
Gisteren kwam op mijn stukje over de Samarkandse knekelkist de vraag waarom de Mongolenstorm het begin van het einde voor het christendom in Centraal-Azië markeerde. Vandaag en morgen (of overmorgen) een poging tot antwoorden.
Om te beginnen: het was in de eeuwen voor en na 1000 gebruikelijk dat veroveraars degenen die ze hadden onderworpen, onder druk zetten om de religie van de meesters over te nemen. Toen de Byzantijnen terrein wonnen in Syrië, probeerden ze de bevolking voor de Griekse orthodoxie te winnen; wie daar niet mee instemde, verhuisde. De maronitische christenen trokken in deze tijd naar Libanon. Westerse christenen die een land veroverden, zetten hun onderdanen onder druk, zoals de reconquistadores in Spanje deden. Moslims deden dat ook ten opzichte van de religieuze minderheden in hun landen, de zogenaamde dhimmi‘s. Meestal maakte regelgeving met discriminerende bepalingen wel duidelijk dat er maar één superieure religie was. Geweld kwam voor maar was betrekkelijk zeldzaam.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.