Archeologie en het grote publiek

De slag bij de Milvische Brug (Reliëf op de boog van Constantijn)

Dankzij het wonder der mobiele telefonie kreeg ik onlangs een filmpje toegestuurd waarop een beginnend amateur-archeologe (“bijna zeven”) me een steen toont die ze heeft gevonden tijdens haar vakantie. Was dit iets van vroeger?

Met mijn goede vriend Richard werk ik nu aan een heus rapport waarin we uitleggen wat je dankzij één stuk beschilderde baksteen zoal kunt weten. Dat moet nog in kindertaal worden gesteld, maar u weet wel ongeveer waar het heen gaat. De temperatuur waarop de steen is gebakken vertelt iets over het technologisch peil: wie bakstenen kan maken, kan ook ijzer bewerken en glas maken. De chemische samenstelling van de klei zegt iets over de rivier waaruit deze is gewonnen, vermoedelijk in het stroomgebied van de Rijn, en aangezien dat niet de klei is van de regio waar de beginnende amateur-archeologe op vakantie is, is er een aanwijzing voor handel. Een scheikundige kan naar de synthetische verf kijken en zo voort en zo verder.

Lees verder “Archeologie en het grote publiek”

Fietsen naar Thessaloniki: Rome

Rome, Monte Testaccio

Wat doet iemand die, zoals beschreven in de eerdere delen van dit zomerfeuilleton, 2100 kilometer heeft gefietst om in Rome aan te komen? Hij gaat nog een eind fietsen natuurlijk, want hij is weliswaar binnen de Grande Raccordo Anulare maar nog niet in Romes historische centrum.

Rome

En dus peddelde ik langs de laatste kilometers van de Via Flaminia. Bij de Milvische Brug stak ik de Tiber voor de laatste keer over en over de verder kaarsrechte weg reed ik naar de Porta del Popolo, waar onderdoor ik de oude stad binnenkwam. Over de Via del Corso – nog steeds kaarsrecht, nog steeds eeuwenoud, nog steeds in gebruik – reed ik richting Capitool.

De fiets heb ik neergezet voor het Conservatorenpaleis en dat was dat. Het eerste deel van mijn reis zat erop.

Lees verder “Fietsen naar Thessaloniki: Rome”

Milvische Brug

De slag bij de Milvische Brug: Constantijns soldaten doden hun verslagen tegenstanders, die liggen in het water van de Tiber. Hoewel dit reliëf op de boog van Constantijn groter is, ontbreken soldaten met op hun schild het -teken.

[Het is vandaag 1703 jaar geleden dat Constantijn de Grote even ten noorden van Rome, bij de Milvische Brug over de Tiber, zijn rivaal Maxentius versloeg. Bovendien is er momenteel een aardige Constantijn-expositie in de Nieuwe Kerk, dus ik trakteer u vandaag op een passage uit mijn boek Oorlogsmist.]

In de Late Oudheid legitimeerden de Romeinse keizers zich vaak door een claim dat ze de speciale steun genoten van deze of gene godheid. Wie er anders over dacht, kreeg het moeilijk. De leiders van de zogeheten manicheeërs, die meenden dat er twee goden waren, werden levend verbrand en ook de christenen kregen het buitengewoon zwaar te verduren. In 311 maakte keizer Galerius een einde aan het vervolgingsbeleid.

Op dat moment heerste in West-Europa keizer Constantijn, die zich liet voorstaan op een bijzondere band met de zon. In 310 beweerde hij zijn beschermer, in de gedaante van de god Apollo, te hebben gezien in een visioen. Een redenaar haalde later in het jaar herinneringen op:

Lees verder “Milvische Brug”

Constantijn en Licinius

emona_licinius
Licinius (Nationaal Museum van Slovenië, Ljubljana)

Ik blogde er onlangs over dat het pro-christelijke beleid dat de Romeinse keizers na de grote vervolgingen inzetten, voor de oostelijke keizer Licinius belangrijker was dan voor zijn westelijke keizer Constantijn, hoewel die doorgaans het krediet voor de maatregel krijgt. Wat is zijn rol dan geweest?

Centraal staat de veldslag bij de Milvische brug, waar Constantijn op 28 oktober 312 zijn rivaal Maxentius versloeg. Kort voor die slag zou Constantijn in een visioen een kruis hebben gezien met daarbij geschreven de woorden dat de God van de christenen hem de zege beloofde. Na de overwinning maakte een dankbare Constantijn een einde aan de christenvervolgingen en bekeerde hij zich zelfs tot het christendom.

Zo luidt de legende en zo staat het ongeveer in het Leven van Constantijn (1.26-32) dat de christelijke auteur Eusebios een kwart eeuw na de veldslag schreef. Maar hoewel de keizer aan het einde van zijn leven inderdaad christen was, liggen de zaken aanzienlijk ingewikkelder.

Lees verder “Constantijn en Licinius”