
Wie Heerlen associeert met het Romeinse verleden, denkt uiteraard eerst aan het Romeinse badhuis: een van de grootste ruïnes uit de Romeinse tijd, sinds 1977 te zien in het Thermenmuseum. Minder bekend is de Hessenberg, in de twintigste eeuw verbasterd tot Heksenberg, een heuvel van 138,2 meter boven NAP in het zuidwestelijke deel van de Brunssummerheide die ongeveer vijfentwintig meter boven zijn omgeving uitsteekt. Het is de hoogste heuvel uit de omgeving, vlakbij de huidige woonwijk Heksenberg. Vanwege de hoogte van de heuvel is de top gebruikt voor het maken van geografische kaarten.
De Brunssummerheide ligt tussen Heerlen en de Duits-Nederlandse grens, en vormde in de vijftiende eeuw een woest en onherbergzaam bos- en heidegebied. Je kunt hierbij direct al de vraag stellen in hoeverre dit landschap de volkscultuur heeft beïnvloed, maar laten we niet op de zaken vooruitlopen.
De geschiedenis van deze heuvel vermengt Romeinse en Germaanse elementen en nogal complex. Het intussen bekende adagium ‘we weten het gewoonweg niet’ is ook hier van toepassing, maar we weten inmiddels wel meer. En sommige vermoedens worden ondersteund door betrouwbare bronnen, wat natuurlijk niet hetzelfde is als een volledig bewijs.
Witte wieven, Romeinen en Franken
Laten we simpel beginnen, bij het volksgeloof waarin de naam Hessenberg verbasterde tot Heksenberg. Dat lijkt relatief laat te zijn gebeurd, zo rond 1930. Dit is niet interessant omdat iedereen de clichés wel kent: eerst werd beweerd dat de heuvel, die natuurlijk reliëf is, een grafheuvel was en bewoond zou zijn geweest door ‘witte wieven’ en soortgelijk gespuis. Witte wieven zijn in het wit geklede vrouwelijke geesten die onder andere in grafheuvels zouden wonen (zie Balthasar Bekker, De betooverde wereld, 1691). Ook de op deze blog al besproken Johan Picardt geloofde in witte wieven.
Dan nu ter zake. De Romeinen stichtten in Heerlen een nederzetting, die ze aanduidden met de Gallische naam Coriovallum. In de fase van de verovering veranderde de bevolkingssamenstelling, het huidige Limburg werd grondig geromaniseerd en veel van de huidige dorpen zijn toen ontstaan. In de derde eeuw werd de regio steeds vaker geteisterd door roversbenden uit het Overrijnse en in de loop van de vierde eeuw schoof de taalgrens naar het zuiden, waarna het gezag in de vijfde eeuw in handen kwam van Romes Frankische bondgenoten.
De latere geschiedenis is, als het gaat om de Hessenberg, weinig meer dan een verzameling van verhalen. Laten we eerst kijken naar de topografie en dan naar de volksvertellingen.
Topografie
De Hessenberg zelf is een onbebouwde zandheuvel gebleven tot in de vijftiger jaren van de twintigste eeuw. Archeologisch onderzoek heeft NIET aangetoond dat er een begraafplaats onder de betreffende heuvel is of is geweest.
Aan de oostzijde van de Hessenberg lag de Landgraaf. Die wallen en greppels zijn in de vijftiende eeuw aangelegd als grensversterking van het Land van Valkenburg. Dankzij archeologisch onderzoek weten we dat de Landgraaf bestond uit een spitsgracht met een gemiddelde diepte van 2,2 meter en een breedte van 6,4 meter.
De Landgraaf had meerdere functies. Enerzijds vormde zij een hindernis voor vijandelijke legertroepen en rovende bendes, die op hun route noodgedwongen gebruik moesten maken van de bewaakte doorgangslocaties. De Hessenberg ligt naast de doorgaande weg van Maastricht over Ten Esschen naar Geilenkirchen en diende met name als uitkijkpunt in tijden van gevaar. Bovendien stond bovenop de berg een galg, om duidelijk te maken dat je in het Land van Valkenburg niet ongestraft je gang kon gaan. Kortom: de nodige inspirerende elementen voor het volks- en bijgeloof geloof zijn hier al ruim voorhanden.
Even ten zuiden de Hessenberg stroomt de Roode Beek. Het water van deze beek is roestkleurig omdat de bodem ter plaatse veel ijzer bevat.
De sage
We komen zo langzamerhand toe aan de sage waar het in deze blog om draait. Het gaat hier om een volksverhaal, door de bronnen consequent zo genoemd, dus over mondelinge traditie. Het is een verklaring voor de heuvel die in later tijd de Heksenberg wordt genoemd.
Volgens een algemeen verbreid volksverhaal, te vinden in bijvoorbeeld het boek Heksenberg vroeger (2014) van Hay Schoffelen en Harry Pieters, zijn de Hessen (ofwel Chatten) in de tijd van de Grote Volksverhuizingen opgetrokken richting Heerlen. De daar gelegerde Romeinen trokken hen tegemoet en werden op de Brunssummerheide afgeslacht.
