De Boog van Constantijn

De Boog van Constantijn, zuidzijde

Het is de Week van de Klassieken: een ongezochte aanleiding om aandacht te besteden aan een van de beroemdste monumenten van Rome. De boog van Constantijn dus, niet ver van het Colosseum. Niet alleen is de boog beroemd, ze is ook een van Romes interessantste monumenten. Al in de zestiende eeuw wist de Italiaanse kunstenaar Giorgio Vasari (die van de kunstenaarsbiografieën) dat de boog reliëfs bevatte uit oudere monumenten.

De boog is opgericht in 316. Op 25 juli van dat jaar brak Constantijns tiende regeringsjaar aan en deze decennalia, zoals dat dubbele lustrum heette, moesten gevierd. Tot de geschenken die de keizer bij de feestelijkheden uitdeelde, behoorde onder meer de fenomenale Leidse Constantijncamee. Omdat de Romeinen vierden dat er allerlei moois was bereikt, is dit dus geen triomfboog maar een ereboog.

Lees verder “De Boog van Constantijn”

C16 | De visioenen van Constantijn

De fresco van het visioen van Constantijn de Grote in de Stanze van Rafael is gebaseerd op een reliëf uit de Boog van Constantijn.

[Het voorlaatste van zeventien blogjes over Constantijn de Grote (r.306-337). Het eerste was hier.]

Ik rondde mijn vorige blogje af met de constatering dat Constantijn bij zijn dood kon terugzien op een uitzonderlijk succesvolle regering. Dat ook een aanzienlijk deel van de bevolking Constantijn zo zag, valt af te leiden uit het grote aantal verhalen dat al tijdens zijn leven de ronde deed over zijn visioen.

Zoals ik op deze blog wel vaker vertel, werd in de Oudheid vrijwel alle informatie mondeling overgedragen. Wildgroei was dan ook de gewoonste zaak van de wereld. Het visioen van Constantijn is alleen uitzonderlijk omdat de oudheidkundige én de oorspronkelijke gebeurtenis kent uit de lofrede van 310 én beschikt over diverse bronnen om de verdere verspreiding te documenteren. Het veelvoud suggereert dat het verhaal populair was en dat veel mensen ervan overtuigd waren geraakt dat hun keizer inderdaad de uitverkorene was van een hogere macht.

Lees verder “C16 | De visioenen van Constantijn”

C09 | Het christogram

Illyische zonnesymbool; de foto van de meer op een christogram lijkende symbolen, is mislukt (Archeologisch Museum, Zadar)

[Negende van zeventien blogjes over Constantijn de Grote (r.306-337). Het eerste was hier.]

Terwijl Constantijn in Italië oorlog voerde tegen Maxentius stonden in het oosten Licinius en Maximinus Daia tegenover elkaar. De inzet: de verdeling van de gebieden waarover de overleden Galerius had geregeerd. Lactantius’ in 313 gepubliceerde De dood van de vervolgers biedt een verslag van de gebeurtenissen.

De auteur is geïnteresseerd in Gods rechtvaardige straffen, niet in de historische feiten. Dat is te merken. Het wreekt zich in het onderstaande citaat meteen aan het begin: in zijn beschrijving van de slag bij de Milvische Brug klopt bijvoorbeeld de datum niet (27 in plaats van 28 oktober). Ook overdrijft Lactantius de sterkte van Maxentius’ leger. Opmerkelijk is verder zijn bewering dat Maxentius de Sibyllijnse Boeken zou hebben laten raadplegen, een collectie orakels die de Romeinse autoriteiten uitsluitend raadpleegden bij religieuze aangelegenheden. Dat Maxentius deze zou hebben geconsulteerd in een militaire crisis suggereert dat Lactantius de verleiding niet kon weerstaan een grap te maken over een dubbelzinnig orakel. De vertaling hieronder komt uit Het visioen van Constantijn (2018) en is gemaakt door mijn coauteur Vincent Hunink.

Lees verder “C09 | Het christogram”

C08 | De slag bij de Milvische Brug

De slag bij de Milvische Brug op de boog van Constantijn

[Achtste van zeventien blogjes over Constantijn de Grote (r.306-337). Het eerste was hier.]

Het beslissende gevecht vond plaats bij de Milvische Brug, even ten noorden van Rome, waar de Via Flaminia de Tiber kruist. De datum: 28 oktober 312, op de kop af zes jaar na Maxentius’ staatsgreep. Een redenaar vertelde later, in het jaar 313, dat Maxentius de rivier overstak en zijn leger bevel gaf de troepen van Constantijn op te wachten met de Tiber in de rug. Deze riskante opstelling suggereert dat Maxentius de loyaliteit van zijn manschappen wantrouwde: hij liet hun geen mogelijkheid zich uit de strijd terug te trekken en dwong hen dapper te vechten. Vreemd is het niet, want Constantijn had de oorlog feitelijk op de Povlakte al gewonnen.

Een andere auteur, de historicus Zosimos, vermeldt dat de strijd losbarstte toen Constantijns ruiters Maxentius’ cavalerie versloegen en dat daarna de infanterie slaags raakte. Onder de verdedigers waren aarzelend vechtende soldaten uit Rome zelf, misschien inderhaast gelichte rekruten, terwijl andere troepen uit Maxentius’ leger juist fanatiek streden, maar geen partij waren voor Constantijns ervaren leger. Toen Maxentius zag dat de nederlaag zich aftekende probeerde hij over de rivier terug te keren naar de stad, maar hij verdronk toen de brug instortte. Zijn hoofd zou later, op een speer gestoken, door Rome worden rondgedragen. De redenaar die dit alles vertelt, wijst erop dat een echte vent om het leven zou zijn gekomen door het zwaard of de speer van een dappere krijger – Maxentius’ verdrinkingsdood bewees zijn lafheid.noot Panegyrici Latini XII(9).16.2-18.3; Lactantius, De dood van de vervolgers 44.8-9; Panegyrici Latini IV(10).27.5-31.4; Eusebios, Kerkgeschiedenis 9.9.1-7 ; Aurelius Victor, De keizers 40.23; Eutropius, Samenvatting 10.4.4; Afstamming van Constantijn 12; Zosimos, Nieuwe geschiedenis 2.16.2-17.1.

