Ik geloof dat ik al een paar keer heb verwezen naar oudheidkundig klimaatonderzoek naar ijslaagjes, maar ik heb dat ijsonderzoek nog nooit werkelijk uitgelegd. Laten we daar vandaag eens verandering in brengen.
Het principe lijkt op dat van jaarringonderzoek. Elke winter valt er sneeuw en in het hooggebergte en in de poolgebieden blijft die liggen. Het verandert in een ijslaagje, en dat bevroren hemelwater biedt een aanwijzing voor de samenstelling van de atmosfeer. We beschikken bij mijn weten over drie meterslange boorkernen, alle drie uit Groenland. Daarin zijn bijvoorbeeld vulkaanuitbarstingen te herkennen, want zo’n ontploffende berg stuurt een hoop rommel de lucht in en de sulfaten blijven wereldwijd hangen. Ik herinner me de opwinding – ik denk eind jaren tachtig – toen dit onderzoek begon en men de sporen vond van een enorme uitbarsting in 1614 v.Chr., die destijds werd toegeschreven aan de ontploffende Thera. Die uitbarsting is belangrijk voor de chronologie van het Egeïsche Zee-gebied.
Correcties
Inmiddels zijn er twee correcties. Eén, deze ontploffing vond wel plaats in het laatste kwart van de zeventiende eeuw, maar vermoedelijk een decennium eerder. Het herkennen van een ijslaagjes is soms wat lastig. Dat geldt ook voor de jaarringen van bomen, maar archeologen hebben vrij veel jaarringreeksen en kunnen daardoor corrigeren als ze in deze of gene reeks een keer een ringetje niet hebben herkend. Met slechts drie ijskernen gaat dit wat lastiger.
De tweede correctie is dat het de Thera niet kan zijn geweest. Niettemin: het was destijds een sensatie dat dit soort onderzoek überhaupt mogelijk was. Dat men ook weleens missloeg, was alleen maar logisch, bij een wetenschap die in de kinderschoenen stond.
IJsonderzoek in de Alpen
Voor oudheidkundigen is er dan nog het probleem dat Groenland nogal ver ligt van de Mediterrane wereld. Vulkaanuitbarstingen op IJsland of in Alaska zijn een stuk beter herkenbaar dan uitbarstingen van bijvoorbeeld de Etna, Stromboli of Vesuvius. Of de Thera dus.
Gelukkig hebben onderzoekers in 2013 een kern weten te winnen uit de Colle Gnifetti-gletsjer, even ten oosten van de Matterhorn in de Zwitserse Alpen. Dat levert inmiddels de eerste resultaten op. Zo is aan de hand van de Groenlandse boorkernen beweerd dat in de derde eeuw na Chr. de hoeveelheid zware metalen in de atmosfeer afnam, wat men uitlegde als het einde van de metaalwinning in Han-China en het Romeinse Rijk. In Zwitserland zijn daarvoor geen aanwijzingen gevonden. Wel voor een afname in de tijd van de Zwarte Dood.
Beryllium-10
Een andere mogelijkheid van dit type onderzoek is meten hoeveel Beryllium-10 er in de atmosfeer zit. Dit vormt een aanwijzing voor zonneactiviteit. We weten nu dat die in de vierde eeuw v.Chr. vrij snel toenam, daarna een klein millennium op hetzelfde niveau bleef, en in de zesde eeuw afnam. Die afname liep synchroon met niet minder dan drie enorme vulkaanuitbarstingen in 536, 540 en 547 na Chr. Robert van der Hall had het er al over in onze reeks Geliefde Boeken. De afnemende zonneactiviteit markeert de overgang van Oudheid naar Middeleeuwen, vulkanische activiteit zorgde ervoor dat die overgang abrupt was.
Simpel gezegd: dit is onderzoek dat nog in de kinderschoenen staat. Sommige conclusies moeten dus onvermijdelijk worden bijgesteld. Maar leuk is dit soort onderzoek wel.
[De oudheidkundige wetenschappen bieden meer dan feitjes, wistjedatjes en trivaliteitjes. Het zijn in de eerste plaats wetenschappen. Een overzicht van vergelijkbare stukjes is daar.]
Kortom, ijsonderzoek is geen onderzoek naar ijs, maar naar vervuiling van ijs.
“maar vermoedelijk een decennium eerder”
Voor geologen en natuurkundigen is dit klein bier – wat is nou tien jaar op dik drie en een half millennium? Lastige oudheidkundigen ook altijd, die willen alles altijd op het jaar of minder exact hebben.
Even serieus: dit onderzoek vind ik niet gewoon leuk, maar spectaculair.
Ik las er al een paar keer over en vind het énorm boeiend én bemoedigend, hoe onze wetenschap met kleine stapjes voortschrijdt… Bijvoorbeeld bij Walter Scheidel maar ook boekjes zoals “Kulturgeschichte des Klimas” van Wolfgang Behringer….
Ik kijk alvast enorm uit naar je volgende boek!
Wist je trouwens dat het ‘winnen van boorkernen’ “carottage” wordt genoemd?
Dat vond ik wel een grappig woord toen ik het voor het eerst las…
Wat me nu echter nieuwsgierig maakt als to-tale leek, hoe gebeurt dat dan, zo een boorkern uit een gletsjer?
