ik niet beoordelen.

    2. Theo van Dijk

      In mijn dorp, Walferdange in Luxemburg, hebben we ook een qanat, uit de Romeinse tijd, gedateerd op het jaar 130. Een tekst (Frans en Duits) met foto’s is te vinden op Wikipedia, onder Raschpëtzer qanat, Franse versie.

  5. Otto Cox

    Klimaat en ook economie spelen een veel grotere rol dan ook nu nog veelal in de geschiedenis wordt onderkend. Overigens niet alleen in negative zin, klimaatverandering kan ook bijdragen aan de opkomst van rijken. En het speelt niet alleen in de oudheid. Maar het zal zelden of nooit de enige of zelfs de hoofdoorzaak zijn. Ik denk dat het perspectief van “veerkracht” dat Jona ook al noemt de manier is om er naar te kijken. Het gunstige klimaat (en daarmee o.a. beschikbare menskracht) hielp de Romeinse Republiek bij het overwinnen van soms forse tegenslagen, en ook in de periode van de chinese Ming-dynastie zijn klimaatfactoren beschreven die invloed hebben gehad. Dus ik denk dat het verder gaat dan “er is altijd wel een klimaatverandering te verzinnen”, de vraag is “hoe groot was de invloed van klimaat”. De ene keer zal die groter zijn dan de ander, en dat is juist interessant.
    NB: ook Braudel gaat in zijn “Middellandse Zee” al uitgebreid in op de invloed van klimaat en landschap, ook al was klimaatverandering als onderwerp toen nog niet aan de orde.

  6. Vraag is bij dergelijke ingrijpende veranderingen of er sprake is van een veranderd klimaat dan wel van langdurige andere weersomstandigheden. Is het niet zo dat klimaat(verandering) de hele aardbol betreft, terwijl het weer lokaal van plaats tot plaats verschilt.
    Wanneer er destijds een verandering in het klimaat was, moet dat ook in andere delen van de aarde zijn terug te vinden.

Reacties zijn gesloten.