Mitanni

Hurritische brief, gevonden in Tell Brak (Syrië; Museum van Deir ez-Zor)

In mijn reeks over het handboek van De Blois en Van der Spek, Een kennismaking met de oude wereld, laten we de Midden-Bronstijd achter ons en gaan we naar Mitanni. Als ooit het cliché “vergeten koninkrijk” van stal mocht worden gehaald, dan wel bij dit rijk. Het is in feite weinig meer dan een naam, een handvol archeologische resten en wat linguïstische hypothesen. Maar goed. We kunnen altijd de verschillende soorten informatie combineren en wanneer die elkaar bevestigen, kunnen we er misschien op vertrouwen niet ver van de historische waarheid te zijn.

Eerst maar dit: het is zo goed als zeker dat het centrum van Mittanni ergens aan de bovenloop van de rivier de Khabur lag, dus in het land tussen de Eufraat en de Tigris. De hoofdstad Waššukanni en de belangrijke steden Kahat en Taide zijn nog niet geïdentificeerd, maar het is redelijk zeker dat ze ergens in het zuidoosten van Turkije of het oosten van het huidige Syrië moeten liggen.

Opkomst

Na de ondergang van het Oud-Babylonische Rijk konden de koningen van Mitanni hun macht uitbreiden. We hebben het nu over de zestiende eeuw v.Chr. De details zijn onduidelijk, maar het resultaat niet: rond 1500 was koning Parrattarna van Mitanni een belangrijk vorst, machtig genoeg om ook te heersen in Aleppo in Syrië, halverwege de Eufraat en de Middellandse Zee.

Mitanni was niet de enige grootmacht met belangstelling voor Syrië. De Egyptische koning Toetmoses III (r.1479-1425) organiseerde diverse veldtochten in dit gebied. Ik blogde er al eens over. Tijdens zijn achtste veldtocht versloeg hij de heerser van Mitanni en zijn bondgenoten. De Egyptenaren bereikten de Eufraat, bouwden schepen en verwoestten de oevers helemaal van Karchemish tot Emar, steden die tot Mitanni behoorden. De Egyptenaren slaagden er desondaks niet in het Syrische binnenland onder controle te krijgen. Uiteindelijk knoopten farao Toetmoses IV (r.1401-1391) en koning Artatama I van Mitanni vriendschappelijke betrekkingen aan.

Ondertussen groeide de macht van Mitanni in het oosten. Koning Sauštatar (c.1415) versloeg Assyrië en vernederde zijn inwoners door de deuren van de beroemde tempel van Aššur naar Waššukanni te zenden. Tegen het einde van de vijftiende eeuw stonden het zuidoosten van Turkije, het noordoosten van Syrië, het noorden van Irak en het noordwesten van Iran onder directe of indirecte controle van de Mittannische koning. Zeg maar het gebied waar nu Koerden wonen.

Destijds sprak men er Hurritisch, een taal die niet verwant is met een van de bekende Semitische of Indo-Europese talen. Hoewel niet elke onderdaan van de koning van Mitanni Hurritisch sprak, en niet iedereen die Hurritisch sprak een Mitanniër was, hangen de twee wel samen en het is geen toeval dat na 1400, toen de Egyptische macht in Syrië instortte en Mitanni zijn westelijke expansie hernam, we ook een snelle opkomst van het Hurritisch zien in Kizzuwadna (Cilicië). De culturele invloed van Mitanni was ook merkbaar in naburige staten zoals in het Hethitische Rijk, waar verscheidene koningen Hurritische namen dragen en waar Hurritische goden werden vereerd (bijv. te Yazilikaya).

Staatsstructuur

Er is wel beweerd dat Mittannië in feite een federatie was van Hurritisch-sprekende staatjes, verenigd door een ruiterelite die een Indo-Iraanse taal sprak. Drie teksten zijn van belang.

