
[Dit is het voorlaatste deel van een zesdelige reeks over de geschiedenis van de voornaamste stad van het antieke Sicilië, Syracuse. Het eerste stukje was hier en een landkaartje is daar.]
De Eerste Punische Oorlog
Ik was in mijn vorige stukje beknopt over Pyrrhos, omdat ik er al eens over had geblogd. Over de Eerste Punische Oorlog wil ik het ook niet lang hebben, want ik schreef een boek over dit conflict tussen Rome en Karthago. Dat boek heeft de superoriginele titel De vergeten oorlog en u moet het maar lezen als u wil weten hoe Rome tussen 264 en 241 v.Chr. Karthago versloeg en Sicilië annexeerde.
Samengevat: het begon met een klein conflict om Messina, daarna sloot Syracuse zich aan bij Rome, vervolgens mobiliseerde Karthago pas echt, en toen besloot Rome er ook echt werk van te maken. Akragas viel na een lange belegering. Waarop de Karthagers besloten met schepen de Italische kust te plunderen. Waarop de Romeinen een vloot bouwden en de Karthagers met een nieuw wapen, de enterbrug, wisten te verslaan. Waarop de Romeinen besloten à la Agathokles over te steken naar Afrika. Waar consul Regulus de Karthagers versloeg om zelf te worden verslagen door de Karthaagse huurlingenleider Xanthippos. Om dat verhaal te vernemen hoeft u mijn boek niet te lezen, u leest het namelijk hier op de blog.
De oorlog sleepte daarna nog jaren voort. Rome verspeelde vloten en mensenlevens, terwijl het vergeefs probeerde de laatste vijandelijke bolwerken in het westen van Sicilië in te nemen. Karthago voerde een tweefrontenoorlog op Sicilië en in Numidië. Uiteindelijk wisten de Romeinen met hun laatste krachten een vloot bouwen. Bij de Egadische Eilanden versloegen ze de Karthaagse. Hier is meer. Het was volgens de Griekse geschiedschrijver Polybios “de langste, intensiefste en grootste oorlog uit de geschiedenis” geweest. Einde samenvatting.
Provincie
Voortaan was Sicilië een provincie van Rome – de eerste, en het is interessant om te zien hoe de Romeinen het eiland organiseerden. Dit werd het model voor de organisatie van nieuwe veroveringen. In de eerste plaats werd het Romeinse systeem van allianties niet uitgebreid tot Sicilië. Het zou zinloos zijn de Sicilianen te vragen troepen naar bijvoorbeeld Noord-Italië te sturen om daar tegen de Galliërs te vechten. Daarom eisten de Romeinen belastingen. De Siciliaanse tyrannen hadden hetzelfde gedaan, en dit was een betere manier om de steden, die officieel hun autonomie behielden, te besturen.

Een Romeinse magistraat, een praetor, was verantwoordelijk voor het bestuur van het eiland. Zijn bevoegdheden waren vrijwel onbeperkt en de bewoners van het eiland moeten hem als een soort tyran hebben beschouwd. Zijn financiële ambtenaren, de twee quaestores, eisten 10% van de oogst en hadden vervolgens het voorkeursrecht om tegen een vastgestelde prijs extra graan te kopen. Dit systeem, dat bekendstond als de Lex Hieronica en was vernoemd naar de in het eerste stukje genoemde alleenheerser, gold aanvankelijk als een billijk compromis tussen de eisen van de heersers en de mogelijkheden van de nieuwe onderdanen. De Romeinen zouden het later ook toepassen in Andalusië.
De Tweede Punische Oorlog
De Romeinen veroverden dus Sicilië en leerden hoe ze provincies organiseerden. Het eiland bleef rustig en Syracuse profiteerde van deze rust. Koning Hieron, aangetreden aan het begin van de Eerste Punische Oorlog, had geld te besteden. Hij breidde het theater uit, bouwde een groot altaar en vernieuwde het koninklijk paleis in de citadel op het eiland. De basis was gelegd voor economische voorspoed, zij het met weinig autonomie.

Sicilië bleef rustig, zelfs toen Karthago en Rome in 218 een tweede oorlog begonnen. Tijdens deze Tweede Punische Oorlog, die beroemd werd als de oorlog van Rome tegen Hannibal, was Sicilië niet het belangrijkste oorlogsgebied. Desondanks ontkwam Syracuse niet aan geweld.
In 215 stierf Hieron. De stad koos onmiddellijk partij voor Karthago. De Romeinse generaal Marcellus wist het eiland echter te behouden en sloeg het beleg op voor Syracuse. Volgens de verhalen ontwierp Archimedes allerlei machines om de stad te verdedigen – het verhaal over de brandspiegels is een berucht sprookje – maar uiteindelijk viel de stad door verraad in Romeinse handen. Een ongeremd plunderen kon een aanvang nemen. Archimedes was een van de slachtoffers.

Uitbuiting
Sinds de Eerste Punische Oorlog maakte het grootste deel van Sicilië deel uit van het Romeinse rijk; de Tweede Punische Oorlog voegde daar Syracuse aan toe. De stad bleef economisch welvarend en misschien nog belangrijker: er kwam een einde aan de eeuwige afwisseling van tyrannie en democratie. De Romeinen gaven de voorkeur aan een oligarchie, en Syracuse werd voortaan geregeerd door een hoogste magistraat die tegelijk priester was van Zeus.
Sicilië bloeide op, en kon door de twee quaestoren (één in Lilybaion, één in Syracuse) worden geëxploiteerd. Ook senatoren exploiteerden het eiland, in de vorm van grote plantages. Het graan dat ze daar produceerden, exporteerden ze naar Rome. Het werk werd verricht door grote aantallen slaven. Het waren vaak krijgsgevangenen die behoorden tot dezelfde etnische groep behoorden, zoals Keltiberiërs of Thraciërs. Ze mochten hun eigen goden vereren en hun moedertaal spreken, waardoor ze verzet konden organiseren tegen hun eigenaren zonder dat die ervan op de hoogte kwamen. Er waren slavenopstanden in 136 of 135 en in 104-101. Weliswaar sloegen de legioenen die neer, maar de uitbuiting ging door.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.