Vragen rond de jaarwisseling (3)

Boeddha (Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis, Brussel)

Stuur uw vragen maar in, schreef ik, en wie weet of ik ze beantwoorden kan rond oud en nieuw. Ik beantwoordde in het eerste stukje de eerste vier vragen en in het tweede stukje de vragen vijf tot en met tien. We gaan vandaag verder.

11. Vraag via de mail: Wanneer kozen de Romeinen ervoor om de Griekse godenwereld over te nemen en wat dreef hen daartoe?

Business as usual. Elk volk in de Oudheid nam de goden van de buren over. De Romeinen deelden goden met de Sabijnen (zoals Janus), met de Etrusken (zoals Minerva), met de Grieken (zoals Hercules). Vaak stelde men goden met bekende namen gelijk aan vreemde goden, zodat de Romeinse Jupiter dezelfde kon zijn als de Etruskische Tinia, de Griekse Zeus of de Babylonische Marduk. De Romeinse Liber Pater was dan weer gelijk aan de Griekse Dionysos, aan de Indische Vishnu en aan de joodse Jahweh. Ik noem dit voorbeeld omdat de Grieken de naam Liber Pater weer overnamen van de Romeinen en hun Dionysos zo gingen noemen. De vakterm voor de gelijkstellingen is syncretisme.

Lees verder “Vragen rond de jaarwisseling (3)”

De eerste filosofen en het boeddhisme

Boeddha (Nationaal Museum, Tasjkent)

[Omdat ik het in april redelijk druk heb, geef ik het woord aan Kees Alders, webdesigner en tevens auteur van het boek De wereld vóór God. Filosofie van de Oudheid. Vandaag gaan we verder met zijn reeks over de eerste filosofen, de zogenaamde voorsocratici. Het eerste deel was hier.]

Tot in de negentiende eeuw was men er nog van overtuigd dat de filosofie pas ten tijde van Sokrates tot wasdom was gekomen. Tegenwoordig zien we dat anders. Nu worden de natuurfilosofen beschouwd als degenen die het fundament legden voor het Griekse denken. Daar valt veel voor te zeggen.

Reductionisme en materialisme

Al bij de natuurfilosofen komen we de eerste ontwikkelingstheorieën tegen, die het ontstaan van het heelal, de aarde en zijn levende wezens op een andere manier verklaren dan met behulp van mythen. Daarbij zien we herkenbare zaken ontstaan, zoals empirisme en reductionisme. Daarnaast introduceren de natuurfilosofen het idee van een onveranderlijk Zijn achter de verschijnselen.

Xenofanes liet in het midden wat dit dan was, en noemde het voor het gemak ‘God’. Voor Pythagoras waren de getallen het onveranderlijke Zijn achter de verschijnselen. Voor Herakleitos was de natuurwet of logos de hogere waarheid.

Lees verder “De eerste filosofen en het boeddhisme”

1. De periferie en het centrum

Sculptuur uit Oud-Termez

[Vandaag bestaat de Mainzer Beobachter tien jaar en daarom maak ik een persoonlijke balans op. De trouwe lezers van de blog zullen weinig nieuws tegenkomen, maar het is goed eens te kijken of mijn ambities overeenkomen met de praktijk. Dit is het eerste van twaalf stukjes; het eerste was hier.]

Oud-Termez is ontstaan rond 200 v.Chr., zoveel maakt de archeologie wel duidelijk, maar veel meer weten we niet. Dat de bouwheer een hellenistische koning Demetrios de Onoverwonnene was die de stad naar zichzelf vernoemde, is maar één hypothese over de stichting. De vondsten bieden geen uitsluitsel, al is het plaatselijke museum aardig genoeg: de gebruikelijke collectie aardewerk en munten en ook wat sculptuur. Daaronder is een kapiteel, gedecoreerd met palmetten, guirlandes en een afbeelding van een gespierde, naakte man met over zijn hoofd een leeuwenhuid. Herakles, zou je zeggen.

Termez ligt echter in Baktrië, op de grens van Oezbekistan en Afghanistan, en het kapiteel is gevonden in een boeddhistisch klooster. De makers hebben, toen ze Boeddha wilden afbeelden, gekozen voor een Grieks voorbeeld. Andere vroege Boeddha’s zijn gebaseerd op westerse afbeeldingen van de god Apollo.

Lees verder “1. De periferie en het centrum”

Suddhodana en Maya

Koningin Maya vertelt haar echtgenoot Suddhodana over een droom die de geboorte van Siddharta voorspelt (Allard Pierson-museum, Amsterdam)

Toen ik het stukje over de Achsenzeit voorbereidde en zocht naar een illustratie, vond ik deze foto, ooit gemaakt in het Allard Pierson-museum in Amsterdam. Ik wilde een afbeelding hebben van Boeddha en heb er, zoals u al constateerde, uiteindelijk ook een gevonden, al dateert die van enkele eeuwen ná de zesde/vijfde eeuw. Dit plaatje, waarop Boeddha niet staat, vond ik echter ook en is te aardig om niet ook te gebruiken.

