Paulus zijnde Paulus, werkte hij zich ook in Korinthe in de nesten. Eerst probeerde hij de joden die daar naar de synagoge kwamen, ervan te overtuigen dat Jezus de messias was, maar de doelgroep was niet bepaald overtuigd. Daarom richtte Paulus zich tot de niet-joodse bewoners van Korinthe, die hij toesprak in het huis naast de synagoge. Dat was natuurlijk vragen om moeilijkheden. En jawel.
Paulus bij Gallio
De joden keerden zich gezamenlijk tegen Paulus en daagden hem voor het gerecht. Ze namen hem mee naar Gallio en zeiden: “Deze man haalt de mensen over om God te vereren op een wijze die in strijd is met de wet.” (Handelingen 18.13; NBV21)
Voor wat samen hoort en wat niet, volgen ze dus het oordeel van hun bron. Daar ligt een reëel probleem, want het is denkbaar dat als Thoukydides langer had geleefd, hij alle drie oorlogen had beschreven. Er is namelijk een aanwijzing dat hij Athenes herstel nog heeft herkend, aangezien hij het ergens heeft over de onvermijdelijkheid waarmee dingen zich ongeveer herhalen zoals ze al zijn gebeurd. De discussie over de interpretatie daarvan is hopeloos complex en hangt samen met die over zijn sterfjaar.
Het graf van Alkias van Fokis (Nationaal Archeologisch Museum, Athene)
In de reeks over het handboek waarover ik regelmatig blog, Een kennismaking met de oude wereld van De Blois en Van der Spek, kom ik aan bij de reeks conflicten die samen bekendstaan als de Peloponnesische Oorlog. Ik heb er al vaker over geschreven. Mijn samenvatting zal kort zijn. Over een half uur diep ik het uit.
De Archidamische Oorlog (431-421)
Athene en Sparta waren al eerder ten strijde getrokken, van 460 tot 445. Dat was geëindigd met een verdrag dat bekendstaat als de Dertigjarige Vrede. Die begon echter al na een decennium te rafelen, toen de Atheners zich in de invloedssfeer van Korinthe mengden. Eén conflict betrof de stad Poteidaia, een ander de relatie tot Korfu. Ik blogde erover. Sparta koos uiteindelijk partij voor Korinthe en eiste dat Athene zijn bondgenootschap ontbond. Athene weigerde en de oorlog kwam.
De Archidamische Oorlog duurde van 431 tot 421 v.Chr. Sparta slaagde er niet in zijn oorlogsdoelen te bereiken en we kunnen dus zeggen dat Athene, dat zijn imperium niet hoefde ontbinden, de oorlog won. Vrede was het echter niet.
Krijgers (Museo archeologico regionale Paolo Orsi, Syracuse)
[Dit is het vierde deel van een zesdelige reeks over de geschiedenis van de voornaamste stad van het antieke Sicilië, Syracuse. Het eerste stukje was hier en een landkaartje is daar.]
Timoleon
De crisis waarmee het vorige blogje eindigde, was ernstig. Er waren revoluties in de steden van Sicilië en Zuid-Italië en er kwam een einde aan effectief bestuur. In Syracuse was het niet anders. Hiketas had de stad alleen kunnen bevrijden door samen te werken met enerzijds de moederstad Korinthe en anderzijds aartsvijand Karthago. Hiketas probeerde het initiatief te hernemen door bondgenootschappen te sluiten met diverse Italiaanse steden (waaronder Rome), maar het was voor iedereen duidelijk dat Grieks Sicilië, verzwakt door een jarenlange burgeroorlog, in handen van de Karthagers zou vallen.
Toch liep het anders. De moederstad van Syracuse, Korinthe, stuurde inderdaad een leger om haar kolonie te helpen. De leider was de efficiënte Timoleon. Het expeditieleger bestond uit veteranen die ervaring hadden opgedaan in de Derde Heilige Oorlog (355-346). Timoleon wist een Karthaags leger te ontwijken, ging aan land in Tauromenion en maakte contact met het leger van Hiketas. Onverwacht viel Timoleon de man aan die hem had uitgenodigd. Toen die was uitgeschakeld, begon hij onderhandelingen met Dionysios II: ze zouden samenwerken in de oorlog tegen Karthago. Dionysios stemde toe, liet Timoleons troepen toe in de citadel op het eiland en vocht aan de zijde van Timoleon tegen de Karthagers. Na de overwinning was Timoleons positie sterk genoeg om Dionysios II weg te werken: hij mocht in Korinthe gaan wonen. Daarmee verdween hij van het Siciliaanse toneel.
Ik schreef twee weken geleden dat wie schrijft over het verleden van Griekenland, zich al snel gedwongen ziet zich te concentreren op Athene en Sparta. Athene, omdat daarover de meeste bronnen zijn; Sparta omdat het als Athenes aartsrivaal opduikt in diezelfde bronnen. Wat ook een rol moet spelen, is dat die twee steden liggen binnen de grenzen van het huidige Griekenland.
Het probleem is: wie de bronnen als leidraad neemt, is geen historicus, maar vat de bronnen samen. Dit is geen kritiek op het handboek waarop ik ’s donderdags pleeg te bloggen, Een kennismaking met de oude wereld van De Blois en Van der Spek. Of beter: het is wel een kritische constatering, maar ik weet niet hoe het beter zou kunnen. Ik ben deze reeks gaan schrijven omdat ik intellectueel verkeer in een impasse en ik schrijf dus niet omdat ik het allemaal wél weet. Los daarvan: handboeken zijn bedoeld om gehakt van te maken bij de bijbehorende werkcolleges. Desondanks is het aardig om, na Kyrene, ook een andere stad te behandelen waarvoor doorgaans weinig aandacht is: Syracuse, de belangrijkste stad op Sicilië. Voor u verder gaat: een handig landkaartje is hier.
