![](https://i0.wp.com/mainzerbeobachter.com/wp-content/uploads/2021/09/chaeronea_battlefield_with_parnassus.jpg?resize=640%2C222&ssl=1)
Alexander, die later de bijnaam De Grote zou krijgen, maakte zijn debuut in de geschiedenis in het najaar van 341 v.Chr.: zijn vader Filippos II benoemde hem tot regent over Macedonië terwijl de koning zelf ten strijde trok. Hoe de benoeming verliep, weten we niet, maar we mogen speculeren dat Alexander een zegelring kreeg overhandigd. Er zullen getuigen zijn geweest: misschien generaal Parmenion, na Filippos de machtigste man in Macedonië, en wellicht ook Antipatros, die bij eerdere gelegenheden regent was geweest. Hun aanwezigheid was belangrijk omdat ze zich daarmee committeerden aan de kroonprins. Als Filippos II iets zou overkomen, kon Alexander bij zijn troonsbestijging rekenen op de steun van twee machtige families.
Het Perinthos-incident
Zelf trok Filippos naar de Zee van Marmara, waar hij hoopte Perinthos in te nemen. Ik heb al eerder verteld dat het anders liep. De Perzische koning Artaxerxes III Ochos beschouwde de Macedonische aanval op de havenstad als inmenging in de Perzische vitale belangen en greep in. In het voorjaar van 340 v.Chr. stuurden de Perzen niet minder dan drie legers naar Europa. Zoiets was sinds de dagen van Xerxes niet meer gebeurd.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.