Gezien gletsjers door de massa traag maar gestaag naar beneden bewegen, kan je dan wel een stabiele boorkern hebben die duizenden jaren beslaat?
https://www.bnnvara.nl/joop/artikelen/een-welgemeend-advies-aan-de-bestuurders-van-tiel
Nog even over gisteren.
Verschrikkelijk hè. Alles om de beleefbaarheid en de commerciële winst. Het neoliberalisme dat niet meer wordt herkend als politieke keuze. En ik maar denken dat we geesteswetenschappen hebben om ons te bevrijden uit zulke keurslijven.
Dit is inderdaad stuitend kortzichtig.
Als ik Van der Horst zo lees denk ik: aanleggen dat industrieterrein, meteen…
Van de Horst is ook weer veel tekort door de bocht wellicht met dat ‘mannelijke’ Indo-Eurooeanen (Ari…) en ‘vrouwelijke’ pre-Indo-Europeanen. We weten daar te weinig echt van, denk ik.
Overigens ben ik van mening dat er serieus over de Essenen gesproken moet worden.
De slangenkuil van wetenschapscommunicatie maakt meer los dan ee concreet onderwerp…
Han van der Horst is inderdaad soms wat kort door de bocht, maar hij is wel de enige schrijver die joop.nl de moeite van het volgen waard maakt. Ik denk dat je hem hier niet al te serieus moet nemen en hij geeft zelf ook toe dat er nog veel onbekend is. En wat mij betreft, ik heb nog altijd liever een stel moderne heidenen met een (nep) ritueel dan een industrieterrein. Die doen in ieder geval nog een beetje hun best om de plek eer te bewijzen.
Wees voorzichtig met wat je wenst…
Van der Horst wil vooral graag verteller zijn, met humanistisch, licht-sociaal-democratische inslag.
Ik heb vijf van zijn boeken.
De Wet van Nathan Poe?
Echt leuk. Dank je wel. Maar wat ik mis – en wat ook misschien wel niet in je betoog past – is iets wat ik vaak tegenkom in teksten over aardse temperaturen in het verre verleden, gemeten aan de hand van CO2-gehaltes in insluitsels van lucht in dateerbare ijslagen. Als je dat kunt koppelen aan b.v. gegevens over zeeniveau, flora, fauna… krijg je een aardig idee van de ramp die ons wacht. Over de actualiteit van de wetenschap gesproken…
@ Jacques M. “Koppelen” van historische CO2-gehaltes aan indicatoren van “de ramp die ons wacht” vergt het soort AI-inspanningen waarover NRC van 24 juni 2023 bericht ivm de oorlog in Oekraïne. De Amerikaanse investeringen in o.m. Project Maven vanaf 2017 met bijv. het bedrijf Palantir zijn gigantisch. Hopelijk kunnen die ‘zwaarden’ nog tijdig omgesmeed worden in ‘klimaatploegen’.
Als niet Thera, wat dan wel? En als niet Thera in 1614, wanneer dan wel?
En hoe zit dat met die loodvervuiling in de derde eeuw? Helemaal onzin dus?
Als niet Thera, dan een andere vulkaan op het noordelijk halfrond. We weten momenteel niet welke. Het identificeren van vuil in een ijslaag met een specifieke vulkaan, is hondsmoeilijk.
Onlangs meende men dat de laatantieke uitbarsting van 536 de Ilopango was, wat meteen krantenkoppen opleverde als “536 was het ergste jaar uit de geschiedenis”. Nog geen jaar na de hype wisten we dat de Ilopango een eeuw eerder was uitgebarsten. Kortom, we moeten maar niet proberen het onmogelijke te willen weten.
De enorme uitbarsting die eerst in 1614 werd gedateerd, plaatsen ze nu in 1626 plus of min twee jaar.
Loodafname in de derde eeuw: we weten alleen dat het in de Alpen niet is gemeten en op Groenland wel. Dat is alles. Misschien is de Chinese metaalwinning verantwoordelijk. Wie zal het zeggen? Ik denk dat metaalwinning in de Amerika’s niet zo heel grootschalig was.
Daar dolf men voornamelijk naar goud en zilver, zoals te zien was op die tentoonstelling in Antwerpen, nogmaals bedankt voor de tip, was erg mooi en ook met begrip voor de inheemse cultuur en manier van denken. Van lood is mij niets bekend. Wapens waren van steen of obsidiaan. Dus Amerika betekende destijds niet veel op het gebied van mijnbouw. Hoe anders is het sinds de tijd van de Spanjaarden! De berg van Potosi in Bolivia heeft zoveel mijngangen dat je er aan de ene kant van de berg in gaat en aan de andere kant weer uitkomt. Voordat je als bezoeker de mijn ingaat, koop je cadeaus voor de mijnwerkers, waaronder dynamiet, wat je daar dus gewoon op de markt kunt kopen. En daarnaast gebruiken ze nog steeds pikhouwelen. Als je daar geweest bent en de werkomstandigheden hebt gezien kijk je toch anders naar zilveren sieraden.
Ja, vooral edelmetaal in de Amerika’s: dat was ook mijn idee.