Lees verder “C08 | De slag bij de Milvische Brug”

Archeologie en het grote publiek

Giorgio de Chirico, Gli archeologi (1927)

Dankzij het wonder der mobiele telefonie kreeg ik onlangs een filmpje toegestuurd waarop een beginnend amateur-archeologe (“bijna zeven”) me een steen toont die ze heeft gevonden tijdens haar vakantie. Was dit iets van vroeger?

Met mijn goede vriend Richard werk ik nu aan een heus rapport waarin we uitleggen wat je dankzij één stuk beschilderde baksteen zoal kunt weten. Dat moet nog in kindertaal worden gesteld, maar u weet wel ongeveer waar het heen gaat. De temperatuur waarop de steen is gebakken vertelt iets over het technologisch peil: wie bakstenen kan maken, kan ook ijzer bewerken en glas maken. De chemische samenstelling van de klei zegt iets over de rivier waaruit deze is gewonnen, vermoedelijk in het stroomgebied van de Rijn, en aangezien dat niet de klei is van de regio waar de beginnende amateur-archeologe op vakantie is, is er een aanwijzing voor handel. Een scheikundige kan naar de synthetische verf kijken en zo voort en zo verder.

Lees verder “Archeologie en het grote publiek”

Fietsen naar Thessaloniki: Rome

Rome, Monte Testaccio

Wat doet iemand die, zoals beschreven in de eerdere delen van dit zomerfeuilleton, 2100 kilometer heeft gefietst om in Rome aan te komen? Hij gaat nog een eind fietsen natuurlijk, want hij is weliswaar binnen de Grande Raccordo Anulare maar nog niet in Romes historische centrum.

Rome

En dus peddelde ik langs de laatste kilometers van de Via Flaminia. Bij de Milvische Brug stak ik de Tiber voor de laatste keer over en over de verder kaarsrechte weg reed ik naar de Porta del Popolo, waar onderdoor ik de oude stad binnenkwam. Over de Via del Corso – nog steeds kaarsrecht, nog steeds eeuwenoud, nog steeds in gebruik – reed ik richting Capitool.

De fiets heb ik neergezet voor het Conservatorenpaleis en dat was dat. Het eerste deel van mijn reis zat erop.

Lees verder “Fietsen naar Thessaloniki: Rome”

Milvische Brug

De slag bij de Milvische Brug: Constantijns soldaten doden hun verslagen tegenstanders, die liggen in het water van de Tiber. Hoewel dit reliëf op de boog van Constantijn groter is, ontbreken soldaten met op hun schild het -teken.

[Het is vandaag 1703 jaar geleden dat Constantijn de Grote even ten noorden van Rome, bij de Milvische Brug over de Tiber, zijn rivaal Maxentius versloeg. Bovendien is er momenteel een aardige Constantijn-expositie in de Nieuwe Kerk, dus ik trakteer u vandaag op een passage uit mijn boek Oorlogsmist.]

In de Late Oudheid legitimeerden de Romeinse keizers zich vaak door een claim dat ze de speciale steun genoten van deze of gene godheid. Wie er anders over dacht, kreeg het moeilijk. De leiders van de zogeheten manicheeërs, die meenden dat er twee goden waren, werden levend verbrand en ook de christenen kregen het buitengewoon zwaar te verduren. In 311 maakte keizer Galerius een einde aan het vervolgingsbeleid.

Op dat moment heerste in West-Europa keizer Constantijn, die zich liet voorstaan op een bijzondere band met de zon. In 310 beweerde hij zijn beschermer, in de gedaante van de god Apollo, te hebben gezien in een visioen. Een redenaar haalde later in het jaar herinneringen op:

Lees verder “Milvische Brug”

Constantijn en Licinius

emona_licinius
Licinius (Nationaal Museum van Slovenië, Ljubljana)

Ik blogde er onlangs over dat het pro-christelijke beleid dat de Romeinse keizers na de grote vervolgingen inzetten, voor de oostelijke keizer Licinius belangrijker was dan voor zijn westelijke keizer Constantijn, hoewel die doorgaans het krediet voor de maatregel krijgt. Wat is zijn rol dan geweest?

Centraal staat de veldslag bij de Milvische brug, waar Constantijn op 28 oktober 312 zijn rivaal Maxentius versloeg. Kort voor die slag zou Constantijn in een visioen een kruis hebben gezien met daarbij geschreven de woorden dat de God van de christenen hem de zege beloofde. Na de overwinning maakte een dankbare Constantijn een einde aan de christenvervolgingen en bekeerde hij zich zelfs tot het christendom.

Zo luidt de legende en zo staat het ongeveer in het Leven van Constantijn (1.26-32) dat de christelijke auteur Eusebios een kwart eeuw na de veldslag schreef. Maar hoewel de keizer aan het einde van zijn leven inderdaad christen was, liggen de zaken aanzienlijk ingewikkelder.

Lees verder “Constantijn en Licinius”