
Eind september 480 v.Chr. versloegen de Griekse schepen de Perzische in de zeeslag bij Salamis. Hiermee lijken de Perzen, die probeerden de Griekse stadstaten te onderwerpen, hun overmacht ter zee te hebben verloren, al moet hierbij meteen worden aangetekend dat onze belangrijkste bron, Herodotos, eveneens vertelt dat het Fenicische eskader wegvoer. We weten niet waarom dit gebeurde, maar het kan weleens belangrijker zijn geweest dan de roemruchte zeeslag.
In elk geval werd het voor de Perzen moeilijk hun landleger voldoende te steunen. In de zomer van 479 slaagden de Grieken er in een zenuwenoorlog in Boiotië in ook de Perzische cavalerie en infanterie terug te drijven. Na deze slag bij Plataia vielen de Grieken nog allerlei Perzische posities aan, culminerend in de val van Eïon, mogelijk het belangrijkste Perzische fort in Europa. De Grieken vierden hun overwinning met een monument in Delfi.
Het werd gefinancierd met een tiende van de buit uit Plataia en bestond uit een gouden drievoet, die op zijn beurt stond op een bronzen zuil van drie rond elkaar gedraaide slangen. Dit monument – u ziet de sokkel hierboven – stond recht voor de tempel, alsof de leden van de Griekse strijdbond de god van Delfi wilden inpeperen dat hij het met enkele pro-Perzische orakelspreuken lelijk bij het verkeerde eind had gehad.

De gouden drievoet die ooit het monument bekroonde is omgesmolten toen de bewoners van Fokis, waarin Delfi lag, huurlingen moesten betalen tijdens de Derde Heilige Oorlog (355-346 v.Chr.). De slangenzuil bleef echter nog een paar eeuwen staan. In de vierde eeuw na Chr. liet keizer Constantijn de Grote die overbrengen naar de nieuwe hoofdstad van het Romeinse Rijk, Constantinopel. De zuil staat daar nog altijd in de hippodroom. Eén van de slangenkoppen is te zien in Istanbuls Archeologische Musea.

Tot slot: binnenkort is de Week van de Klassieken en ook loopt momenteel Oog op de Oudheid. Schrijf u in voor de programma’s!
[Dit was het 396e voorwerp in mijn reeks museumstukken.]
De slangenzuil is dus een slangenkuil geworden.
Een paar eeuwen? Het zijn er bijna zes!