Domitianus (2): Velius Rufus

Velius Rufus? (Getty-villa, Malibu)

Het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden is wegens gesloten corona. Jammer, want er was net een mooie expositie begonnen over de Romeinse keizer Domitianus (r.81-96). Omdat niemand er naartoe kan en ik toevallig met mijn telefoon wat foto’s heb gemaakt, zal ik u drie, vier keer per week iets Domitianus-gerelateerds laten zijn. Gisteren was er dus een mooi portret uit Napels, vandaag is er deze Romeinse generaal. Normaalgesproken moet je ervoor naar de Getty-villa in Californië, vandaag staat ’ie dus onbereikbaar te zijn aan het Rapenburg.

Mijn klomp brak toen ik het beeld zag. Er is geen allegorische voorstelling op de borstplaat van dit harnas – vergelijk deze Vespasianus uit Sabratha – en dat betekent dat het geen keizer is maar een generaal. Op de lamellen onderaan het harnas staan de gebruikelijke koppen van leeuwen, lynxen, rammen, wolven en gorgonen. Verder rozetten en palmetten. En vooral: een adelaar die een haas vastgrijpt. Dit motief maakt een datering mogelijk ten tijde van Domitianus en dan zijn er weinig generaals die in aanmerking komen.

Lees verder “Domitianus (2): Velius Rufus”

Domitianus’ protegé: Velius Rufus

Inscriptie ter ere van Gaius Velius Rufus

Ik ontmoette Gaius Velius Rufus op 8 april 2012. Mijn zakenpartner en zijn echtgenote, met wie ik in Baalbek was, zagen hem als eerste en riepen me dat ik snel moest komen kijken. Hierboven ziet u de overdonderende inscriptie, die ergens rond het jaar 100 na Chr. is opgericht door een zekere Marcus Alfius Olympiacus, de standaarddrager van het Vijftiende Legioen Apollinaris. De tekst is lang – u vindt hem hier – en boordevol informatie.

Joodse Opstand

Eerst maar even zijn naam: zijn vader heette Salvius, een naam die in de eerste eeuw vooral voorkwam in de Abruzzen (hoewel de bekendste drager van deze naam, keizer Marcus Salvius Otho, afkomstig was uit een stadje in het wat noordelijkere Etrurië). Misschien kwam Gaius Velius Rufus dus uit het midden van Italië voordat hij centurio werd in het Twaalfde Legioen Fulminata, dat was gestationeerd in Syrië.

Lees verder “Domitianus’ protegé: Velius Rufus”

Het beleg van Jeruzalem (3)

Maquette van de burcht Antonia (Israel Museum, Jeruzalem)

[Twaalfde deel van een reeks over de Joodse Opstand in 66-70 na Chr. Het eerste deel was hier.]

De belegering van Jeruzalem (plattegrond) was voortvarend begonnen en de Romeinen hadden de noordelijke Nieuwe Stad en de Voorstad al ingenomen, maar de belegeringsdammen waarmee ze de burcht Antonia bij de Tempel wilden veroveren, waren door de Joodse verdedigers verwoest.

De Romeinse generaal Titus kon niet anders dan de bestorming uitstellen. Het was, zolang de verdedigers nog energie hadden, geen bruikbare methode. Bovendien waren al zoveel mensen de stad ontvlucht met verhalen over voedselgebrek, dat op den duur uithongering succesvol moest zijn. In drie dagen omringden de legionairs en de hulptroepen de stad met een acht kilometer lange palissade. Josephus vermeldt dat in de wijde omgeving alle bomen waren gekapt, zodat het land er troosteloos bij lag. En hij beschrijft opnieuw de gruwelijkste taferelen: hongerige stedelingen die zich bij de omwalling zonder verzet gevangen lieten nemen, kregen iets te eten, maar gulzig als ze waren namen ze meer dan verstandig was en hun gezwollen buiken barstten open. Daardoor werd ontdekt dat velen goudstukken hadden ingeslikt, en dus werden de lijken opengesneden. Titus durfde de lijkschenners niet te bestraffen omdat het er zoveel waren.

Lees verder “Het beleg van Jeruzalem (3)”

Toerist in Libanon (6)

De tempel van Venus in Baalbek

[Zesde verslag van een vakantie in Libanon; deel één is hier.]

Naar Baalbek dus, maar dat was makkelijker gezegd dan gedaan. We realiseerden ons dat de passen over de Libanon wel eens dichtgesneeuwd zouden kunnen zijn, en omdat ons al was opgevallen dat van de wegen langs Faqra en Machnaqa de eerste vele malen beter was, besloten we die weg te nemen; een omweg, maar we meenden dat we er over de Libanon zouden komen.

Mooi niet dus. Achter Faqra steeg de weg nog verder, zagen we steeds meer sneeuw en kwamen we uiteindelijk bij het punt waar de weg onbegaanbaar werd. Het leuke was dat honderden Libanezen hier aan het snowboarden, skiën en sleeën waren; op de parkeerplaats zelf werd gebarbecued, gerookt en – ongelogen – gedanst. Ik had het voor geen goud willen missen, maar praktisch was het niet.

Lees verder “Toerist in Libanon (6)”