De vos in de Bijbel en bij Aristoteles

Reynaert de Vos als pelgrim (Hulst)

Willem schreef de Reynaert vóór 1272. Dat staat vast: het dierendicht is in dat jaar namelijk vertaald in het Latijn. We weten ook dat de dichter zich liet inspireren door een in 1170 geschreven Frans voorbeeld. Van Oostrom, over wiens boek ik eerder vandaag schreef, plaatst de totstandkoming van het middelnederlandse gedicht tegen het einde van de eeuw tussen 1170 en 1272, omdat Willem speelt met de conventies van de ridderroman.

Aan het einde van de Reynaert maakt de vos zich uit de voeten, naar eigen zeggen voor een pelgrimage. Niemand minder dan de paus heeft hem namelijk in de ban gedaan omdat hij ooit Isengrijn de Wolf, die blijkbaar monnik was geworden, zou hebben geholpen om weg te lopen uit het klooster. Daarom wil Reynaert te Roeme om aflaet gaan. Daarna wil hij doorreizen naar de landen van overzee. Het tweede deel van de reis is de penitentie, d.w.z. de wereldse straf die iemand moet accepteren voor een misdrijf, terwijl de in Rome te verkrijgen aflaat betekent dat ook de straf in het hiernamaals wordt geschrapt.

Lees verder “De vos in de Bijbel en bij Aristoteles”

Van Oostroms Reynaert

Vorige maand in Tunesië las ik het nieuwe boek van Frits van Oostrom, De Reynaert. Leven met een middeleeuws meesterwerk. En wat was het een leuk boek! Dat komt vanzelfsprekend in de eerste plaats doordat de sluwe vos een tijdloos personage is. Geen leuk personage natuurlijk, net als Tom Ripley, Richard III of Patrick Bateman. Als vos is de titelheld immers een sadist. Je voelt desondanks meer sympathie voor Reynaert dan voor zijn tegenstanders. Die vertegenwoordigen weliswaar een nettere wereld, maar zijn tegelijk hypocriet. Dat maakt ze onaantrekkelijk.

De sadistische vos

Ondertussen is de vos dus een wreed dier. Hij eist een pelgrimstas, gesneden uit de vacht van Bruun de Beer, en eist schoenen, gemaakt van de poten van Isengrijn de Wolf en diens vrouw Hersint. Deze wreedheid was belangrijk voor de auteur van het werk, Willem, want vergelijking met de Franse vertellingen toont dat de Middelnederlandse vos veel gemener is dan Renart. Nadat het doortrapte beest zijn slachtoffers (zoals Bruun of Tybeert de Kater) indirect, via een ander, heeft getroffen, voegt hij zelf nog een extra vernedering toe. De wreedste is die van de vrouw van Isengrijn, Hersint, die te horen krijgt dat ze met Reynaert mee gaat op pelgrimage en kan delen het heil dat hem zal toevallen, aangezien diens schoenen zijn gemaakt van haar voormalige poten. Dit soort details maken het verhaal ronduit gruwelijk.

Lees verder “Van Oostroms Reynaert”

Poëzie: de vos en de raaf

De vos en de raaf op een Arabische miniatuur.

De vos en de raaf

Een vos zag op een dag een raaf
In het zoete land van Waas en Bavel
Hoog gezeten op een tak
Een sappig hapje in zijn snavel

Zijn vossentong likkebaarde tussen zijn kaken
Zijn pluimstaart zwaaide zwierend heen en weer
Het water liep hem uit de bek
De raaf keek spottend op hem neer

Heer Raaf, sprak de vos met zachte stem
Mag ik u vragen wie u bent?
De raaf omklemde sprakeloos zijn buit
Hij keek wel wijzer uit

Beste raaf, wat bracht u hier?
Uw vleugels zijn zo mooi en fier
Uw blik zo teder en voornaam
De raaf vertrok geen spier

U, met uw wijs en alziend oog
Wijdverbreid dunkt mij uw faam
Ebbenhouten vogel, met uw glanzend zwarte toog
Vertel mij alstublieft uw naam

De raaf boog zich wat naar voren
Om de vos beter te kunnen horen
Hij sloeg zijn ogen neer
En dacht, dit en dit en dat nooit meer

Zolang u niets zegt, zei de vos, lijkt aangetoond
Dat u bang bent om te falen
Kwotnon, dacht de raaf
En zweeg in alle talen

Het ga u goed, heer Raaf
Wij zijn nooit vrienden van elkaar geweest
Arme vos, dacht de raaf
Hij kreeg haast meelij met het beest

Ik moet nu gaan, zei de vos
En verdween fluks achter een heg
Dag dag, zei de raaf
En kraste naamloos weg

[Een gastbijdrage van Hans Koonings. Dank je wel Hans!]

Herodes Antipas, de vos

Reynaert de Vos (Hulst)

Als ik schrijf dat Oranje het moet opnemen tegen de Rode Duivels, dan weet u dat Oranje geen kleur is en dat de Rode Duivels niet afkomstig zijn uit de hel. De simpele taaluiting veronderstelt kennis van (sport)cultuur. Dat bij elke taaluiting cultuurkennis is verondersteld, brengt ons bij een van de grootste problemen van de oudheidkunde: ons begrip van oude teksten is gebaseerd op kennis van een cultuur die we voor een deel reconstrueren aan de hand van, eh, diezelfde oude teksten. Interpretatie heeft zodoende iets van een cirkelredenering. Al kun je ook optimistisch zeggen dat je, door heen en weer te gaan tussen cultuur en tekst, dichter naar de waarheid toe spiraalt. Of, nog optimistischer, dat je de ene tekst verklaart vanuit de andere.

Reynaert de Vos?

De waarheid is echter dat we maar al te vaak onze eigen noties meenemen als we een antieke tekst beginnen te lezen. Bij een vos denken de meesten van ons vermoedelijk aan een slim beest. Reynaert de Vos. Een pluimveehouder zal het anders zien. Een vos die zich de toegang tot een kippenren heeft weten te verschaffen, doodt alle kippen, ook als hij zijn honger met één hen of haan had kunnen stillen. Vossen zijn sadisten.

Lees verder “Herodes Antipas, de vos”