Na de slag werden hun lijken verbrand. De as werd verzameld, in urnen gestopt en vervolgens in een heuvel geplaatst, de latere Hessenberg. De Roode Beek zou zijn ontstaan door het bloed van de vele doden en gewonden van de betreffende veldslag.
Een andere overlevering wil dat in de heuvel een Romeins veldheer of Germaans stamhoofd begraven zou zijn.
We weten het gewoonweg niet
Wanneer de volksoverlevering is ontstaan is niet duidelijk, maar gezien het feit dat de Hessenberg pas rond 1930 verbasterde tot Heksenberg, zal zal de volksoverlevering van een relatief late datum zijn. Citaat uit een digitale bron:
Hoe de naam Hessenberg nu wél is ontstaan en hoe deze tot Heksenberg is verbasterd, is niet duidelijk.
[Vandaag geen stukje over het Nieuwe Testament, maar een gastbijdrage van Hans Overduin. Dank je wel Hans]
Ik snap het niet zo goed. Het verschijnsel dat aanleiding heeft gegeven tot het ontstaan tot het geloof in witte wieven (het condenseren van waterdamp boven water in de afkoelende avondlucht) wordt altijd op laaggelegen plaatsen gezien. Het Solsche Gat op de Veluwe is b.v. een bekende plaats waar veel witte wieven worden waargenomen. Maar boven op een heuvel? Of stond de Landgraaf geregeld vol water en woonden de witte wieven daar?
“De Romeinen stichtten in Heerlen een nederzetting, die ze aanduidden met de Gallische naam Coriovallum gaven.”
Wat ik me (zonder enige kennis van zaken) afvraag: waarom zouden de Romeinen een plaats die ze hadden gesticht een Keltische naam geven? Dan ga je toch denken dat die Romeinse nederzetting een voortzetting is van een (misschien inmiddels onvindbare) Keltische met die naam.
Het enige dat ik kan antwoorden is dat er in de Romeinse tijd meer niet-Latijnse namen aan steden en forten zijn gegeven. Ik denk aan de Gallische nederzettingen Bagacum (Bavay), Senomagus (oud veld) en de diverse Noviomagi (nieuw veld). En wat denk je van Hadrianopolis (Grieks) en fort Kefa (Aramees, Hasankeyf)?
Van Bavay (Bagacum) wordt volgens mij aangenomen dat dat oorspronkelijk een Keltische nederzetting was. De diverse Seno- en Noviomagi lijken mij juist een argument om oorspronkelijke Keltische nederzettingen te veronderstellen die door de Romeinen werden overgenomen. Wat de verschillende Hadrianopoleis betreft: daarin heb je gelijk dat die van de Romeinen een inheemse, d.w.z. Griekse, naam kregen. Maar ja, die zijn dan ook genoemd naar een keizer die vloeiend Grieks schreef en sprak, en ik vermoed dat aan die naamgeving dan ook een ‘suggestie’ uit Rome ten grondslag lag. En wat betreft fort Kefa: die naam illustreert volgens mij wat ik betoog: een oorspronkelijk Aramese naam werd door de Romeinen overgenomen; de nederzetting was ouder dan de Romeinen. Enfin, ik denk hardop.
Zowel Bagacum als het Nijmeegse Noviomagus zijn bij mijn weten nieuwstichtingen. De stad die aan Noviomagus vooraf ging, heette Batavodurum.
Dank! Ik Ik vond dit: https://sci-hub.se/https://doi.org/10.2307/525666, best interessant.
Leuk stuk, Hans. Ik fietste er ooit overheen op weg naar of terug van de repetitie-avonden van Kon. Heerlens Mannenkoor Sint Pancratius. Het noorden heeft een geografisch, maar minder historisch contrapunt: de Hasseberg, ten oosten van Sellingen. Liefst 14,2 meter boven NAP en daarmee het hoogste natuurlijke punt van Groningen.
https://www.openstreetmap.org/#map=13/52.9406/7.1403
Geen zandheuvel, maar een keileembult en niet temidden van heidevelden, maar ergens in het veenmoeras. Dat laatste is allang afgegraven, eerst stukje bij beetje en tenslotte op industriële schaal. De Hasseberg was een markeringspunt voor de wijde omtrek. Daar zit ook de knik in de verder kaarsrechte rijksgrens tussen (grofweg) Bourtange en Ter Apel. Maar hier geen volksverhalen en geen galg.
Daarvoor moet je noordelijker zijn, noordoostelijk van Wessinghuizen aan de rand van de zandrug van Westerwolde, bij de Galgenberg of Geeselberg. Een zandheuvel uit de ijstijd, waar tussen 1587 en 1597 meer dan 20 mensen op beschuldiging van hekserij levend werden verbrand. Het was de executieplaats van de drost van de Wedderborg en daar stond dan ook een galg. En er kwamen volksverhalen.
https://www.deverhalenvangroningen.nl/alle-verhalen/de-heksenverbrandingen-te-westerwolde