De corona is voorbij, we maken weer reisplannen en je zou naar Griekenland kunnen gaan. Dan land je vermoedelijk in Athene en zul je daar ook je eerste hotel wel boeken. Eerlijk is eerlijk, Athene is in de zomer geen aangename plek. De hitte blijft er hangen en er is geen verfrissende zeebries, zoals in Thessaloniki. Toch is het geen straf om in Athene te verblijven.
[Derde deel van een vierdelig serie over het uitbreken van de Archidamische Oorlog. Het eerste deel, waarin ik het ontstaan van het Atheense imperium beschreef, is hier. In het tweede deel introduceerde ik onze voornaamste bron, de Atheense auteur Thoukydides.]
Ook al lag er een vredesakkoord tussen Athene en Sparta en was overeengekomen geschillen op te lossen door arbitrage, er waren altijd destabiliserende gebeurtenissen. Een daarvan was het op zich onbeduidende conflict tussen Korinthe, een Spartaanse bondgenoot, en het neutrale Korkyra, het huidig Korfu. Beide maakten aanspraak op het noordelijk gelegen Epidamnos (Durrës in Albanië) en slaagden er niet in met diplomatieke middelen tot een oplossing te komen.
In 436 vielen de Korinthiërs Korkyra aan, werden verslagen, zwoeren wraak en begonnen een nieuwe vloot te bouwen. Toen ze in 433 op het punt stonden de Korkyreeërs opnieuw aan te vallen, voelden die zich voldoende bedreigd om gezanten te sturen naar Athene om de Volksvergadering te vragen om hulp. Ook de Korinthische ambassadeur sprak – althans, dat wil Thoukydides ons doen geloven – en herinnerde de Atheners eraan dat zijn stad zich afzijdig had gehouden toen zij enkele jaren eerder hadden afgerekend met het opstandige Samos.
Zoals ik afgelopen zondag vertelde, zijn de hellenistische koninkrijken ontstaan tijdens de burgeroorlogen na de dood van Alexander de Grote. Ik vertelde ook dat de elites in deze rijken zich legitimeerden met de Griekse cultuur. Er ontstond een canon van klassieke vormen, geïnspireerd door het idee van Aristoteles dat alles een doeloorzaak had. In Griekenland was de ware kunst in wat wij de Archaïsche Periode noemen ontstaan en gegroeid, terwijl ze had gebloeid in wat wij de Klassieke Periode noemen.
De kunst had zich verder ontwikkeld. De hellenistische sculptuur is soms heel barok – zie de Laokoöngroep of het Pergamonaltaar – en neigt soms zelfs tot rococo, zeker in Alexandrië. Beschreven met de natuurmetafoor die ik zojuist gebruikte, was dit, na de groei en de bloei, alleen te beschouwen als verval. Een Winckelmann beschouwde de hellenistische kunst (die in de achttiende eeuw overigens nog niet zo werd genoemd) dan ook als inferieur. Ik heb al eens geblogd over de klucht rond de Venus van Milo.
Ik had besloten terug naar huis te gaan, moet op de camping al mijn spullen hebben ingepakt en zal de volgende dag weer naar Thessaloniki zijn gereden. Daar moet ik de trein naar Athene hebben genomen maar ik herinner me van die reis volstrekt niets. Het is mogelijk dat ik een tweede dag in Thessaloniki heb doorgebracht en met een nachttrein naar het zuiden ben gereisd. In elk geval fietste ik op een zonnige dag al vroeg in de ochtend van Athene naar Korinthe, omdat ik geen zin had te wachten op een trein die me naar die volgende stad zou brengen.
De istmus van Korinthe
Het kerkje bij Dafne, even ten westen van Athene gelegen aan de Heilige Weg naar Eleusis, was gesloten. Ik ben er noch daarvoor noch daarna ooit binnen geweest. De opgraving van Eleusis was eveneens gesloten. Misschien kwam dat laatste wel omdat het een maandag was, ik weet het domweg niet. In ieder geval reed ik langs “Skirons weg” naar de istmus en naar Korinthe zelf, vanwaar ik het boemeltje wilde nemen naar Patras.
[Dit is het derde van twaalf stukjes over de antieke charismatische wijze Apollonios van Tyana, die ik presenteer ter gelegenheid van de verschijning van de door mijn vriendin Simone Mooij gemaakte vertaling van Filostratos’ Leven van Apollonios. Het eerste stukje is hier.]
In mijn vorige stukje vertelde ik dat achter de tekst van Filostratos’ Leven van Apollonios de plaatselijke tradities uit verschillende steden zijn te ontwaren, en ik beschreef Efese.
Apollonios’ geboortestad Tyana herinnerde zich zijn beroemde zoon natuurlijk ook: er was een door de Romeinse keizer Caracalla herbouwd heiligdom (Cassius Dio, Romeinse geschiedenis 78.18.4). Hier werd Apollonios vereerd als arts, en het is aannemelijk dat veel mensen genezing kwamen zoeken in dit antieke Lourdes. De Griekse auteur Lucianus van Samosata (c.120-c.190) noemt een arts uit Tyana die zich erop beroemde een leerling te zijn van Apollonios (Alexander de leugenprofeet 5). Deze leerling, “een van die charlatans die een handeltje drijven in magie en mysterieuze bezweringen en die je geluk in de liefde beloven of de ondergang van je vijanden, de vondst van een schat of een leuke erfenis”, moet in de eerste helft van de tweede eeuw hebben geleefd.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.