Middenin ziet u koning Suddhodana en koningin Maya, die haar echtgenoot vertelt dat ze heeft gedroomd dat een witte olifant met zes slagtanden een kind bij haar verwekte. Dat is de vooraankondiging van de geboorte van prins Siddharta ofwel Boeddha. Zoals op wel meer boeddhistische afbeeldingen oogt de kleding nogal Grieks.

Lees verder “Suddhodana en Maya”

Achsenzeit

Boeddha (Nationaal Museum, Tasjkent)

Ik weet niet of ik u de roman Creation van Gore Vidal moet aanraden. Het idee was al lastig: een Perzische edelman, kleinzoon van Zarathustra, reist naar India en ontmoet de grondleggers van het jaïnisme en boeddhisme, reist naar China en ontmoet Confucius en Lao Tse, reist naar Griekenland en hoort Herodotos spreken, en dicteert aan Demokritos (die van de atoomtheorie) het verhaal van koning Xerxes. Dat is teveel name-dropping om geloofwaardig te zijn. Je zou misschien willen denken dat het boek overeind blijft als spoedcursus vergelijkende cultuurwetenschappen, maar daarvoor springt het ontbreken van de joden teveel in het oog. Dat Vidal een negatief portret van Athenes “gouden eeuw” baseert op een kritiekloze lectuur van Herodotos, zij het met reverse bias, maakt het eigenlijk ook nog tot een hypocriet boek.

Maar er is nog een dieper probleem. Al in de achttiende eeuw had de eerste westerse wetenschapper die het Perzische heilige boek Avesta bestudeerde, Abraham Hyacinthe Anquetil-Duperron – wat hadden ze destijds toch mooie namen –, geopperd dat de zesde/vijfde eeuw v.Chr. het moment vormde waarop de mensheid een soort spirituele geboorte meemaakte. In de Avesta kwamen ethische noties voor die ook elders doorklonken. Ook Mahavira en Boeddha, ook Confucius en Lao Tse, ook de Grieken stelden vragen over de relatie tussen mens en samenleving. We kunnen de door Vidal genegeerde joodse profeten Maleachi, Haggai, Zacharia toevoegen en de auteurs van het slot van Jesaja en de eerste hoofdstukken van Spreuken. De Duitse filosoof Karl Jaspers noemde deze creatieve periode de Achsenzeit, het tijdperk waarom de wereldgeschiedenis draaide.

Lees verder “Achsenzeit”

Boeddha

Fayaz Tepe

Al in de late zesde eeuw v.Chr. deporteerde de Perzische koning Darius de Grote Grieken naar het verre Baktrië (de vlakte van de Boven-Oxus ofwel het grensgebied tussen Afghanistan en Oezbekistan). Zijn zoon en opvolger Xerxes ging daar vrolijk mee verder en de Griekse kolonie in het verre oosten moet aanzienlijk zijn geweest. Eén van de aanwijzingen daarvoor is dat in Baktrië imitaties circuleerden van Griekse munten; een andere aanwijzing is dat toen Alexander de Grote in 329 v.Chr. in deze contreien aankwam, hij afstammelingen van de gedeporteerden aantrof. Gewoontegetrouw moordde hij die uit.

Enkele jaren later liet hij er duizenden Griekse huurlingen achter. Hij had de Baktrische bevolking, die deels leefde van de landbouw en deels heen en weer trok met kuddes, gedeporteerd naar nieuw-gestichte steden als Ai Khanum en Kampyr Tepe, en het was de bedoeling dat de Griekse kolonisten erop toezagen dat de Baktriërs ook in die makkelijk te controleren steden bleven wonen.

Lees verder “Boeddha”

De Heraklesboeddha

Sculptuur uit Oud-Termez

Ik vertelde gisteren hoe de Grieken in Baktrië, het noorden van Afghanistan en het Surkandarya-district in Oezbekistan, waren aangekomen: eerst als ballingen, later als een door Alexander de Grote geïniteerde volksplanting. Kampyr Tepe is een van de zo ontstane Graeco-Baktrische versterkingen.

Vanaf de vroege tweede eeuw waren deze Grieken onafhankelijk onder eigen koningen, waarvan ik Demetrios de Onoverwonnene al eens noemde, de vorst naar wie Termez, ooit Demetria, is vernoemd. Er zijn andere theorieën, waaronder de Indische etymologie Taro Maetha, “overkant”. Deze naam kan zijn gegeven door Boeddhistische monniken die aan de zuidkant van de Amudarya zouden hebben gewoond en zich later aan de overzijde vestigden.

Lees verder “De Heraklesboeddha”