  • De eerste is een verdrag waarin de koning van Mitanni zweert bij een reeks goden met Hurritische namen en besluit met de goden Mi-it-ra, Aru-na, In-da-ra, en Na-sa-at-tita (Mitra, Varuna, Indra, Nasatya).
  • De tweede tekst is een handleiding over de strijdwagens door een Mitanniër genaamd Kikkuli, die Indische cijfers gebruikt en woorden als assussanni (Sanskriet asvasani, “paardentrainer”).
  • Tenslotte is er een document waarin Indische woorden worden gebruikt om de kleuren van paarden te beschrijven.

Hoewel het verband tussen de Indo-Iraanse taal en het gebruik van strijdwagens redelijk zeker lijkt te zijn, is nog te bewijzen dat de mensen die Indo-Iraans spraken behoorden tot een krijgerselite. Het kunnen ook trainers of stalknechten zijn geweest. Anderzijds is het opmerkelijk dat we in de paleizen van de Hurritisch sprekende elite keramiek aantreffen dat sterk lijkt op aardewerk uit Hyrkanië in het oosten. Deze puzzel ligt er nog.

Internationale betrekkingen

We zijn beter op de hoogte van de internationale betrekkingen. De Egyptische koningen Toetmozes IV en Amenhotep III (r.1391-1353) trouwden met Mitannische prinsessen, en toen de laatstgenoemde farao ziek was, werd het beeld van de Mitannische godin Šaušga gezonden om hem te genezen. Dit alles blijkt uit de Amarna-brieven, een archief van diplomatieke correspondentie uit Egypte.

Na het midden van de veertiende eeuw viel Mittani ten prooi aan een dynastieke crisis. Zoals gewoonlijk kunnen we de details niet begrijpen, maar het is min of meer duidelijk dat de jonge koning Tušratta niet algemeen erkend werd en het gezag verloor over Assyrië. In het noordoosten schijnt een man genaamd Artatama II een eigen koninkrijk te hebben gesticht, en Mitanni was daarna een makkelijk doelwit voor de Hethieten.

Hoewel Tušratta de Hethitische koning Šuppililiuma (r.1344-1322) wist te verslaan, werd Waššukanni later veroverd en geplunderd. Onmiddellijk daarna installeerden de Hethieten nieuwe heersers in Syrische steden die tot Mitanni hadden behoord. Tušratta werd gedood en zijn zoon Shattiwaza is bekend als vazal van Šuppililiuma. Terzelfder tijd werd de usurpator Artatama een marionet van Assyrië. De Egyptische koningen Echnaton (r.1353-1336) en Toetanchamon (r.1336-1327), die Mitanni hadden kunnen redden, waren te druk bezig met hun eigen zaken om hulp te sturen.

Dit was het einde van het koninkrijk. De toekomst behoorde aan de Hethieten, Egyptenaren en Assyriërs. We zouden graag meer over Mitanni willen weten, en dat zal waarschijnlijk ook gebeuren zodra Waššukanni eenmaal is geïdentificeerd en opgegraven.

Deel dit:

5 gedachtes over “Mitanni

  1. Leuk stukje! Ik had al wel eens wat gelezen maar dit is weer eens een prettige samenvatting. Dat van die Indische woorden wist ik nog niet – denken de onderzoekers aan contacten met India of zelfs een politieke uitloper vanuit dat gebied?

  2. Ben Spaans

    Of lijkt een ’tussentaal’ (letterlijk) nog genoeg op Sankriet om de termen te kunnen te plaatsen?

    Indische cijfers- dat zijn dé (‘onze’) Indische cijfers al?

  3. Saskia Sluiter

    Mijn leraar geschiedenis had destijds zijn Blois en van der Spek (jaren zestig. Was het boek er toen al?) goed gelezen.
    Wat een bevoorrechte leerlingen zijn wij toch geweest: Hethieten, Suppililiuma, Mittani… Het mag deels misschien achterhaald zijn, maar we kregen het wel mee!

Reacties zijn gesloten.