
Al in de late zesde eeuw v.Chr. deporteerde de Perzische koning Darius de Grote Grieken naar het verre Baktrië (de vlakte van de Boven-Oxus ofwel het grensgebied tussen Afghanistan en Oezbekistan). Zijn zoon en opvolger Xerxes ging daar vrolijk mee verder en de Griekse kolonie in het verre oosten moet aanzienlijk zijn geweest. Eén van de aanwijzingen daarvoor is dat in Baktrië imitaties circuleerden van Griekse munten; een andere aanwijzing is dat toen Alexander de Grote in 329 v.Chr. in deze contreien aankwam, hij afstammelingen van de gedeporteerden aantrof. Gewoontegetrouw moordde hij die uit.
Enkele jaren later liet hij er duizenden Griekse huurlingen achter. Hij had de Baktrische bevolking, die deels leefde van de landbouw en deels heen en weer trok met kuddes, gedeporteerd naar nieuw-gestichte steden als Ai Khanum en Kampyr Tepe, en het was de bedoeling dat de Griekse kolonisten erop toezagen dat de Baktriërs ook in die makkelijk te controleren steden bleven wonen.
Na Alexanders dood in 323 werd Baktrië onderdeel van het Seleukidische Rijk, maar na het midden van de derde eeuw werd het steeds onafhankelijker. Na 200 werd het gebied echt autonoom. Een van de koningen van dit Grieks-Baktrische rijk, Demetrios (r.c.184-c.170) breidde de jonge staat uit door Gandara (de vallei van de rivier Kaboel) en de oostelijke Punjab te annexeren. Deze Demetrios stichtte ook Demetria ofwel Termez.
Aan de successen van dit koninkrijk kwam een einde in het derde kwart van de tweede eeuw v.Chr., toen steppenomaden het gebied onder de voet liepen. Die nomaden waren er, ondanks Alexanders genocidale beleid, altijd geweest en we moeten het niet dramatischer voorstellen dan het is. Niettemin: het Grieks-Baktrische staatsapparaat desintegreerde en het duurde even voordat er iets voor in de plaats was gekomen.
Dat iets staat bekend als het rijk van de Kushana’s: van oorsprong nomaden maar vanouds vertrouwd met de stedelijke bevolking, waarmee de samenwerking werd voortgezet. In de beeldentaal van de Kushana’s zien we dan ook stedelijke, Grieks-Baktrische elementen, maar ook elementen die kunsthistorici herleiden tot de Iraanse en nomadische artistieke tradities.
Ook de Kushana’s trokken over de Hindu Kush, waar ze Gandara en de Punjab overnamen. Ik herinner me uit Taxila de oorspronkelijke Indische stad, de Grieks-Baktrische stad en de stad van de Kushana’s. Vooral de machtige stadsmuren maakten indruk (al was het maar omdat ze grotendeels door hennepplanten waren overwoekerd). In de omgeving lagen verschillende boeddhistische kloosters, zoals Jaulian en Mohra Moradu.
De boeddhisten profiteerden van de vereniging van de Punjab en Baktrië, eerst onder Demetrios en nu onder de Kushana’s: ze konden zonder veel problemen vanuit India naar Centraal-Azië reizen. In de omgeving van Termez zijn zomaar twaalf kloosters bekend.
Ik bezocht ze in 2015 en blogde al eens over Kara Tepe. Op loopafstand daarvan ligt Fayaz Tepe, dat als archeologische site spectaculairder is. Het gaat om een stupa – zie boven – van een meter of vijftien hoog, waarbinnen zich een kleinere stupa bevindt. Naast dit religieuze monument lag een klooster.
Het klooster deed dienst van het begin van onze jaartelling tot de derde eeuw. Het was voorzien van prachtige wandschilderingen – ik schreef al eens over een fresco met het portret van Alexander de Grote – en andere decoraties. Hieronder nog een mooie Boeddha, nu in het museum in Tasjkent. De verlichte zit onder de Bodhiboom en wordt geflankeerd door twee monniken. Naast hen staan twee korinthische zuilen die een boog dragen: een nis dus, zoals we al eerder tegenkwamen.

[Dit was de 216e aflevering in mijn reeks museumstukken; een overzicht is hier.]
“een nis dus, zoals we al eerder tegenkwamen”
Die eerdere nis zou een imitatie zijn van een grot waar waternimfen werden aanbeden. is iets dergelijks hier ook het geval?
Ik denk dat het idee van de nis als aanduiding van de plek waar het goddelijke is, door Grieken is meegenomen. Net als het kapiteel met de akanthosbladeren. Ik denk dat de associatie met de nimfen in de vierde eeuw al vergeten was.